Jaren hebben ze erover gedaan, maar eindelijk is het de politici dan toch gelukt. De complete vernieling van de stedelijkheid is een feit! In Gent was het duo Mathias De Clercq en Filip Watteeuw er al ei zo na in geslaagd. Dan kon Antwerpen natuurlijk niet achterblijven. Nog nooit braakte de gebrekkige en wereldvreemde drang naar theoretische leefbaarheid zo’n “oer-wettische” bal onleefbaarheid uit! Geen jood die tegenwoordig niet jaloers door de stad struint bij het aanschouwen van zoveel bekakte “juridisering” van het gewone leven. In Antwerpen is men de reflex allang afgeleerd om bij het knellen van het kleinste teentje in een te nauwe schoen, de voet schier onbedachtzaam en reflexmatig te verzetten. Thans vraagt de Antwerpenaar zich best eerst af welk stadsreglement er ondertussen op dat impulsief “voetengedraai” van toepassing is, dagelijkse wijzigingen inclusief! Het parkeerbeleid dat in de stad vanaf 1 augustus van kracht wordt, is daar het summum van.
De stad kreunt al een wijl onder uitheemse marginaliteit en pathologische abnormaliteit. Nu wordt de laatste hand gelegd aan de verdrijving van het summiere saldo nog overblijvende vertrouwdheid. Alledaagsheid zat nog nooit zó in de contramine. En natuurlijk staan de twee meest afgezaagde smoezen weer prominent bovenaan op het lijstje van motiveringen: het klimaat en de veiligheid! Straks zie je geen normaal mens meer flaneren door de stad! Die hebben dan allemaal netjes het zinkende schip verlaten, de miezerigste muis incluis! Met het parkeerbeleid wordt de middeleeuwse antithese onversneden bereikt. Toen was de stad, binnen de muren, toevluchtsoord voor de periculeuze rand. De muren werden echter fanatiek afgebroken, op een paar stenen na die hoogst amateuristisch en zonder trots bewaard bleven in het krap en lijzig tunneltje, vernoemd naar Jeanne Brabants, de lenige ballerina die zich, wegens zoveel verkeerstechnische stroefheid in “haar” armzalig kokertje, al een meter dieper het graf in heeft gewoeld.
Thans wordt een gloednieuwe muur opgetrokken, dit keer niet van steen maar van roekeloze parkeerreglementen. De stad behoedt zijn omstreken niet meer tegen dreigend onheil maar wordt op steriele wijze van die omstreken geïsoleerd, om enkel nog een snelle dood te sterven. Bovendien Vlaanderenwijd! Op het winderige pleintje voor de Gesù, de kerk van de jezuïeten in Rome, wordt de legende verteld van de duivel en de wind die, ooit samen op stap, voorbij de kerk kwamen. De duivel bezwoer de wind snel even de jezuïeten van zijn gelijk te zullen overtuigen. De wind wacht sindsdien nog altijd op de duivel! Vlaanderen zou Vlaanderen echter niet zijn als het niet genadeloos zou kunnen variëren op dit thema. Italië en Vlaanderen hebben per slot van rekening altijd al een innige band gehad, ook voor wat betreft de minder prettige aspecten van het leven.
In onze contrei gaat het dan zo: “Sterke Jan” en het Vlaamse volk waren eens op stap toen er in Zaventem een paar bommen ontplofte, waarop Sterke Jan het volk beloofde snel “hellhole” Molenbeek te zullen opkuisen. Sindsdien zit het Vlaamse volk opgescheept met Lydia Peeters, de blauwe begijn uit Maaseik in “de” Limburg, die provincie waarin de ordehandhaving even traag gedijt als de gesproken taal, zoals we nog konden vaststellen n.a.v. de doortastende wijze waarop de volkomen illegale en milieuverwoestende “rave” werd aangepakt. Wie haar vlek wil terugvinden op Google Maps moet aardig ver inzoomen. Maar zij, helemaal alleen en zonder het minste draagvlak, ging de Turnhoutsebaan in de grootste stad van Vlaanderen eens “verfietsen”, si. Gevolg is natuurlijk dat het getto van Antwerpen, bij gebrek aan doorstromende zuurstof, al helemaal een verstikkend buitenland wordt. En dan is er de Koerdische hysterica Zuhal Demir, zonder pedigree in het cultuurrijke Vlaanderen van weleer. Zij weet geen enkel heet politiek hangijzer beet te pakken zonder zich in diepgang dervende smaad- en schimpbrokken te verslikken.
