U wist het waarschijnlijk niet, maar 21 december was ‘wereldorgasmedag’. Het was die dag dat onderzoeksrechter Christian Van Wambeke uit Antwerpen in zijn agenda had aangestipt om zich te bevredigen aan de gedachte dat hij het vermaledijde satirische tijdschrift ‘tScheldt zou breken onder de kracht van zijn laars.
Zijn politieke broodheren spraken hem al maanden zowel rechtstreeks als onrechtstreeks aan om een einde te maken aan de satirische terreur van ‘tScheldt.
“Kijk Christian”, zei onlangs een bekend politicus aan tafel tegen Van Wambeke, “er was een tijd voor ‘tScheldt, en een tijd na ‘tScheldt. Sinds dat ‘tScheldt zich heeft toegelegd op politieke satire houden ze duizenden harten en hersenen van politiek zwalpende Vlamingen gegijzeld. Met hun stomme cartoons zetten ze ons in ons onderbroek, Christian!” De politicus verpulverde uit frustratie het broodje met sesamzaad tussen zijn trillende vingers.
“Ik moet U niet vertellen wat Ge moet doen. Maar Ge weet wat Ge moet doen hé Christian!! Niet alleen de partij rekent op U, maar ik ook hé Christian! Doet daar iets aan man!” Daarop zette de politicus met onvaste hand zijn glas La Rioja Alta Gran Reserva 890 aan de lippen en ledigde het glas met zenuwachtige trekken.
Van Wambeke was geen man van grote woorden. Hij was een man van daden. Althans zo zag hij zichzelf het liefst.
Van Wambeke begaf zich naar zijn bureau en bedacht een plan dat zijn politieke broodheren wel zou smaken. Tegelijkertijd was hij op een leeftijd gekomen dat hij de wraak van zijn opdrachtgevers wilde kanaliseren op een meer kunstwrede wijze dan de begeleidende omzwachteldheid die werd toegepast op drugsdealers en verkrachters. Doorgaans had het parket meer mededogen met verkrachters en drugsdealers dan met cartoonisten en satirische journalisten, het échte uitschot van de maatschappij. Aldus nam Van Wambeke op zijn bureau de pen ter hand en schreef een perfide mini-opera lichtjes gebaseerd op The Tempest van zijn grote zondagnamiddagvoorbeeld William Shakespeare.
*
Het individu dat als een steen in de schoen van Van Wambeke en zijn collega’s grote irritatie veroorzaakte zullen we in dit blad niet met naam noemen, een traditie die ‘tScheldt ondertussen al 27 jaar respecteert.
Laten we hem Tempest-gewijs Prospero noemen, naar de verbannen aan lager wal geraakte hertog die zich op zijn eiland bezig hield met satirische magie.
Prospero leidt sinds de doorbraak van ‘tScheldt in het Vlaamse kleilandschap een teruggetrokken leven. Nooit had hij zich kunnen voorstellen dat hij op 21 december 2022 zou gearresteerd worden.
De dag begon onschuldig. In die zin, de dag leek onschuldig te beginnen.
Prospero had namelijk een uitnodiging gekregen van de heer Dijkgraaf, een minnelijk man op leeftijd. Mijnheer Dijkgraaf was ‘Eerste Inspecteur – Rechercheur, Agent van gerechtelijke politie’. De zachtgevooisde man maakte deel uit van de “Lokale recherche residuaire onderzoeken”, wat dat ook moge betekenen, zetelend in een anoniem gebouw aan de Lange Gasthuisstraat 15 in Antwerpen.
De heer Dijkgraaf had Prospero gecontacteerd om langs te komen als getuige in een lopend onderzoek.
Prospero, steeds welwillend om zijn medemens te dienen, begaf zich die 21ste naar de anonieme broedplek van de recherche te Antwerpen.
De getuige
Prospero, doorgaans niet bekend om naiëf door het leven te gaan, was er zich niet van bewust dat hij een pion was in de opera van Van Wambeke en dat hij die 21ste met twee voeten in de val trapte die voor hem gespannen was.
