De Slimste Mens van de Wereld en zijn niet zo Slimme Sletten

Hoelang gaat een reputatie in Vlaanderen mee? De vraag wordt des te nijpender wanneer men de wereld van politiek en amusement – beiden trouwens ten zeerste met elkaar verwant – een beetje tracht te volgen. Ooit, in een ver en grijs verleden, werden Karel De Gucht en Frank Vandenbroucke als “intelligent” versleten. En dat doet men, begrijpe wie begrijpen kan, nog steeds! De Gucht verslikte zich al danig in de Oekraïneoorlog en legde, bij zijn zelfingenomen doortocht in de Zevende Dag naar aanleiding van de begrafenis van de paus, de lat van de grenzeloze ignorantie en arrogantie wel héél erg hoog. Records werden moeiteloos verpulverd! Zelfs de altijd wollige Torfs had zichtbaar moeite beleefd te blijven: “Er zijn toch ook grenzen aan de dwaasheid,” moet hij gedacht hebben. VDB, van zijn kant, weigert als minister onder de controle van het parlement, nog steeds plompweg z’n coronamails openbaar te maken (lees het voorafgaande nog eens en bedenk dan, lieve lezer, dat ons land een democratie heet te zijn), maar bekent, even impliciet als onomstotelijk, schuld in datzelfde coronadebacle enkel en alleen door de zorgsector, als enig zogenaamd knelpuntberoep, te vrijwaren van de gouvernementele hakbijl.

Naar haast onvindbare miljarden zijn de zogenaamde bollebozen op zoek, maar de gemakkelijk reduceerbare posten op de begroting – met name migratie- en asiel – die hen toch de ogen moeten uitsteken, blijven niet alleen onaangeroerd, ze blijven zelfs onvermeld. En laten we dan nog maar zwijgen over de beschavingsarme en ongeletterde “gestampte boer” (mét excuses aan alle agrariërs), luisterend naar de naam Marc Van Ranst, die het klaarblijkelijk oogluikend vergund wordt, dartel huppelend buiten de grenzen van de wettelijkheid, een vernietigend privéoorlogje te voeren tegen alle beschavingsrijke en geletterde landgenoten die het bestaan met deze onverlaat van mening te verschillen. Van normvervaging gesproken! Reeds in 2009 kwam hij in opspraak door, als commissaris voor de Mexicaanse griep, de huisartsen zakkenrollers te noemen, maar werd voor zijn eigen “fouten van chaotisch beheer” door de toenmalige PS-minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinckx, vrijgesproken (weliswaar met een minuscuul blaampje). Jawel diezelfde Onkelinckx die, samen met haar echtgenoot Marc Uyttendaele, als geen ander weet hoe te eten uit publieke ruiven. Van Ranst en Onkelinckx: two of a kind! Nochtans blijft ‘s mans reputatie in “la Flandre profonde” schier intact en wordt datzelfde Vlaanderen, toevend in een acute staat van somnambulisme, door de Van Ransten en VDB’s van deze aardkloot naar de rand van de sanitaire afgrond geleid.

En hoe zit het met de reputaties in de amusementswereld? Da’s van hetzelfde laken een pak! Wie ooit een kleverig etiket kreeg opgeplakt, krijgt het er bijna niet meer vanaf gepulkt, een beetje zoals de boekenprijzen van de Fnac. Dat overkomt zeker ook Erik Van Looy! Hij moet ondertussen de bestbetaalde seizoenarbeider van Vlaanderen zijn. Van oktober tot december presenteert hij de “De Slimste Mens van de Wereld”, de rest van het jaar verdoet hij met beuzelingen. “S’amuser à la moutarde”, zegt men in het Frans, al vraagt dat bij tijd en wijlen toch ook weer iemand die hem eens flink door diezelfde mosterd haalt, hem dus een fikse bolwassing geeft. Vroeger was hij de filmregisseur die ook TV-presentator was, nu is hij de TV-presentator die ooit een paar succesrijke films maakte. Zijn laatste film dateert alweer van 2016 (“De Premier”). Nu maakt hij ze niet meer, maar bekijkt ze alleen nog. Dat kost ondertussen een behoorlijk grotere hap uit het budget voor de ondertiteling: vroeger werden zijn zelfgemaakte films ondertiteld in dikke, vette witte letters; nu kiest hij ervoor de bekeken films te ondertitelen met volle witte lijnen, die bij elke camera-wissel gezwind opgesnoven dienen te worden.

