“We Moeten Burgers Durven Zeggen Hoe Het Is”

In Deurne staan meer dan 100 bomen lentegroen en blakend van gezondheid klaar voor de kap! Reden? De Ter Rivierenlaan wordt heraangelegd! En daarom moet een van de weinige straten mét grandeur in deze centrumloze deelgemeente van Antwerpen al haar schoonheid prijsgeven. De motivatie? Volgens advies van de brandweer zijn de bomen hoogst gevaarlijk omdat de olijke spuiters met hun flexibele hightech ladders niet meer tot bij een mogelijke, eventuele, gebeurlijke, desgevallende, denkbare, wellicht potentiële brandhaard zouden geraken. Burgemeester Bart De Wever, die al veel langer behaaglijk diep in de zak zit bij een bende mesquine “beton- en plaveiselboeren”, steunt de brandweer in haar advies. Als het al geen politiek één tweetje was tussen de burgervader en zijn eigen stadsdienst. “We moeten” zo sprak hij de gemeenteraad toe, “burgers durven zeggen hoe het is”.

Welnu, als het op “durven zeggen hoe het is” aankomt, heeft ’t Scheldt een palmares voor te leggen dat door weinig politici wordt geëvenaard. Wij hebben, zeker van het soort bewindslui waarmee we ten spijtigste opgescheept zitten, dus geen lessen dienaangaande te krijgen! Wel willen we de politieke kaste met aandrang, op onze knieën als het moet, verzoeken het toch minstens een week of twee wat kalmer aan te doen met het afleggen van ronkende verklaringen. We houden het immers echt niet meer bij met artikels schrijven! En dan leggen we nog geeneens op elke slak zout. Zoals jullie weten, geachte politici, voeren wij slechts vrijwillig en ongesubsidieerd de pen, wat dit inhoudt dat er ook af en toe gewerkt moet worden om een “roggeverdommeke” op de spreekwoordelijke plank te krijgen. Allez bon, dit gezegd zijnde, zullen we het advies van de burgervader dan maar onderdanig opvolgen: we zullen de burgers derhalve onvermoeibaar zeggen hoe het daadwerkelijk zit!

Laten we maar meteen eerlijk zijn: wie gelooft dit Antwerps stadstheater nog? De onpasselijke belachelijkheid ervan wordt door iedereen toch aanstonds doorprikt! En mag dan gelijk niet de vraag gesteld worden waarmee wij in dit monsterlijke apenland allemaal bezig zijn? Geef toe: die “Wat We Zelf Doen, Doen We Beter!”-komedie is stilaan onze eigen bestaanstragedie geworden? Wat ooit gold als constructief credo, maskeert tegenwoordig slechts de sloophamer. Erfgoed wordt aan de lopende band gedeclasseerd en met de grond gelijk gemaakt om de beurs van reeds vorstelijke projectontwikkelaars nog meer te vullen. Eertijds verbindende straten – richtsnoeren in een waarachtige stedelijke matrix! – imploderen tot tamme woonerven waarin voetgangers onafgebroken aangevlogen worden door ideologisch bedwelmde cyclo-fascisten. Vertrouwde stadsgezichten ontaarden, na de verwoestende doortocht van de heraanleg-maffia, tot polaire steenwoestijnen waarin elke knusse gezelligheid uiterst verdacht oogt. Jawel, lieve lezer, we moeten burgers durven zeggen hoe het is.