Prospero was namelijk opgeroepen als getuige. En in welk verband wilde de heer Dijkgraaf Prospero spreken? Het bleek in verband met een ruzietje. Blijkbaar hadden twee Vlaamse zakenlui ruzie. Laten we hen ‘de een’ en ‘de ander’ noemen. ‘De een’ bleek de laatste tijd onbetamelijke dingen te zeggen over ‘de ander’. ‘De ander’ vond het onbetamelijke zo onbetamelijk dat hij een klacht tegen ‘de een’ had ingediend.
“In dat kader”, zei de heer Dijkgraaf tegen Prospero, “hebben we verschillende getuigen opgeroepen. U bent er één van”.
Het verhoor stelde niets voor. Prospero kende ‘de een’ en ‘de ander’ en legde een korte getuigenis naar waarheid af.
Wat opviel was dat ondanks dat het verhoor niets voorstelde de heer Dijkgraaf toch niet alleen in de verhoorkamer aanwezig was. Er zat een tweede zwijgende rechercheur het zogenaamd niets-betekenende verhoor te volgen.
Na goed 30 minuten was de getuigenis achter de rug.
Goed, dat had Prospero zo ingecalculeerd want hij moest om 17 uur een vliegtuig halen. De heer Dijkgraaf wist van de vlucht om 17 uur en was zo voorkomend geweest om het verhoor daarom te plaatsen om 11 uur.
Terwijl Prospero rechtstond om het anonieme gebouw te verlaten haastte de heer Dijkgraaf zich om nog iets te zeggen.
“Goh, mijnheer Prospero, er is nog een klein dingetje. Er zijn hier in het gebouw nog enkele mensen die U zouden willen spreken. Heeft U nog een minuutje?”
“Oei, en waarover wil men mij dan spreken?”, vroeg Prospero nieuwsgierig.
“Goh, het zit zo, mijnheer Prospero, heu…. U, …. heu….. U staat eigenlijk geseind.”
Prospero hoorde het in Keulen donderen.
“Geseind?”, stamelde Prospero, “voor wat dan?”
“Wel, als U het niet erg vindt, dat is iets wat de mensen die in het gebouw zijn, U zullen uitleggen”.
Daarop opende de tweede aanwezige man stilzwijgend de deur. Hij stapte naar buiten waarbij er buiten het oog van Prospero op de gang geroezemoes van verschillende stemmen opstak.
Terwijl Prospero zich afvroeg in welke opera hij was terechtgekomen kwamen drie persoonsfiguren met een groot revolver aan hun zij het kleine verhoorkamertje binnen.
De vermoedelijk baas van het trio, twee mannen en één vrouw, nam het woord.
“Bent U de genaamde Prospero?”
“Heu, ja mijnheer”, antwoordde Prospero naar waarheid.
“Goed, dan ontnemen wij U hier nu van Uw vrijheid. U bent gearresteerd.”
De man zei het alsof hij een heraut was die een nieuwe gaswet aankondigde in de straten van een dichtbevolkte stad.
De 5 rechercheurs in de kamer speelden het overbevolkte noordelijke deel van de kamer. Drie ervan keken met grote nieuwsgierigheid naar de reactie van Prospero, op zoek naar paniek, boosheid of andere desoriëntatie die zij desgevallend gewapend zouden moeten pareren.
Prospero stond moederziel alleen op het zuidelijke halfrond.
“Gearresteerd? Maar ik moet om 17 uur een vliegtuig halen”, zei Prospero ietwat geënerveerd.
Het drietal keek naar elkaar met schuld in de ogen.
“Ja, dat is ietwat onverwacht”, zei de baas van het drietal.
“En waarom word ik in godsnaam gearresteerd?”, voegde Prospero toe aan zijn enervatie.
“U wordt van Uw vrijheid benomen voor een verhoor, mijnheer Prospero, op bevel van onderzoeksrechter Van Wambeke. U bent vorig jaar niet komen opdagen voor een verhoor in Brussel.”
Prospero hoorde het nog meer donderen in Keulen.
“Wij arresteren U onder het regime van SALDUZ 4.”