Als presentator van de slimme TV-format slaagde hij er hoe dan ook nooit in de titel van zijn programma op zichzelf te laten afstralen. Daar zit gewis dat gekunsteld “lachen als een hond die mosterd heeft gegeten” wel voor iets tussen. Maar in z’n vrije tijd blijkt hij evenmin “zo fijn als gemalen mosterd” te zijn. (Weer die mosterd!) Daar kan een Hongaars hoertje, werkzaam in de Vingerlingstraat, een aardige boom over opzetten. De Vingerlingstraat is een kort straatje in het Antwerpse Schipperskwartier waar lieden met een even kort lontje sinds kort geweerd worden. Het lekkere ding verkoopt er zich van harte als een volleerde Malle Babbe aan haast alle schooiers en soldaten die in het donker wel durven, wat overdag niet kan. Maar ze verkoopt zichzelf niet meer aan Erik Van Looy! Tijdens de werkuren sloopt de quizmaster namelijk al te graag alles wat van ver of dichtbij naar Orbán geurt. In zijn vrije tijd echter slinkt die weerzin voor alles wat Hongaars is klaarblijkelijk snel in het niet, zeker wanneer hij bij Orbáns volgelingen “met een gaatje meer”, dat gaatje ook wellustig wil plempen. Dat is voor Eric nu dus verleden tijd: teveel “witverlies,” zeker voor een vent van zijn kaliber en teveel perverse en hallucinogene fantasieën. Per slot van rekening houdt zelfs een Hongaars hoertje haar verkoopargumenten toch min of meer intact!

Met wat, zo klinkt de penetrante vraag, ledigt vliesvleugelige Erik (evenwel niet uit Bomans’ klein insectenboek) zich tegenwoordig dan op zijn vrije dagen? Het verlossende antwoord werd ons, niet eens zachtjes, in het oor gefluisterd door een jong gepensioneerde cinefiel die zich elke dag in en rond de UGC ophoudt. De Slimste Mens van de Wereld schijnt er zich nu tegen een resem niet al de Slimme Sletten aan te schurken. Met elke keer weer een ander sletje van vooraan in de twintig laat hij zich nu dagelijks in de bioscoop blikken. En iedereen zal het geweten hebben! Laatst sprong hij, stijf van de coke, pardoes achter de kassa om van zijn “sletje voor één dag” een fotootje te schieten. “O Erik,” kirde het piepjonge snolletje terwijl ze bijna uit haar kletsnat slipje vibreerde, “ga je die foto ook op Instagram zetten?” “Zeker niet, nee!” sloeg de slome Slimme tegelijkertijd én een jeugddroom én een premature hunkering naar ongerepte relevantie aan diggelen, “Mijn vrouw is het nog geen maand geleden afgebold, en die is nogal jaloers van aard,” voegde hij er zonder gêne aan toe. Het wicht weet wellicht niet eens dat nog voor de leeuw in de MGM-film luidkeels gebruld had, hij haar al drie keer in gedachten had bedrogen.

Ja, eens men in Vlaanderen een reputatie op de revers gespeld heeft gekregen, trek je die nog moeilijk terug uit het knoopsgat, ook al zit dat dingetje er al lang niet meer verdiend in te blinken. Intelligente politici, die toch al een poos het voorgeborchte van de seniliteit zijn binnengetreden, performante wetenschapslui mét een attitude, die toch onweerlegbaar hebben bewezen om, afgezien van een grote bek, bitter weinig wetenschap met zich mee te torsen en gevierde filmregisseurs, die al jaren aan de kost moeten komen met inspiratieloze en tot in het kleinste detail voorbereide “spontane humor-quizzen”… Ze blijven bejubeld worden, ze blijven evenzeer vraatzuchtig vreten uit de openbare hoornen des overvloeds. Het lijkt er sterk op dat zij zich duurzaam weten te verzekeren van de onvoorwaardelijke steun van televisiekijkend Vlaanderen dat zich, van de weeromstuit, onwetend in een soort mediatiek stockholmsyndroom opgesloten heeft. Kan er dan nog iemand verbaasd zijn over de incestueuze relatie tussen pers, politiek en entertainment? Kan het dan evenzeer nog opzien baren dat een even lullige als lijzige talkshow host ook wel eens graag z’n cyclopische tanden in de malse kont van een nieuwbakken partijvoorzitster plant? Elk volk, het is geweten, krijgt zonder uitzondering en finaal toch dat wat het verdient.