Diverse media berichtten de laatste tijd weer over de ‘not in my backyard’-mentaliteit: willen genieten van allerlei evenementen die ver van de rustige thuisplek plaatsgrijpen. Het is inderdaad des mensen eerder voor de lusten dan voor de lasten te kiezen. Toch lijkt in deze ‘alles moet kunnen en liefst steeds meer’-tijden het evenwicht zoek. Wie happenings opzoekt is cool, wie er hinder van ondervindt is een zure zak. De ‘festivalitis’ is daarenboven een overlopende emmer geworden. Er ontstaat zoiets als keuzestress bij al die concerten, tentoonstellingen, vernissages, blije buurtfeesten, babyborrels, housewarming party’s, jubilea, barbecues, herdenkingen en premature koffietafels.
Gazet van Antwerpen wijdde de afgelopen week een reeks aan het Antwerpse Eilandje. Zowel bewoners als bezoekers ervaren daar een verkwikkend vakantiegevoel als kers op de taart. So far so good. Toch bedenkingen: niet alleen wordt daar elke spleet gevuld met nieuwbouw maar bovendien is het al even de favoriete speeltuin geworden van zichzelf hip wanende feestvarkens met veel tijd en geld. Vele verontwaardigde reacties na het sluiten van dancings zoals Lima, Vaag, Roxy en De Shop deden uitschijnen dat het ‘bruisende’ uitgaansleven in Antwerpen is opgedroogd. Niets is minder waar. Wie ter plekke de sfeer ‘opsnuift’ komt meer tegen dan hij kan bezoeken of beleven. Bij ‘tScheldt wordt er nooit gezeurd als er te genieten valt, maar er wordt hier wel geluisterd naar terechte verzuchtingen van jong én oud bij onleefbare overlast. Deze nieuwe vorm van uitgaan veroorzaakt in meerdere Antwerpse wijken de nodige wrevel. ‘tScheldt trok dus naar het Eilandje.
Eenmaal de ‘buiten spelen’-nacht aanbreekt gaan alle remmen los. Wie tegen de ochtend wat frisse lucht wil proeven maakt wat mee. Het is bijvoorbeeld na de uitspattingen van het vrolijke volkje bepaald geen bloemzaad dat aan je zolen blijft kleven. De smurrie die de stedelijke kuisploeg na een nacht en een ochtend van losgeslagenheid moeten wegwerken is onoverzienbaar. De hoeveelheid braaksel die te bewonderen valt doet vermoeden dat het niet enkel om bezoekers uit Eigenbrakel gaat. De witte jongens en meisjes besteden gul de centjes van de papa aan de gekleurde medemens met het witte poeder. Als zombie kun je immers alles laten lopen zonder het je nadien te herinneren. Er circuleren filmpjes waarin waggelende jonge vrouwen hun gevoeg doen tussen de auto’s die ze daaropvolgend eens lekker beschadigen. Waarom? Omdat het kan! Ingangen van gebouwen worden omgetoverd tot wat lijkt op een Palestijns vluchtelingenkamp. Laten we ook het zinloze gebral niet vergeten dat galmt alsof de lichaamsopeningen van de zwalpende meute aangesloten zijn op geluidsversterkers. Met net niet scheurende stembanden worden de brokjes restslaap van de omwonenden meedogenloos weggehakt. Het karaoke-gehalte garandeert sowieso een weigering tot The Voice. De mensachtigen wier fatsoenbesef tot één gapende wonde is verworden, trekken een verloederingsspoor doorheen een stadsdeel dat beter was beloofd. De vechtpartijen vallen meestal tegen omdat er onder elkaar geen slachtoffers vallen. Dat zou de wakkere bewoners tenminste nog wat toeschouwerssoelaas kunnen bieden. Nu moeten die brave mensen zich tevredenstellen met het vooruitzicht op hun doorweekte post na een collectieve lozing in de brievenbussen.
De nachtelijke yogasnuiver is geen verheven Yoda met inzicht maar een sukkelaar zonder uitzicht. Enkel dankzij de lakse papa en mama die geen tijd of zin hadden in enige opvoeding van hun worp kan dit feestje blijven duren. En de politiek? Ach, een extra fietspad, een bloembak op een kaal plein, pseudo-inspraak over het publieke budget, een loopwedstrijd tussen truttige tentjes, veel meer dan dat moet je niet verwachten. Laat de linksen zich maar jeugdig voelen. De rechtsen, beducht om als pretbederver te worden weggezet, gaan tenminste over tot tijdelijke sluitingen. De dancings zijn helaas verworden tot oorden van verdoofde stilstand en innerlijke verveling. In de toiletten kunnen de snuifsletjes elkaar ongebreideld besnuffelen. En de knapen apen hun idee van stoerheid na.
Wat gaan deze modelouders van de toekomst nog over hebben voor hun kroost? Dit verhaal is er slechts een van de wel vaker voorkomende in Vlaanderen. Los van mogelijk nostalgisch geïnspireerd inschatten van hedendaags vertier zouden we met z’n allen best toegeven dat het hier niet gaat over een vrijgevochten levensstijl maar over een hulpeloze afwezigheid van stijl.
Pico Bello
***
Hoezo discotheken zorgen voor geen overlast? Steun ‘tScheldt!