War on Drugs
En ook Antwerpen kent z’n variant op de Romeinse legende. Bart De Wever, boegbeeld van dezelfde “partij der verandering”, ging eens vlotjes de nultolerante “War on Drugs” lanceren. “Geef me een minuutje of twee”, blufte hij, “Ben zo terug!” Sindsdien zit de Antwerpenaar opgescheept met “toeristenschepen” Koen Kennis, die van het centrum van de stad een pretpark voor de (cruise)toerist en shopper maakte, maar kwansuis de bewoner vergat. Gevolg: geen ingezetene die er nog een spontaan, impulsief, onbevangen, ongedwongen en vrij leven kan leiden. Een schamel decennium Vlaams-nationalisme verslond elke vierkante millimeter publieke ruimte, dat gaandeweg degenereerde tot de “private ruimte van de overheid” waarin de burger financieel en fiscaal tot op de bodem kon uitgezogen worden. Bovendien werd de Antwerpse biotoop “en passant” en op de koop toe uiterst lichtvaardig in handen gegeven van liederlijk gedrogeerde betonboeren!
Men moet trouwens geen ingewijde zijn in de kleurenleer van Goethe om dit te hebben kunnen zien aankomen. Op Vlaams niveau was het “oranje” huisvrouwtje van Leterme, Hilde Crevits, al snel opgebrand, waardoor alleen de “geel-frenetieke” Demir en de “blauwe kwezel” Peeters overbleven. Geel en blauw geven samen het “groen” dat we nu ongewild en ondemocratisch, door onze strot geduwd krijgen, zelfs zonder dat die “fungusgroene” jokkebrokken aan zet zijn. In Antwerpen was de roes om zonder de Sossen te regeren demografisch wel heel snel uitgeslapen. “Geel” en “rood” versmolten alras terug tot “oranje”, nadat het echte “oranje” de deur werd gewezen. Dan volstaat uiteraard slechts een vleugje “blauw” om een schakering tussen “diepgroen” en “Maghrebijns bruin” te bekomen: de kleur van het te naasten woestijnelectoraat dat in zijn thuisbiotoop hoegenaamd geen affiniteit heeft met bomen en zich er, wars van de auto, bij voorkeur verplaatst op mishandelde kamelen.
Natuurlijk zullen er wel klepzeikers rondfladderen die het climacterisch warm krijgen van deze Copernicaanse ommezwaai! Meestal zijn dat trouwens dezelfde kleppers die zichzelf de groene hemel in mekkeren als de Vietnamese mango’s voor het gezonde slaatje net niet “just in time” bij de bio-boer arriveren of als ze een dag of twee de gelaatsverzorgende Australische kiwi’s moeten ontberen. Ze zouden terstond een spontaan bakfietsprotest organiseren als de uitgebuite Mexicaanse vrouwen niet snel genoeg de avocado’s voor hun gesmaakte guacamole geplet krijgen – uiteraard met de blote voeten, voor de ecologische voetafdruk, dat spreekt! En als de Flair – op grond van alweer een doorwrochte studie van een dubieuze sexgoeroe – aanraadt om de “wintervagina” sappig te houden met een vers dookliefde aardbei, staan ze zich de dag nadien al geforceerd te verbazen waarom er in het putteke van december geen Spaanse vruchten aan het assortiment worden toegevoegd: “Dat is toch niet meer van deze tijd”, krijten ze dan elkaar imiterend in nietswaardigheid!
En aan hun nieuwe “vriend” – reeds de derde pluspappa van hun bij een rist individualistische epicuristen bijeen geneukte kroost – hebben ze ook al niks! Die olijkerd zit zich nog liever, zelf-realiserend ver weg van de veel te vrij opgevoede “ettertjes” die de zijne niet zijn, te vermeien met de snoei van zijn persoonlijk Japans bonsaiboompje in z’n stadsveranda met exotische plantensoorten. Ach, U kent dat volkje wel, die kakelende groene kippen die er nog enkel in slagen beschimmelde eieren van die kleur te leggen; of de hanen die, met het hemd uit de broek en obligaat onverzorgde haartooi, het kraaien al een poos zijn afgeleerd. Zijn dat dan de “nieuwe Antwerpenaren?” Kraai maar niet te vlug victorie, vele van die betweters vertoeven slechts zeer tijdelijk in de stad: wanneer hun gesubsidieerde inkomsten het toelaten kiezen ze alras voor de rand of verder weg, waar ze een Vlaamse fermette met een onnatuurlijk gebeitelde gazon op de kop hebben weten te tikken. Van genetische stadslui is hier geen sprake!
