38ste Pacificatielezing: een rondje domweg christendom bashen

Op zaterdag 5 november 2022 werd door vzw De Pacificatielezingen alweer de 38ste pacificatielezing georganiseerd. Bedoeling van de vzw bestaat erin, omstreeks de verjaardag van de Pacificatie van Gent (8 november 1576), een jaarlijkse lezing te organiseren met een “vooraanstaand gastredenaar”, en dit afwisselend in Gent en Breda, om de Nederlandse cultuurgemeenschap een eigen plaats te geven in de multiculturele wereld.

Dit jaar ging het evenement door in de Grote Kerk van de schattige stad Breda (Nederland). Alle schattigheid van de wereld kon ditmaal echter niet verhinderen dat het een lezing werd om waanzinnig snel te vergeten. Stefan Hertmans kwam er zijn traktaat “Niet Onze Wang, Maar Onze Blik” voorlezen. Als de voortijdige partus van hovaardij, zelfoverschatting en ignorantie, bij elkaar opgeteld, nog geen naam had gekregen, werd het prematuur kindje nu toch keurig ingeschreven in de registers van het poco-geklets: het heet Stefan Hertmans!

De lezingen werden tot op heden nochtans knus beschut door een huls van prestige en voornaamheid; dat was ook te merken aan het aantal aanwezigen uit verschillende sectoren van de samenleving. Naast een resem diplomatiek personeel zagen we vele voormalige sprekers, zoals historicus en oud-gouverneur van Oost-Vlaanderen Herman Balthazar, letterkundige Frits Van Oostrom, classicus Luc Devoldere of de “publicist met engelenhaar” Paul Scheffer, om er maar enkele te noemen. Maar ook filosofe Alicja Gescinska liep er naarstig te netwerken. Zij is, samen met historica Annelien De Dijn en filosofe Tinneke Beeckman, vooraanstaand lid van de Vlaamse “drie gratiën” die de vrouwelijke intellectualiteit hoog moeten houden, hoewel het vrouw-zijn toch blijft primeren. Geen wonder overigens dat in de beeldende kunst de drie gratiën overwegend “in hun bloot gat” worden voorgesteld: De Dijn en Gescinska vinden immers dat de grens van de vrijheid daar ligt waar de poco-tirannen die meticuleus hebben afgebakend, en Beeckman lult zich in opiniestukken een heel eind de kosmos in, maar haar boeken zijn tenminste nog min of meer leesbaar.

Het trio krijgt nu gevaarlijke concurrentie langs mannelijke zijde! Herder van dienst was dus Stefan Hertmans, germanist en amateur-filosoof van de “Wakkere” koude kant. Hij, helemaal alleen, is erin geslaagd de knusse huls van prestige en voornaamheid die rond de lezingen gespannen werd, tot de laatste korrel uit te hollen. Wij zaten achteraan in de kerk en konden Zijne Verlichte Heiligheid maar half verstaan. Die helft evenwel volstond ruimschoots om ons bovenmatig te vergenoegen over het feit dat de andere helft gesmoord werd in de halsstarrigheid van een persisterende echo. De lectuur van de volledige tekst achteraf bevestigde de eerste indruk, zelfs in gekwadrateerde mate! In een bonte aaneenschakeling van anachronismen, gemeenplaatsen, verkeerde interpretaties en naar de hand gezette etymologieën werd, “name droppend” en geveinsd intellectueel, niets aan de hoogedele vrouwe Fortuna overgelaten om het politiek correcte wereldbeeld te stutten en te schragen. Oeverloos geouwehoer, “hineininterpretierung” en gedachtelijke nonchalance waren de stijlkenmerken van dienst. Schrijven kan hij al, die Hertmans, nu nog leren denken.

