In de beginjaren 2000 was Knack niet alleen een groeiend nieuwsmedium, het was ook het erotisch afrukboekje voor intellectueel Vlaanderen. Een van de meest bevlekte pagina’s van die tijd was de satirische column van huishumorist Koen Meulenaere. Maandenlang figureerden op zijn pagina de lotgevallen van zijn muze, de Edegemse CD&V politica Mia De Schamphelaere. Zij was zijn Miss Verzengend Zand. Hij beschreef haar het liefst zittend op haar knieën met haar rug naar hem, haar billen in de lucht, gewillig en ontvankelijk.
De strijd van Meulenaere was de strijd van enkele heren concurrenten die ook aasden op de billen van Mia, zoals daar waren Walter Pauli van De Morgen en Walter Clippeleyr van Het Volk. Het moet gezegd, Meulenaere voerde zijn strijd op ongeëvenaarde wijze en de verkoop van Knack ging door het dak.
Terwijl Mia haar imago van rijke katholieke kwezel tot in de puntjes verfijnde, wetende dat dat een verschroeiend effect had op mannen met een zwak voor katholieke kwezels, kwamen haar vrouwelijke genotsonderdelen tot volle rijping onder vele lagen merkkledij. Pas na haar 40ste schonk ze haar lichaam als een smeuïge Camembert aan Walter Clippeleyr van Het Volk. Het betekende het einde van de verafgoding van Mia in Knack, en het einde van de satirische carrière van Meulenaere. Hij verliet Knack om postkamermedewerker te worden bij de Tijd.
Terwijl het testosteron opdroogde bij Koen Meulenaere vloeiden de sappen rijkelijk bij Mia De Schamphelaere. Haar door Meulenaere in de hemel geprezen seksualiteit veroorzaakte een oestrogene slijmlaag die haar in alle mogelijke houdingen deed drijven naar macht en rijkdom. Machtige mannen, bij voorkeur met Romeinse boorden, openden deuren naar weelderige katholieke paleizen en gaven haar zitjes in raden van bestuur alsof het kleurrijke snoepjes waren uit blikken Quality Street dozen.
Maar Mia was niet alleen een katholieke kwezel, ze was ook een overtuigd royalist. Walter Clippeleyr mag dan haar liefdesgrot hebben ingenomen, een waarlijk orgasme explodeert bij Mia in het hoofd en niet tussen de lendenen. Op haar ultieme verlanglijstje stond sinds Mia’s kind-zijn het koningshuis net onder het nirwana van het Vaticaan. Mannen, eerlijk gezegd, stonden lange tijd gewoon niet op haar lijstje. Volgens geruchten, die zelfs Koen Meulenaere niet kende, zou Mia pas tijdens haar studententijd op de universiteit in het grote geheim een periode van algehele oversekstheid hebben gekend waarbij ze een voorliefde ontwikkelde voor ‘shokushu goukan’. Geëxalteerd door het beeld van de Japanse houtsnede “The Dream of the Fisherman’s Wife” dompelde Mia zich onder in de Japanse fetisj van ‘shokushu goukan’ of tentakelseks. Dat is geen seks met mannen, maar met levende inktvissen uit de viswinkel van Edegem. Wie Mia in die tijd tegenkwam en vond dat ze nogal veel moeite moest doen om zuigplekken te verbergen weet nu waarom.
Maar ‘tScheldt moet niet zoals Knack een blad voor onanerende intellectuele lezers willen zijn. ‘tScheldt moet de spot drijven met macht en machthebbers, en dat is exact de vijver waar oestrogene Mia al heel haar leven tracht in uit te monden.
Voor wat volgt bevond ‘tScheldt zich ook aan een vijver, een echte dan. Onder een majestueuze treurwilg aan de oevers van een landschappelijke vijver in het nietige dorpje Proven, deelgemeente van Poperinge, sprak ‘tScheldt een kenner die bereid was het kader te scheppen waarbinnen zich dit derde deel van onze reeks afspeelt.
Het koningshuis
In België staat op de hoogste positie van de pikorde van de macht het koningshuis. Het koningshuis smeert stroop aan de baard van hen die haar macht beschermen, intact houden of doen groeien via allerlei lintjes en medailles.
