Dan deed de Provincie Antwerpen eens wat goeds met een cultuurtempel en dan komt het beleid ervan plots in de klauwen van de stadsambtenarij. We hebben het over de Arenbergschouwburg. U weet wel, dat gebouw voorbij het hamburgerkraam op de zondagse Vogelenmarkt. Daar werd al eens een Franse zanger geprogrammeerd of cabaretier-arrivé Youp van ‘t Hek of iemand met een jong belegen theatermonoloog of een improvisatiegezelschap of een popster die in de verleden tijd zingt. De Arenberg verzorgde een repertoire dat elkeen aansprak en laat dat nu net de doodsteek zijn geweest. Te mainstream, te mannelijk, te oubollig. Alsof het publiek dat de zaal voldoende vulde louter uit necrofielen zou bestaan. Alsof de provincie onterecht de centen aan talenten besteedde.
Heimwee naar de Provincie: wie had dat gedacht na de kracht van verandering?
Deze provinciale tempel vol ongedwongen entertainment wordt nu te provinciaal in de visie van een vrouwelijke programmacoördinator. Het moet voortaan gedaan zijn met simplistisch vermaak van eigen bodem. ‘’Tis hier te laank blaank gewèst’, klinkt het in superieur Nederlands. Deze hysterica maakte flink van haar tak op een vergadering in de Arenberg eerder dit jaar. Aanwezig waren onder meer cabaretier Michael Van Peel en programmator Fokke Vermeulen. Deze laatste is de uitbater van café The Joker, dé kweekvijver voor comedy en thuisbasis voor Vlaanderens grootste comedians. Tijdens een hoopoplopende discussie over de te varen koers noemde de hysterica beide heren ‘racisten’ en in één beweging door The Joker ‘een racistisch café’. Te gek voor woorden, want de meeste artiesten bevinden zich immers in de antiracismehoek. Bovendien zette bijvoorbeeld de komiek Kamal Kharmach zijn eerste stappen op het podium van The Joker. Wat is het woord ‘racisme’ toch aan een gratuite inflatie onderhevig. Dat de doorgeslagen dame mee op het cultuurbeleid van de Arenberg weegt is een afschuwelijke gedachte en exemplarisch voor onze tijd. De nieuwe onzekere directeur wil op zijn beurt meer ‘urban culture’. Brengen de Roma en de Trix dat dan niet? Zijn de bekende Vlaamse artiesten die al jaren komen optreden niet straatwaardig genoeg?
Bij de Arenberg zijn ze ook verantwoordelijk voor de programmatie van het Openluchttheater Rivierenhof in Deurne. Daar kun je in de zomer over de koppen lopen, zo succesvol is het. Zal wel aan het aanbod liggen, zeker? Dat gaat nu veranderen. Afgelopen zomer trad de Matt Watts Group op als voorprogramma van Dead Man Ray. Na zijn fel gesmaakte optreden kwam Matt Watts achter het podium de eerder vermelde hysterica tegen die hem botweg zei: ‘ge hebt wel een goed concert gegeven, maar het zal toch de laatste keer geweest zijn dat hier nog een blanke muzikant wordt geprogrammeerd’. En dan te weten dat de Amerikaanse Watts een moeder heeft met Cherokee-wortels. Verbijsterend.
Ambtenaren zonder ambiance
Trouwens, de benepen megalomanie van Culturele Centra-ambtenaren over heel Vlaanderen spoelt aan tot ver voorbij het strand. Ze hoeven nooit wakker te liggen van cijfers: publieksaantallen, winstmarges, onkosten, vergoedingen, allemaal irrelevant voor hen wier loonzakje voor eeuwig en altijd goed gevuld wordt bezorgd aan het eind van de maand. Het risico ligt altijd bij een ander. Bepaalde artiesten met een artiestenstatuut kunnen tussen hun klussen door ongehinderd wat bekomen met hun uitkering als buffer tegen het echte leven. Zij worden door hun statuut niet opgejaagd door de VDAB. Een lastige cultuurschepen? Daarmee wordt eens duchtig gelachen, want die barbaar is na 6 jaar toch weggestemd of intern kaltgestellt. Bel je als commercieel theater naar pakweg C-mine, het CC van Genk, met de vraag of er interesse voor een populair repertoire bestaat, dan klinkt het steevast aan de telefoon dat ‘er enkel kunst wordt geprogrammeerd’.
Wie niet tot de vaste kliek behoort komt er niet in. ‘t Getouw’ in Mol, de Stadsschouwburg in Brugge en zovele anderen: hetzelfde verhaal. Hooghartige willekeur in plaats van heldere criteria. Het negeren van producties die niet passen in een bepaald concept is toch normaal, kun je denken, ware het niet dat deze gesloten wereld met zijn gepropageerde ‘open’ visie vooral een prettig aanvoelend zelfbesef oplevert voor de organisatie. Misschien moet de Vlaamse regering in dit warme nest vol kille harten maar eens een grondige reorganisatie van het CC-universum overwegen, niet om unieke kwaliteit op het podium te dimmen, wel om een unieke vriendenroedel achter het podium te ontmaskeren.
Het verhuren van muren
Wie de Roma in het Antwerpse superdistrict Borgerhout (ook wel Klein-Korea genoemd) wil afhuren kan dat meteen doen voor 10.000 euro. Stoelen, decor, catering, personeel, allemaal bij te betalen. Fijne vergoeding voor de overgesubsidieerde linkse cultuurtempel met zijn 400 onbezoldigde vrijwilligers. Als het CC Ter Vesten in Beveren de vzw De Baanvrienden niet had om de zaal te vullen met publiekstrekkers, dan zou men zich op een familiefeest van de artiest wanen. Hebben ze daarentegen in het CC van Oostkamp een volle zaal, dan breekt er volop paniek uit bij de suppoosten die dergelijke drukte totaal niet gewend zijn. Het commercieel theater in Vlaanderen doet het goed, maar het zou ook goed doen om eens enige waardering te krijgen. Mensen met een blij gemoed de zaal te zien verlaten is wellicht een brug te ver voor een culturele elite die de toeschouwers wil doen trillen zoals een uroloog niet eens vermag. Aan het eind van een tunnelvisie schijnt geen licht.
Pico Bello