We horen al een poos dat het niet zo goed gaat met de honingbij. Nieuw is dat niet, al blijft de publieke respons op deze ecologische nachtmerrie toch een behoorlijk wijde vork bestrijken van absolute onverschilligheid tot eerder aandoenlijke empathie. Vanuit Europa zoemde men dat daar eindelijk wel eens iets aan mocht gedaan worden! Actie- en bewustmakingsplannen ogen op papier altijd wel zeer doortastend, maar daar slinger je nog niet meteen honing mee. Dus werd gekozen voor de meest afgrondelijke manier om het politieke geweten te sussen en het “probleem” te parkeren: de goede oude subsidiëringspolitiek. Men frutselt op die manier toch maar aan publieke fondsen die tegen “een bijensteekje” kunnen en we houden onze netjes gemanicuurde vingernagels proper. Vreemd genoeg – of helemaal niet zo vreemd! – speelden de gesubsidieerden zelf ook al met die idee! De “eigen portemonnee eerst”-gedachte bleek weer maar eens veel taaier dan vermoed kon worden.
Zelfs ons eco-communistisch staatszendertje, de VRT, opgericht om de ergste politieke onkunde ideologisch te verdoezelen, had al eens een kort artikeltje aan de materie gewijd (https://www.vrt.be /vrtnws/nl/2025/03/07/ingevoerde-honing-fraude-vreemde-suikers/), maar veel verder dan dat ging het nu ook weer niet. En omdat het over “inheemse” bijen handelde, was ook de partij Groen in geen bloemvelden te bekennen.
Wat is het probleem?
Wel, onderzoek heeft uitgewezen dat 40% van onze honing suikers bevat die er niet in thuis horen. Bovendien wees het onderzoek ook op de sterke aanwezigheid van uitheems stuifmeel. De groenen waren, zoals gebruikelijk als het woord “uitheems” weerklinkt, dolenthousiast, maar in feite zegt de studie onomwonden dat lokale imkers importhoning aan de man brengen alsof het lokaal geproduceerde Vlaamse honing zou zijn, wat wijst op onverbeterlijke fraude! De studie werd uitgevoerd door Wim Reybroeck, zelf imker en voormalig medewerker van het ILVO (Instituut voor Landbouw-,Visserij- en Voedingsonderzoek Vlaanderen).
Reybroeck achtte zich genoopt om de onderzoeksresultaten mee te delen aan de imkersbonden, waarvan de VZW KONVIB (Koninklijke Vlaamse Imkersbond) de grootste is. De reactie van de KONVIB bleek evenwel een stuk minder “koninklijk” dan verwacht. De tijding van Reybroeck viel er eerder op een ijskoude steen, want aan de behartiging van de belangen van de plaatselijke imker is de KONVIB reeds lang voorbij. Al jaren is het de gangbare praktijk dat de imker de vruchten van zijn arbeid verkoopt aan een klein groepje familie en vrienden. Genoeg om de kosten van zijn hobby te dekken of er zelfs een stuivertje of twee aan over te houden. De imker verdeelt daartoe zijn honingopbrengst over een aantal potjes en kleeft er een gepersonaliseerd etiket op. Zat de oogst toch een jaartje tegen (bv. omwille van bijenziekten) dan depanneerden collega-imkers graag met hun eigen honingoverschotten, die aan een zacht prijsje werden doorverkocht. Verheugd met de depannage vulde de onfortuinlijke imker zijn potjes en voorzag die van zijn eigen etiket, iedereen blij, iedereen gelukkig.
Een kleine minderheid van rotte appels onder de imkers, gesteund door de KONVIB, trekt thans met lege potjes en gepersonaliseerde etiketjes naar de honingimporteur, betaalt een goedkope prijs en verkoopt de vreemde bijenhoning op allerlei marktjes als artisanale Vlaamse honing.
Maar voor de KONVIB zag het zonet geschilderde tafereeltje er toch iets te sympathiek en idyllisch uit! De honing van de plaatselijke imker rook nog teveel naar Vlaamse bloemen en veel te weinig naar harde valuta. Niet de lokale imker werd daarom de focus van de KONVIB, maar de industriële honingimporteur! Zij produceren geen honing met vaderlandse bijenvolkeren, maar voeren de honing vanuit de verste landen op de wereldbol in. Big Business dus, ook al gaat dat geheel voorbij aan het doel van de KONVIB, d.i. een dam opwerpen tegen de bedreigingen voor de inlandse bij. Vandaar ook dat vreemdsoortige suikers en uitheems stuifmeel diep in de honing verscholen zitten. Een kleine minderheid van rotte appels onder de imkers, gesteund door de KONVIB, trekt thans met lege potjes en gepersonaliseerde etiketjes naar de honingimporteur, betaalt een goedkope prijs en verkoopt de vreemde bijenhoning op allerlei marktjes als artisanale Vlaamse honing. De consument en eerlijke imker worden bedrogen waar ze bijstaan; de industriële importeur, de beunhaas en de KONVIB horen de kassa rinkelen. Maar vooral: de Vlaamse bij wordt er niet beter van.