Ging zijn lezing in wezen over “pacteren en pacificeren” dan krijgt, reeds op de eerste bladzijde, de onvermijdelijk complotterende “antivaxer” meteen de wind van voren! Ondanks de titel van zijn referaat achtte hij die polariserende bende van vaccinweigeraars geen blik waardig! En ook op de wang was het tevergeefs wachten. Dat vaccinleveranciers koppig blijven weigeren enige verantwoordelijkheid voor hun product te dragen maar wel woekerwinsten opstrijken; dat de normale testfases inzake medicijnen niet gerespecteerd werden; dat het vaccin überhaupt geen bescherming biedt tegen de, behoudens uitzonderingen, al bij al milde symptomen … het werd allemaal netjes ondergeschikt gemaakt aan het hobbesiaanse schrikbeeld van een statelijke Leviathan, waaraan iedereen zich kritiekloos en prosternerend te onderwerpen heeft.

Elke bedenking over de ultieme finaliteit van het hobbesiaanse denken, dat de jaren ’20 en ’30 van vorige eeuw heeft gehypothekeerd met exponenten als fascisme en nationaalsocialisme en, nog gruwelijker en bij uitstek moordender, bleef verder leven in stalinisme en maoïsme, werd haastig onder de marmeren vloeren van de kerk, het intellectuele dodenrijk in geveegd. De Italiaanse filosoof Giorgio Agamben, die overigens altijd al radicaal kritisch heeft nagedacht over de wortels van onze beschaving, weet voor Hertmans slechts genuanceerd en poëtisch te denken als het in zijn kraam past. Nu Agamben de corona-aanpak, zeer terecht ten andere, een vorm van medisch fascisme heeft genoemd, is de liefde voor de filosoof, zijn nuance en z’n poëzie “plots” kassiewijle. Even plots, zo is de vrees, als alle hartstilstanden bij sportieve jongelui…

En ook Ernst Jünger moet het ontgelden. De vraag of de referendaris hem ooit aandachtig gelezen heeft, blijft ook hier knagen nu Hertmans de Duitser slechts met een handjevol voorbijgestreefde clichés kan benaderen. In plaats van Jünger de niet passende jas van Marinetti aan te meten omwille van zijn boek “In Stahlgewittern”, zou het de referendaris sieren de verdere uitwerking, op basis van zijn oorlogservaringen en meer in het bijzonder de ervaringen opgedaan in de Slag bij Langemark, te lezen in “Der Arbeiter, Herrschaft und Gestalt” (1932), waarin Jünger de “Erschütterung der Weltordnung” (het dooreenschudden van de wereldorde) niet langer kan begrijpen binnen de categorieën van het “animal rationele” (de categorieën van rede, humaniteit, moraliteit en individuele vrijheid). Wat dat precies betekent voor “de arbeider” valt buiten het bestek van deze tekst maar we gunnen Hertmans, ondanks alles, toch nog een “blik”, reiken hem indien gewenst zelfs een wang en verwijzen hem graag naar de in boekvorm gepubliceerde doctoraatsthesis van Vincent Blok“Rondom de Vloedlijn” (Aspect, 2005), waarin Jünger’s filosofie vergeleken wordt met het denken van die andere met gemeenplaatsen bestookte Duitse wijsgeer, Martin Heidegger. Voorwaar een aanrader!

Als een rode draad door het referaat loopt – hoe kan het ook anders? – Hertmans’ diepe afkeer voor het christendom. Wanneer Jünger pleit voor een “nieuwe synode van alle wereldkerken” vindt de referendaris dat een “merkwaardige omslag”. Kennis van de diepere betekenis van Jüngers filosofie had die merkwaardigheid spoorslags kunnen metamorfoseren tot een “logisch gevolg”. Dat Ernst Jünger zich bovendien op het einde van zijn lange leven, in stilte maar zeer overtuigd, bekeerde tot de Rooms-Katholieke Kerk, die hem sinds de jaren ’20 niet had losgelaten, moet voor Hertmans de finale opdoffer geweest zijn! Het eigen onvermogen van Hertmans om Jünger te begrijpen wordt vervolgens misbruikt als opstapje om nog maar eens te wijzen op de passieve medeschuld van de katholieke kerk aan het voortduren van de holocaust; een “medeschuld” die de laatste 20 jaar vanuit diverse hoek – ook de academische – door nieuwe inzichten, opgedaan uit vers ontsloten bronnen, genoegzaam werd weerlegd. Pius XII, vergeef het hem, want Hertmans loopt een streepje achter! Maar wanneer Samuel Huntington de spanningen met de Islamitische wereld een “clash der beschavingen” noemt, is dit toch weer “heel pessimistisch”, nog volgens “de sprekert”…