“En wat houdt Salduz 4 in”, vroeg Prospero die de bui al zag hangen.
“Dat betekent dat U nu een advocaat mag bellen om nu onmiddellijk naar hier te komen.”
“Maar ik moet om 17 uur in Nederland zijn om een vliegtuig te nemen. Dat gaat veel te lang duren.”
“Als U afstand wil doen van een advocaat, is dat uiteraard Uw goed recht”, zei de capo.
Prospero maakte in zijn hoofd snel de berekening. Als de Staat uitpakt met 3 gewapende agenten in burger, dan ging het uiteraard om heeeeeeeeeel erge dingen, zoals bijvoorbeeld een satirisch blad waar Prospero nu al 4 jaar bij betrokken was. Prospero had de vraag nog niet gesteld of de capo van het trio vulde de gaten in elkaars gedachten in.
“Het gaat om een zaak rond ‘tScheldt. U wel bekend?”
Natuurlijk was die zaak Prospero bekend. Hij was vorig jaar al onzacht hard in aanraking gekomen met de gewapende arm der wet die het nodig had gevonden om 3 huiszoekingen te doen, zijn huis leeg te halen en om hem uiteindelijk zonder enige vorm van proces in een cel te gooien wegens een cartoon over een politica. Om Zelfa Madhloum, de XXXXXXXX XXXXXXX van de Open Vld niet te noemen. (Een rechterlijke uitspraak – die in landen waar er nog persvrijheid heerst censuur wordt genoemd – verbiedt ‘tScheldt om Zelfa Madhloum een XXXXXXXX XXXXXXX te noemen. Noot van de redactie)
“Ja dat is me bekend. Maar als U mij wil verhoren, moet ik daar dan voor gearresteerd worden?”
“Ja, dat is in opdracht van de onderzoeksrechter.”
“Kijk, ik heb een vlucht om 17 uur. Als ik nog een advocaat moet bellen, en die moet zijn werk laten vallen om naar hier te komen, dan ga ik mijn vlucht missen. Ik zal afstand doen van een advocaat. Dan kan u mij snel ondervragen. En dan kan ik vertrekken om mijn vlucht te halen. Zou dat kunnen?”
Vertwijfelde blik bij het trio.
“Niet echt mijnheer Prospero. Indien U afstand doet van een advocaat, moeten wij een centrale bellen die alsnog een advocaat belt waarmee U een telefonisch contact moet hebben om er zeker van te zijn dat U niet om de verkeerde redenen afstand doet van Uw eigen advocaat.”
Hierop viel het trio uiteen. Een lid van de gewapende gang, een uiterst voorkomende jonge man overigens, begon de onderzoeksrechter te bellen. Het vrouwelijke lid van de gang begon naar de centrale te bellen om het verplichte telefoongesprek met een neutrale advocaat te organiseren.
De aanhef van dit tweede deel van de opera was verpletterend goed gespeeld van Van Wambeke uiteraard. Meer effect had hij zich niet kunnen kopen.
Een systeem met gaten in
Van dan af splitste de wereld van “The Tempest van Van Wambeke” in langs de ene kant de ‘realiteit’ en aan de andere kant ‘de beoogde droom’. De droom van Van Wambeke was om Prospero te verpletteren als een kakkerlak. De realiteit was echter van die aard dat het ‘systeem’ dat Van Wambeke in beweging had gezet als een aftandse wagen het ene na het andere wiel zou verliezen.
Het ‘verplichte’ gesprek met de ‘neutrale’ advocaat in het kader van SALDUZ 4 is er nooit gekomen. Omdat het ‘systeem’ dat justitie heet gewoon niet werkt. Dit tot afgrijzen van het trio dat werkelijk alles in het werk stelde om geen enkele fout te maken en alles volgens de wet te doen.
Prospero bekeek het jachtig en geforceerde werk van het gewapende drietal om geen enkele fout te maken geamuseerd vanop zijn eiland waarnaartoe consoorten als Van Wambeke hem verbannen hadden.