Er zijn nu allerlei truken om in de aandacht te komen van de absolute macht, dwz het koningshuis. Je kan bijvoorbeeld trachten te huwen met een familielid van het koningshuis, kijk naar Meghan Markle in Engeland. Geen betere manier om voor de rest van je leven mee te drijven op het slagschip van de macht. Of je kan een dansschool oprichten voor ‘kinderen met een kleurtje’ (niet onze woorden, maar de woorden van ‘Wablieft’ het overheidsorgaan voor begrijpbare taal) en dan met het geld een subsidie-imperium uitbouwen zoals Sihame El Kaouakibi, dat trekt ook de aandacht van de macht. Zelfs het koningshuis heeft allochtone excuustruzen nodig om te doen alsof al het goud en glitter dat haar omringt goed besteed is. Of, je doet alsof jezelf van adel bent, minstens door de adel aanvaard, omarmd en gekust wordt. Dat werkt ook bij de Koning en Koningin. Wij ‘blauwbloedigen onder elkaar’, dat soort van identiteitsversterkende gedachte.
En dat gebeurde rond Mia in haar katholieke machtsbastion.
Voor mij een “ Orde van de Malta” alstublieft
Enkele vrienden van Mia dachten de graal tot machtsdeelname gevonden te hebben door iets te doen wat zo ver af staat van de gewone burgers dat geen kat er een wenkbrauw van optrekt.
We schreven al dat Mia De Schamphelaere eerst lid en dan voorzitter werd van de ‘Kapel van het Lof’ een machtig ondergronds clubje van enkele eeuwen oud dat ontstond in de kathedraal van Antwerpen.
Een van de andere leden van deze schimmige club was een zekere Marc Provo, een man die doet alsof hij huisarts is, maar dat eigenlijk in het echt niet is.
Deze man was net zoals Mia behept met de gedachte zich in het zicht te kunnen rijden van het koningshuis. Het kon hem minstens een foto opleveren met de Koning of de Koningin voor in zijn living. Of indien hij het goed speelde, leverde het misschien wel een eeuwigdurend lint of medaille op.
Dus richtte deze man in Antwerpen een dikke 20 jaar geleden een orde op. De “Orde van Malta”.
Er was één klein probleempje. Er bestond er al een. Namelijk de échte Orde van Malta.
Die echte Orde van Malta is nogal een serieus ding. In het lang en in het breed heet ze voluit: ‘Soevereine Militaire Hospitaalorde van Sint-Jan van Jeruzalem van Rhodos en van Malta’.
In het Italiaans klinkt de Orde nog mooier: ‘Sovrano Militare Ordine Ospedaliero di San Giovanni di Gerusalemme di Rodi e di Malta’
Maltezer Ridders
De geschiedenis van de orde leest als een avonturenroman van de middeleeuwen tot nu. Zo ontstond de orde rond een hospitaal in de wijk Muristan in Jeruzalem. We schrijven 1021 of daaromtrent. Het hospitaal was gewijd aan Johannes de Doper. Vandaar dat de orde soms ook de Orde van Sint-Jan of Johannieter-orde wordt genoemd.
Het hospitaal verzorgde pelgrims en werd in het begin geleid door benedictijners. De koning van Jeruzalem veranderde de status van de hospitaalbroeders in 1113 in een militaire orde. Zo ontstond de “Orde van Sint Jan van Jeruzalem”. De ‘ridders’ legden wel de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af aan de Paus.
Door de invasie van koppensnellende Ottomanen en de terugtrekking van de Kruisvaarders moest de orde verschillende malen op de loop. Ze verhuisde van Akko naar Cyprus, van Cyprus naar Rhodos, van Rhodos naar Zuid-Italië om tenslotte dankzij keizer Karel V in 1530 een plek toegewezen te krijgen op het eiland Malta. Op dat moment begon men te spreken van de “Maltezer Ridders van de Orde van Malta”.
Dat was buiten de expansiedrang van de Engelsen gerekend die Malta inlijfden in 1800. De Orde verloor haar terrein en was weer thuisloos. Sindsdien is de orde alleen nog functioneel ‘soeverein’. De Orde heeft dus geen eigen grondgebied meer, maar wordt door 107 landen erkend als een soeverein orgaan volgens internationaal recht. België, overigens, erkent de soevereiniteit niet, wat soms tot vreemde spanningen leidt tussen het koningshuis en de politiek, waarover later meer.
De Orde bezit nog wel ambassades en residenties over heel Europa. De Orde beschouwt deze eigendommen als extraterritoriaal gebied. Het centrum van de macht bevindt zich vandaag in het Palazzo Magistrale of Palazzo di Malta aan de Via Condotti 68 in Rome, het paleis waar de vorst-grootmeester, zeg maar de Big Boss, van de Orde woont.
