Nu de gewone dokters hun deuren weer openzwaaien voor het lijdende publiek ging ‘tScheldt even rondneuzen in enkele propere wachtzalen. De enge kwalen en onappetijtelijke gebreken deden ons duizelen. Een niet-ontsmette bloemlezing om niet van te smullen:
Een sprokkelwijfje vol argwaan en artritis weigerde ons te woord te staan omdat ze saté had verstaan in plaats van satire en ze vertrouwde dat vlees niet. Een anorexiafiguur met afstervende beenderen trad haar ongevraagd bij. Ze vond de boeken van Pascale Naessens voer voor obesitas, ijverde al lang voor de erkenning van vaginisme als beroepsziekte en had genoten van de lockdown. Een ambtenaar van het Nationale Crisiscentrum had last van het Jeukende Anus Syndroom (JAS) en gaf dat grif toe. ‘Het is echter een niet-essentiële aandoening en daarom kom ik er nu pas mee langs’, voegde hij toe aan zijn communicatie. Inspirerend allemaal voor die gewone dokters.
In de wachtkamer van een andere gewone dokter lag een exemplaar van het naslagwerk ‘Vuile manieren in tijden van corona’ van psycho-welzijnswerkster Labia Bilnaet uit Grobbendonk. Een instant-klassieker als je het ons vraagt. Een jongeman met jeugdbrand kreeg de pagina’s moeilijk omgebladerd. Hij was een liftknaap in een high tech-bedrijf en had een gezwollen duim van het drukken op de knoppen. ‘Tof dat ze die oude beroepen heruitvinden, hè meneer’, tsjilpte hij. Een struise kuisvrouw nam antidepressiva nadat een stalker haar maandenlang had aangezien als Meyrem Almaci. ‘Die kerel wou mijn boezemvriendje worden’, legde het fors vrouwmens omstandig uit. ‘Ik had hem ontmoet tijdens de groepspedicure in ons dorp en ik dacht eerst dat hij met mijn voeten wou spelen. Ik ben dan wel een Groene maar geen Turkse’, zo waagde ze zich op een politiek minder correct pad. Een stille idealist mengde zich niet in het gesprek omdat hij een lelijke tonginfectie had ontwikkeld na te veel ansjovis. Zo stond vermeld op de afgedrukte mail van zijn homeopathische vriendin. Gelukkig zijn er gewone dokters voor al dat leed dat niet gestelpt had kunnen worden.
In de laatste wachtzaal bij de gewone dierenarts zat een Deliveroo-held met een Franse buldog die een hazenlip had. Een bejaarde modejournaliste kwam informeren naar een nieuwe knie voor haar St-Bernardhond. Een dokwerker met een suikerzieke cavia en een geborgenheid afwijzende single die een lymfedrainage voor haar poes nodig had, stonden buiten te wachten om de social distancing breeduit te respecteren voor het geval dat de VTM hen kwam filmen. Volgens ‘The Encyclopedia of Human Behavior’ uit 1970 van Robert M. Goldenson, toenmalig professor psychologie aan het Hunter College in New York, betekent ‘social distance’ de graad van sympathie en aanvaarding die tussen groepen bestaat. Een kwestie dus van status, klasse of zelfs ras. Behoorlijk racistisch, die coronamaatregelen van onze experten. Dan toch maar beter langsgaan bij een gewone dokter.
***