Omdat het telefoontje met de neutrale advocaat langs geen kanten lukte zocht het drietal naar een vorm van toestemming om het verhoor te mogen laten starten zonder het telefonische SALDUZ-consult. De vrouw van het trio ontving een mail van iemand hogerop in de keten die door Vincent Van Quickenborne “justitie”, en door mensen met hersencellen “een aanfluiting van het recht” wordt genoemd. Het drietal bestudeerde gespannen de mail. Mochten ze nu starten of niet met dat verhoor?
Prospero, steeds bereid om zijn medemens te helpen, suggereerde om het verhoor gewoon enkele dagen te verzetten, na terugkomst uit het buitenland.
De voorkomende jonge man legde het voorstel telefonisch voor aan onderzoeksrechter Van Wambeke.
Die zat natuurlijk in wereldorgasmedag-modus, met in zijn agenda een voorgeprogrammeerde vorm van bevrediging op 21 december 2022. Geen dag later.
Kort en droog droeg hij zijn gewapende trio op om door te gaan met de arrestatie. Dat Prospero daardoor zijn vlucht zou missen kon hem werkelijk geen moer schelen. Prospero was vluchtgevaarlijk én een satirische terrorist. Dergelijke sujetten mogen niet zomaar vrij rondlopen in een democratie.
Terwijl de baas van het trio nattigheid voelde aangaande de inhoud van de mail en op de gang met anderen binnen het wankele apparaat dat justitie heet ging bellen, versprak de jonge vrouw zich ten overstaan van Prospero.
Uit enkele flarden vriendelijk bedoelde comfortwoorden begreep Prospero plots dat het trio niet ‘toevallig’ in het gebouw was geweest. Het trio kwam van de federale politie te Brussel. Zij waren speciaal uit Brussel gekomen voor de arrestatie wetende dat Prospero aanwezig zou zijn in het anonieme gebouw van de recherche te Antwerpen.
Prospero bedacht dat agent Dijkgraaf de beste theaterspeler was die hij ooit in politionele kringen had ontmoet.
Het drietal kwam als een ongemakkelijk parlement tot de gezamenlijke conclusie dat de mail hen voldoende zou indekken om toch over te gaan tot de start van het verhoor zonder de SALDUZ-telefoon met een advocaat.
Het verhoor
Van zodra het drietal gezeten was voor het verhoor kwam de misselijkmakende geur van een gevallen politica opgestegen uit het dossier. Het was de geur van Sihame El Kaouakibi.
Sihame El Kaouakibi en haar maffia-advocaat SOUIDI hadden klacht met burgerlijke partijstelling ingediend tegen onbekenden en tegen Prospero die ze ervan verdachten de wereld te willen detoneren met satire en en-passant het maagdelijke imago van wereldweldoenster Sihame El Kaouakibi te willen besmeuren.
El Kaouakibi die ten tijde van de klacht bezig was met haar dossier ter heiligverklaring van haar immanente persoonlijkheid vond het niet kunnen dat er op de vuilbak van het internet, het ‘tScheldt dus, een artikel was verschenen dat niet in overeenstemming was met haar Koninklijke imago van dansschoolredster van lege brooddooskinderen met patser-nonkels.
Souidi en El Kaoukibi hadden uit de statuten van UNIA alle deugtermen gerecycleerd die vandaag de dag kunnen gebruikt worden tegen mensen met Gezond Verstand. Seksisme, laster, eerroof, racisme, extremisme, extreem rechtsisme, belaging, electronisch tantrisme, het vierendelen van Marokkaanse lesbische meisjes met hun handen in de subsidieschuif… werkelijk alle zonden van Israël werden Prospero voor de voeten gegooid.
Het verhoor was een doorslagje van het verhoor na de arrestatie van Prospero in 2021.
“Vrienden”, zei Prospero vriendelijk tegen het hard werkende trio. “Al wat U nu vraagt is al gevraagd geweest door collega’s van U. In deze zaak moest ik al uitleg geven aan onderzoeksrechter Theo -de botte- BYL uit Mechelen. Niet alleen aan hem, maar ook aan Kathleen Verstraeten, gerechtelijk commissaris van de “Directie bestrijding zware en georganiseerde criminaliteit”. U weet wel die dienst die zich bezighoudt met satire in België”.