De echte stadsmens
Die laatste soort, de echte stadsmens die aan dorps ressentiment geen boodschap heeft, is de échte zielepoot in onze tot ijskoude maatschappij verworden samenleving, zonder dat zij op enige tussenkomst van het discriminatiecentrum kunnen rekenen. Als straks familie of vrienden op bezoek willen komen, zal het gebruikelijke leven opnieuw enkel kunnen geleefd worden bij gratie van een Chinees-totalitaire overheid die alles digitaal en op voorhand geregeld wil zien, tegen betaling natuurlijk. Wie broer of zus wil verrassen, zal eerst langs de computermolen moeten, op het gevaar af dat dit onding weer net niet de keuzemogelijkheid aanbiedt die de stadsbewoner van doen heeft. Computer says no! Of: “Spijtig, lieve stadsbewoner, uw 90 uren parkeertijd werden reeds volledig geconsumeerd. Tot volgend jaar!”
En wat gaan de werknemers uit de rand doen? Van de “so-called” Engelstalige boetiekwijfjes in de verschillende “shoppingareas”, die bij het invullen van de “customer card” niet eens nog weten dat de straat waarin jij woont, net achter hun “trendy shop” gelegen is tot de dienstverlenende sector aan toe? Elke telefoon- of elektriciteitsmedewerker klaagt nu al steen en been over de autistische toepassing van de parkeerreglementen in Antwerpen. Even iets afgeven: de bon op! En het nachtleven dan? Dat was al sterk Maghrebijns geworden omwille van de vroegtijdige sluiting van “gewone” bruine kroegen voor “gewone” mensen. Nu wordt het glad onmogelijk gemaakt: iedere bezoeker de laatste tram op naar de P&R. Tenzij er gelammerd wordt natuurlijk! Het spontane, kosteloze leven? Allemaal niet meer van doen in de stad die pretpark werd met sluitingsuur!
Volgens Dirk Lauwers (UA) is parkeren nog te goedkoop en Griet De Ceuster (KUL) wist dat de parkeerlast vooral aan de bewoners zelf te wijten is. Mag het nog, aub? Of mag je nog alleen een auto bezitten als je in een natuurverslindende verkaveling “op den boeren buiten” woont? Uiteraard betreft het hier weer twee over het paard getilde “mobiliteitsdeskundigen” die van niks weten. Op 17 april schitterden drie burgemeesters in De Morgen: Bart Dochy (CD&V), Sanne Van Looy (N-VA) en Peter Reekmans (nu LDD, voorheen Open VLD), respectievelijk van de gehuchten Ledegem, Malle en Glabeek, onder de titel: “De mensen pikken het niet als wij de steden na-apen. Voor de deur kunnen parkeren is een meerwaarde in een dorp.” De steden mogen dus kapot en de mensen die erin wonen gestraft in de beurs, ook al is hun ecologische voetafdruk een aardig stuk minder groot dan op het platteland, waar meer met de auto gereden wordt, al was het maar omdat in de stad nog veel te voet bereikbaar is. Het tenenkrullend, onbezonnen en elders onuitgegeven stedelijk geknoei maakt de stad al jaren tot de geprefereerde zandbak voor gloednieuw aangespoelden. De gemeentelijke autonomie doet dan de rest. Vergelijkingen met het buitenland, waar performant openbaar vervoer de boel nog enigszins recht houdt, is daarom compleet uit den boze.
Het grootste gevolg van deze gruwelijke politiek van de stadshaat laat zich raden! Zij die het financieel kunnen of ondertussen cardiovasculair getroffen werden in hun stadshart, vertrekken en maken plaats voor nog meer vreemde spoeling, waardoor normale lieden nog meer van de stad vervreemden en eruit wegtrekken. Een vicieuze cirkel! Wat uiteindelijk rest, zijn “hangmat-afhankelijken” van het gevierde OCMW van de wereld. Bij 71% van de bevolking roept de politiek een negatief gevoel op, 18% ervaart niet minder dan walging. Maar veranderen doet er niks! Straks, zo rond 2025, heerst in de stad alleen nog een cultuuroppervlakkige vreemdheid. Wedden dat er dan een groenlinkse hen recht zal veren om op grond van een mapje demografische “cijfers en statistieken” te eisen dat de kathedraal een moskee wordt?
**
**