Denken die compleet gedegenereerde stadsbesturen – die van Antwerpen in de eerste plaats – werkelijk dat ze ons “duurzaam” kunnen blijven wijsmaken wat ze willen? Denken die visieloze paljassen warempel dat ze wegkomen met hun afgezaagd veiligheidsdiscours? Menen die “biotoopslopers” dan werkelijk dat hun onderwerping aan de obsolete maakbaarheidscultuur nog enige geloofwaardigheid geniet? Echt waar? Er ontsnapt trouwens een behoorlijk ranzig bouquet uit die bestofte fles “veiligheidswijn”. Als het onze eigen verantwoordelijkheid en vrijheid betreft, dan is de (r)overheid er als de kippen bij om die in te perken. Maar wordt onze veiligheid ondermijnd door oorzaken buiten onszelf – zeg gerust: door “vreemde” oorzaken – dan blijven de gordijntjes van ’t Schoon Verdiep potdicht! Vrijdagavond 21 april 2023 was het weer prijs: op de Meir vocht vreemd bezinksel alweer een incivieke oorlog uit met deugdzame passanten, evenwel met dit niet onbelangrijk verschil dat er, eindelijk (!), ook omstaanders tussen beiden kwamen. Hoedje af voor hen! We moeten per slot van rekening de burgers durven zeggen hoe het is.

En ook de finaliteit van die betrachte veiligheid faalt fundamenteel! Uiteindelijk is het doel van de voedselveiligheid zekerheid verschaffen omtrent de herkomst van veilig voedsel, niet om het eten ervan onmogelijk te maken. Is het doel van arbeidsveiligheid het werk te veraangenamen met minder kans op ongelukken, niet om arbeid onmogelijk te maken. Is het ultieme doel van verkeersveiligheid vlot verkeer minder dodelijk te maken, niet om verkeer onmogelijk te maken. Kortom, het mikpunt is risicoreductie, en niet risicoproscriptie! Onheil en perikel horen nu eenmaal bij het leven zoals koekjes bij de koffie. Brandveiligheid heeft het knusse leven, tot op zekere hoogte, te behoeden, niet het onmogelijk te maken. Of rukken die spuitgasten slechts tevreden de kazerne uit als we met z’n allen roerloos in een kale bunker zonder brandbare stofjes onze dood zitten af te wachten? Ik vraag het maar omdat we de burgers toch moeten durven zeggen hoe het is.

Bomen, zeker als ze nog boom mogen heten, zijn als erfgoed: je sloopt ze niet ongestraft! Als neefjes van de mens verbinden ze ons naadloos aan een vruchtbaar verleden van waaruit we een doordesemde toekomst kunnen uitbouwen. Want de kans is groot dat die machtige boom er al stond toen we geboren werden en even groot dat hij er – zonder tussenkomst van het redeloze stadsbestuur – nog staat als we sterven. In die vertrouwdheid kiemt de intimiteit met en de zorgzaamheid voor de eigen biotoop, waaraan we middels zoveel herinneringen, levenslang gekneveld liggen, die ons maakt tot wat we zijn en ja, die ons een trots op de eigen stad verschaft. Vandaar dat men zegt: je kan het mensenkind wel uit zijn wezenlijke biotoop sleuren, maar die basisbiotoop niet uit het mensenkind. Als een stadsbestuur, schijnbaar zonder échte Antwerpse pedigree, het tegendeel van die leefwereld benaarstigt, onthult het een metallieke, cybernetische levensvisie zonder diepgang waaruit elke menselijkheid is verdampt. Wie dit tegendeel als bittere smaak op de tong wil proeven, rept zich zonder dralen naar het nieuw Zuid dat, nochtans hagelnieuw, als zielloze ruïne ligt te getuigen van een compleet gebrek aan visie. ’t Is maar dat we moeten durven zeggen hoe het is.

Bomenhaat

Bomenhaat dateert in Antwerpen niet van gisteren, maar breidt zich nog steeds uit. Het begon allemaal met parlementaire huisvrouw Mieke Vogels, van Groen nog wel, die zo nodig de Japanse kerselaars voor het KMSKA moest rooien. Officieel omdat ze ziek waren. “In het echt” omdat ze een geschenk waren van foute keizer Hirohito. Onder Patrick Janssens werden zelfs plannen gesmeed om heel het stadspark – de groene long van Antwerpen – te kappen wegens te onveilig! Alleen fel en verbeten burgerprotest, waarop niet werd gerekend, verijdelde deze zure krankzinnigheid. En wat geschiedde met de statige Leien, Operaplein incluis, is van een zodanig verwoestend kaliber, dat het je gelijk de woorden beneemt. Het boomchirurgisch argument werd opnieuw bovengehaald ter gelegenheid van de kap op de Charlottalei. Plots waren alle bomen ziek, toch volgens districtsburgemeester Paul Cordy, de ambivalente “Man for All Seasons” van de “partij der verandering”, die eender welk sofisme denkt verkocht te krijgen alsof hij het helemaal zelf bedacht heeft. Ja, we moeten het durven zeggen hoe het is.