De baas van het trio keek even op toen de naam Kathleen Verstraeten viel.
“Ja, die laatste kent U. Die was niet blij toen haar naam in ‘tScheldt verscheen”, zei hij zacht.
Oei, dacht Prospero onmiddellijk, die zichzelf al zag telefoneren met een journaliste van ‘tScheldt om haar op de hoogte te brengen van zijn arrestatie.
Een nieuw element in het verhoor ten opzichte van het verhoor uit 2021 was een bijbel aan tweetberichten.
De tweetberichten waren van een anoniem grappig Twitteraccount. Het trio wilde weten of Prospero achter dat account zat.
“Maar vrienden, hoe is dat toch mogelijk dat jullie met al jullie man- en vrouwkracht, en vuurkracht hangend aan Uw zijde, niet in staat bent om de eigenaar van dat Twitter-account te achterhalen.”
“Nee, dat lukt ons niet”, erkende the boss. “Kan U zoiets achterhalen?”
Hierop schreef Prospero een offerte uit van zijn sociaal media bedrijf op de achterkant van de serviette die hij bij zijn overigens erg lekkere politiecappuccino had gekregen.
“Hier, geef dat aan uw bazen. Succes gegarandeerd”, stelde Prospero.
Omdat er over Sihame El Kaouakibi alleen maar in roze wolkjes kan gepraat worden door de bovenwereld waar politiek en justitie toe behoren, en Prospero zo welwillend was om dat expliciet NIET te doen, begreep het trio al gauw dat er meer dan standaardantwoorden niets uit Prospero te halen viel.
Het verhoor eindigde zoals het begon, met een werkelijk fenomenale justitiële sisser.
Vingerafdrukkenfarce
“Omdat wij U hebben aangehouden in het kader van SALDUZ 4, moeten wij Uw vingerafdrukken nemen en U fotograferen, want U bent niet meer dan uitschot voor deze maatschappij waartegen wij ons als deftige mensen moeten wapenen”, oreerde de capo.
“Maar vrienden, U heeft mijn vingerafdrukken en foto vorig jaar al afgenomen nadat U mij arresteerde”, riposteerde Prospero.
Stilte.
“Heu, ja…. Dat klopt. Dat weten we. Er is alleen een klein probleempje. We zijn die kwijt.”
In het hoofd van Prospero begon Freddie Mercury aan de themasong “Barcelona” met Montserrat Caballé.
“Er is een bijkomend dingetje”, zei the boss.
“We kunnen dat in dit gebouw niet doen. Twee agenten zullen dus met U in Uw wagen meerijden naar ons andere adelaarsnest aan de Noorderlaan, waar we de juiste apparatuur voor woordterroristen als U hebben staan.”
In colonne verliet Prospero met het trio het gebouw aan de Lange Gasthuisstraat.
“In principe moeten we U handboeien, want U bent cartoongevaarlijk. Maar omdat U volgens Uw rapport bij onze geheime dienst de 100 meter in 11,9 loopt en ik in 11,6 nemen we het risico U niet te boeien”, analyseerde the boss terwijl om de hoek de parking van de Oudaan opdoemde.
In de allerbeste stemming bereikten Prospero en de twee inzittende agenten veilig het recherchegebouw aan de Noorderlaan.
Hoewel Prospero minstens 5 maal de kans zag het gebouw van binnenuit met digitale woordgrappen te saboteren hield hij zich in en liet de pionnen van Van Wambeke hun erg gewaardeerde werk doen.
Nadat Prospero voor de tweede maal in een jaar tijd zijn vingerafdrukken liet stelen door de overheid, kreeg Prospero officieel zijn vrijheid als een zakje Arabierekes met een strik errond, terug.
**
Illustratie: Schipbreuk op het eiland waarnaartoe Prospero verbannen was.
Schilderij van George Romney – naar William Shakespeare: The Tempest Act I, Scene 1
**
We kunnen alle steun gebruiken tegenover
krachten die menen dat zij boven de samenleving staan