Natuurlijk stond het in de sterren geschreven dat de onderzoeksresultaten van Wim Reybroeck niet relevant werden geacht door de KONVIB, die zich slapend rijk blijft zogen aan de moederborst van vadertje staat! Dat de bij het daarbij moet afleggen tegen de beurs is slechts een bescheiden bagatel in het koninklijk draaiboek van de imkersbond. De bond strijkt, voor scholing alleen, goeddeels het meeste van de jaarlijkse 200.000€ (recurrent) op, die aan de imkerij wordt uitbetaald. Het Ministerie van Landbouw- en Visserij, waaronder de imkerij ressorteert, is op de hoogte maar doet niks! Patricia De Clerck (cd&v, 7 mandaten), administrateur-generaal bij het ministerie, weet drommels goed dat er klachten werden ingediend, maar verzet geen poot tot het gerecht uitspraak heeft gedaan. Opnieuw en alweer worden in dit Vlaanderen – dat wat het zelf doet, zogezegd beter doet – de koppen in het zand gestoken, terwijl niet eens is voorzien in kwaliteitsvereisten voor de opleidingen die twee ton per jaar kosten. Iedereen lesgever dus! En de politiek zag dat het goed was, klopte zich nogmaals op de borst en weet straks weer niet waarom haar beleid geen zode aan de dijk brengt.
Belangenvermenging
De zaak begint daarenboven echt een navrant sjoemelpoedel-aroma te verspreiden wanneer men in ogenschouw neemt dat het hoofd van één van de vormingscentra, ook ambtenaar is op het Ministerie van Wegen en Verkeer (dat zich heel toevallig in hetzelfde gebouw bevindt als het Ministerie voor Landbouw en Visserij), tegelijk voorzitter is van de Limburgse Imkersbond (LIB, als vzw lid van KONVIB), bestuurder bij diezelfde KONVIB, eminent lid van de werkgroep imkeropleidingen, bovendien zelf bezoldigd lesgever én niet geregistreerd imker die z’n honing op allerlei markten aanprijst. De belangenvermenging heeft z’n schoolvoorbeeld gevonden! Onder het motto ‘tegenwerken is ook werken’ behartigt deze ambtenaar niet zozeer de belangen van de imker, dan wel deze van enkelen in de KONVIB. Subsidieer er maar op los, nalatige overheid!
Ledenfraude
De subsidiestroom is ten andere afhankelijk van het aantal leden, wat de toenmalige voorzitter van het LIB in 2021 tot volgende, openlijke oproep aanzette: “Omdat onze subsidies recht evenredig zijn met het aantal leden van onze vereniging, zou ik jullie willen vragen om je partner in te schrijven als bijlid. Alvast bedankt!” De vraag blijft dan of de inwonende schoonmoeders met apifobie ook in aanmerking komen als “bij”-lid?
Maar de ledenfraude stopt daar niet. Binnen de schoot van de KONVIB werden een aantal provinciale scholingscentra opgericht, die allemaal, meer dan gezond voor hen is, gefixeerd zijn op de plakkerige pot subsidiehoning. Daarom blijken plots niet alleen de provinciale leden mee te tellen als lid van de centra, maar tevens alle leden van de scholingscentra in andere provincies. Op die manier kan het ledenaantal makkelijk verdubbelen of verdrievoudigen. Omdat subsidies (m. a.w. belastinggeld: dus geld van een ander) openbaar behoren te zijn, keken we even wat verder (cf. op https://lv.vlaanderen.be/voorlichting-info/voorlichting/vormingscentra/erkende-centra-naschoolse-vorming), en wat bleek: de KONVIB incasseert meer dan 90% van de subsidiekoek. Voor elk opleidingscentrum van de KONVIB geeft dat: De Kasteelbie (5.600€), de Antwerpse Provinciale Imkerfederatie (37.800€), de Limburgse Imkersbond (43.500€) en het Vlaams-Brabants Verbond van Imkersverenigingen (101.600€).
Het nog vrij jonge VBI (Vlaams Bijeninstituut) krijgt een slordige 19.300€. En wellicht wordt dit laatste instituut door “subsidieslurper” KONVIB te zeer als concurrent ervaren zodat de rangen worden gesloten. De bij en d’r korf kan de KONVIB worst wezen, als de eigen geldkorf maar gevuld blijft en daarom vangen de imkers mekaar onafgebroken vliegen af. Binnen de bond is het ondertussen “hommeles” (no pun intended). Tussen de oude krokodillen en de nieuwe luizen in de pels draait het dus niet meer zo honingzoet als weleer en dat hypothekeert uiteraard de dagelijkse werking. Aan politieke zijde blijft het vooralsnog muisstil, kijkt men zoals gebruikelijk de kat uit de boom en worden de “paraplu’s” strak open getrokken (’t Is toch maar gemeenschapsgeld dat in de slinger belandt). Niet zuiver op de “raat” allemaal! Misschien dat de bijen zelf eens hun gevaarlijke angels kunnen bovenhalen.