Het carnaval der decadenten
verpotte wijven, verwijfde venten.
Van rozerood tot blauw en paars:
de kleuren van een zieke aars.
Ze paraderen door de stad
met pluimen in hun schunnig gat,
testosteronvol Dolle Mina’s,
potsierlijke nepballerina’s
kwijlende tong half uit de mond,
ranzige stank van seks met stront,
van zweet vermengd met witverlies.
Hoe weerzinwekkend plat en vies
dat homoseksueel gezeik:
straks heeft de islam nog gelijk!