Geworteldheid

Als die bomen al een onverbeterlijke kwaal met zich droegen, dan wel deze: ze waren ziek aan wortels, wat geenszins hetzelfde betekent als ziek aan “de” wortels. Geworteldheid – zeker als die zich manifesteert in een gemeenschappelijke geschiedenis – dáár leden de bomen aan! Het werd in het Antwerpen van de “Grote Verbinding” een hoogst ijdel woord, behorend tot één van de “nefandi” (daar waarover men niet spreekt) rond de collegetafel, de “lord Voldemort” van een smetvrezend beleid. Na de definitieve verminking van de Charlottalei werd trouwens meteen duidelijk waarom de bomen weg moesten: omwille van een biljartglad pad voor keizer fiets! En wat te denken van de Arenbergsaga? De afkeer van de geworteldheid kon niet groter zijn! Uitgerekend provinciale oude rot in het vak (nochtans fietsostrade-ambassadeur) Luc Lemmens stak het hachelijke “brandonveilige” vuur aan de zelfverloochenende lont, niet het stadsbestuur! We moeten de burgers toch durven zeggen hoe het is!

Wie in onze teerbeminde stad – of wat er nog van overblijft – nader rondzwerft, wordt niet zelden brutaal herinnert aan het vers van A.E. Housmann (1859-1936): “I, a stranger and afraid, in a world I never made.” Verander “world” in “city” en je hebt Antwerpen ten voeten uit. Volgende vragen wellen dan als vanzelf op: zou dit elders in Europa, bovendien goeddeels bevrijd van de Vlaamse kneuterigheid, ook zo zijn? Moet alle luister ook daar mordicus wijken voor een verkeerd begrepen nederigheid die de egaliserende bekrompenheid aait? Lopen daar ook biotoopslopers rond zoals een Paul Cordy, Oostendse “Plaat” (pladijs) van origine, die als een zelfverklaarde Neptunus uit de brandvrije en autoluwe Noordzee opsteeg en, spijtig voor ons, zijn vernietigende drietand in de Scheldestad plantte? Zitten daar ook burgemeesters met een vuurcomplex die elke vorm van gezelligheid, schoonheid en grandeur ondergeschikt maken aan de wel heel eenkennige blik op een brandveilig bestaan? Dat blijkt bij nader inzien danig goed mee te vallen! Dat moeten we durven zeggen! Want voorwaar, we zeggen alleen maar hoe het is.

Rome – Londen – Parijs

Europese steden zijn inderdaad niet vies van stedelijke oplossingen! Zo staan in Rome ongeveer een miljoen wettelijk beschermde “pini” (pinus pinea) of parasoldennen. Een aanzienlijk deel ervan werd trouwens geplant door het fascistische regime van Mussolini, dat de pini beschouwde als symbool van “Italianità”. Die pini worden echter bedreigd door een invasief insect, de toumeyella parviconis. Uitheems uiteraard, want de globalisatie maakt meer kapot dan de economie alleen! Eén boom redden kost 60 €. Totaalprijs: 60 miljoen €. In Rome trekt men dit bedrag er graag voor uit. The British Office for National Statistics berekende dat de bomenpracht van London een slordige 5,5 miljard € waard is, oftewel het bedrag gelijk aan de besparing voor de verkoeling van de stad. Nog volgens datzelfde Office voorkwamen ze met z’n allen een verlies van maar liefst 12 miljard € omdat er ’s zomers gewoon doorgewerkt kan worden. Om dezelfde klimatologische redenen besliste Parijs 170.000 nieuwe bomen aan te planten. Deze steden hebben klaarblijkelijk minder last van opdringerige spuitgasten met een ”beknotting” van het realiteitsvermogen. We moeten toch zeggen hoe het is, nietwaar?