Maar ook elders vormt het “bashen” van katholieke instellingen en instituten een uitgesproken liefhebberij van deze heraut van de pensée unique en wapenbode van de islamisering. Axel Buyse, voorzitter van de inrichtende vzw, had daartoe reeds een voorzet gegeven in zijn inleidingswoord door religies, laten we hopen onbewust, te verwarren met “ideologieën”. Wat spreekwoordelijk krommer is dan krom, weet de “wakkere” literator Hertmans nog een stuk rechter te praten dan de door de wol geverfde advocaat, daarbij niet eens gehinderd door reeds decennialang vergaarde historische kennis. Heeft u nog een clicheetje van een ons of zes? Mag het iets meer zijn, mevrouw? Tuurlijk, we hebben hier nog een inquisitie-cliché van dik een ton! Welke (de Spaanse? De bisschoppelijke? De pauselijke?) was weer van geen tel, als de vrijzinnige 19de eeuwse antiklerikale overdrijvingen maar standhouden. Dat de inquisitie, zoals meermaals aangetoond door o. a. prof. Henry Kamen, fellow van de Royal Historical Society, in de eeuwen dat ze bestond, slechts een fractie van het aantal slachtoffers liet betreuren die door de zo bezongen, amper enkele jaren durende Franse Revolutie een hoofdje werden gelicht – de Vendée niet eens meegeteld! – ontgaat Hertmans nog steeds compleet!

Christendom

Dat bovendien de tot de verbeelding sprekende folteringen door de staat en niet door de kerkelijke inquisitie werden uitgevoerd, smaakt bovendien extra zuur en bitter na Hertmans’ vurige tirade tegen de antivaxers! Zijn tekst zit boordevol angels en valkuilen, maar het schiet niet op zout in elke wonde te strooien. Daarvoor is onze “blik” op de man te vergevingsgezind. Laten we toch eindigen met een “back to the future”-lapsus! We zitten behaaglijk in de kerstening van het Romeinse Rijk als Hertmans schrijft: “Christus komt uiteindelijk terecht bij de eenvoudige waarheid die mijn moeder mij leerde: iemand moet de verstandigste zijn (…).” Het christendom heeft voor hem dus niets meer om het lijf dan een moederlijke raad. Maar zou het niet zomaar even kunnen dat het omgekeerd is, beste Stefan? Dat uw moeder het van Christus heeft, en niet andersom? Dat uw moeder wellicht toch meer van het christendom geproefd heeft dan U in deze poco-tijden wil toegeven? Zou het niet zomaar even kunnen dat de verwoede pogingen tot egocentrische secularisatie, inzake waarden, de grondende religie van onze beschaving compulsief behoeft om niet al te zeer te kapseizen in de verraderlijke oceaan van de libertaire permissiviteit?

Nadat Hertmans er het zwijgen toe deed, werd het uiteindelijk toch nog vermakelijk, daar in Breda, in de Grote kerk. Op de receptie kon de verbijstering over de lezing genoegzaam weggespoeld worden: een opsteker van formaat! En het werd pas echt Brabants leuk toen we een lekkere dienster met verfijnd oogcontact zover konden krijgen om ons chronisch te bevoorraden met bergen sympathieke bitterballen – of was het nu omgekeerd: sympathieke dienster, lekkere bitterballen? We vragen het misschien toch maar even aan Stefan Hertmans!

Afgezien dan van die belabberde lezing, die eigenlijk de apotheose van de dag had moeten worden, blijft een bezoek aan ons noordelijk broedervolk sowieso aangenaam. Maar omwille van de huls van prestige en voornaamheid, zou het de organisatie zeker geen windeieren leggen, moesten ze voor de volgende edities van de pacificatielezingen beter uitkijken wie ze het woord geven. Deze keer was het in ieder geval geen “vooraanstaand gastredenaar”.

Wie sprak er ook alweer dit jaar?

**

Illustratie: Stefan Hertmans

**