En hoe zit het met de kleinere steden? Neem Kopenhagen, de stad waarvan het Turks zwelt in de broek van de doorsnee verkeersexpert: die stad lijkt na de aanplanting van 100.000 bomen – alleen al in 2017 en om nog steeds dezelfde klimatologische redenen – wel op een groene oase. Ook daar kunnen de pompiers dus bij brand letterlijk, maar schijnbaar ook zonder problemen “de boom in”. Voor de cijferfanaten: Antwerpen is qua oppervlakte 2,3 keer groter dan de Deense hoofdstad (die dan weer een streepje meer inwoners telt). Ter vergelijking: in Antwerpen staan op straten en pleinen amper 59.933 bomen, als het al geen gras- en takkengeruis is. In parken nog eens 44.208. In Kopenhagen komen er dus op één jaar tijd meer bomen bij dan er in Antwerpen überhaupt staan. En dan pakt de webstek “Openbaargroen.be” er nog mee uit door de melding van dit schamele aantal te laten voorafgaan door de wel al te optimistische duidingsexpletie: “maar liefst.” Alsof er wereldrecords gebroken werden! Zeker in Europees perspectief sta je werkelijk nog meer versteld van dit gluiperig één tweetje tussen het college en de vuurvreters! We moeten toch durven zeggen hoe het is!

Rik Torfs

Rik Torfs zei het nog zo mooi in de Zevende Dag: “We zijn verslaafd geraakt aan zogenaamde experten om een echt debat te vermijden.” Of nog: “Het is enorm moeilijk om in ons land een discussie te voeren waarbij breder wordt nagedacht (…) voorbij het puur technische. (…) Diepere vragen kunnen we bijna niet meer aan.” Hij heeft overschot van gelijk! Waarom toch moeten net wij geboren worden in die hopeloos bekrompen vlek aan IJzer, Schelde en Maas, waar een burgemeester van een belangrijke stad het verdorie bestaat de complete afbraak van wat ons dierbaar is, de vernieling van wat gezellig en knus oogt en de sloop van wat er schoon en uitnodigend uitziet – zónder voor een keertje te verdrinken in stikstofcijfers na de komma of andere “klimatofobische” ongerijmdheden – nog “constructief en proactief” te noemen ook? Dit is werkelijk onuitgegeven! We moeten gewoon durven zeggen hoe het is.

Reken bovendien niet al teveel op die dubbeltongige en perfide belofte dat er na de heraanleg zelfs meer groen zal zijn. Dat kennen we ondertussen. Een aandachtige blik op zo’n mediatieke “tuinstraat” zegt voldoende! Doorgeschoten onkruid is immers nog geen boom en onverzorgd woekerend struweel geeft geen schaduw. Schijnt de zon twee dagen hebben we geen water en als het één dag regent, staat alles ónder water. Met klimaat heeft dit niks van doen, met politieke onkunde des te meer: de riolen in dit dol verkaveld Vlaanderen draineren namelijk alle water netjes naar zee. Gaan onze politieke uitblinkers zich wat op de borst kloppen als er midden in een stad twee “tuinstraten” met smoezelige ondergroei worden ingehuldigd. Enfin, eindigen we dan maar op z’n Antwerps: “Om stenen kloten van te krijgen!” Gelukkig dat de brandweer voor dit soort testikels niet met de ladderwagen moet uitrukken of we werden nog brandveilig gecastreerd ook.

Stel U nu toch maar eens voor, lieve lezer, dat we die bende politieke oerklunzen in ’24 echt zouden zeggen hoe het is?

**

STEUN ‘TSCHELDT

**