Momenteel heeft de Orde zo’n 13.500 leden die geholpen worden door een slordige 80.000 vrijwilligers en ca 42.000 betaalde medewerkers, hoofdzakelijk medisch personeel. De Orde houdt zich bezig met ziekenzorg en hulpverlening bij rampen en oorlogen. De Orde bezit en beheert wereldwijd ziekenhuizen en ambulancediensten, vaak in coöperatie met het Internationale Rode Kruis.
De Orde van Malta in België
De Orde heeft ook een Belgische afdeling. De Belgische afdeling van de Maltezer Orde is een vzw die in 1930 werd opgericht. De zetel bevindt zich in Schaarbeek, speerpunt van hellhole Brussel, in de Avenue Huart Hamoir nummer 43. En ofschoon ze al eeuwen oud is heeft de orde in België zelfs een emailadres: [email protected]
De echte Orde heeft niet alleen een poot in België maar ook een officiële vertegenwoordiger van de Orde bij de Belgische Regering. Dat is momenteel André Querton. Deze ex-ambassadeur hing zijn ambassadeurschap aan de haak nadat hij trouwde met een dame van en met Groot Fortuin. Dat laatste dient letterlijk genomen te worden. Vandaag stelt hij zijn netwerk en diplomatieke talenten ter beschikking van de Orde van Malta.
De voorzitter van de Belgische poot van de echte Orde van Malta is de geheel uit blauw bloed opgetrokken Graaf t’Kint de Roodenbeke. De familie t’Kint de Roodenbeke is wat men noemt een notabele familie, die aan de oorsprong lag van de zeven geslachten van Brussel.
De priester die de Orde begeleidt is niemand minder dan kardinaal Jozef De Kesel, de hoogste gezagsdrager van de Kerk in België.
In België behoren de leden veelal tot de adel. Het is een ondoordringbare club van blauwbloedigen met bloedlijnen over heel Europa en met directe toegang tot de voor- én achterdeur van het Belgische Koningshuis.
Wie gaat zoeken naar de leiders van de Orde van Malta in België wordt geconfronteerd met een circusonderneming vol adellijke families:
Bestuurders leden van het Directiecomité:
Graaf t’Kint de Roodenbeke, Voorzitter
Jonkheer Hubert Andre-Dumont, Coadjutor
Jonkheer Marc de Hemptinne, Kanselier
Burggraaf Bernard le Hardÿ de Beaulieu, Werkmeester
Graaf Jean-Pierre de Beauffort, Schatbewaarder
Bestuurders:
Graaf Christian de Briey, Bestuurder
Ridder Christian-Charles de Ghellinck d’Elseghem, Bestuurder
Jonkheer Ludovic Goffinet, Bestuurder
Jonkheer Franz van Rijckevorsel, Bestuurder
Gravin de T’Serclaes, Bestuurder
Baron Gauthier de Villenfagne de Vogelsanck, Bestuurder
Het belang van de Orde van Malta is in adellijke kringen niet te onderschatten. Blauwbloedigen vinden op de dag dat ze 18 jaar worden normaal drie dingen op hun bord bij het ontbijt: Eén, een bankkaart. Twee, de sleutels van een auto. Drie, de lidkaart van de Orde van Malta.
De valse Orde van Malta in Antwerpen
Het imago en de onuitgesproken macht van de Orde van Malta hebben ertoe geleid dat lieden die niet binnenraakten bij de Orde van Malta valse Ordes hebben opgericht om te kunnen genieten van dezelfde soort status, aanzien én netwerken als de echte Orde. Er bestaan momenteel niet minder dan 26 valse Ordes van Malta, waaronder dus die ene obscure Orde die gesticht werd door Marc Provo in de kruipkelders van de kathedraal in Antwerpen.
Het is evenwel niet altijd makkelijk om een valse Orde van Malta van de echte Orde te onderscheiden.
Dat is ook het geval bij de valse Orde in Antwerpen.
Maar ‘tScheldt zou ‘tScheldt niet zijn als het niet met X-ray ogen door valse statuten en fake oorkondes heen kon kijken.
In het geval van Marc Provo wist hij zijn valse Orde van Malta op sluwe maar excellente wijze in het land van de Belgische blauwbloedigen ingang te doen vinden.
Zo trad Provo lang geleden even in bij de benedictijnen. Hij verbleef toen in de benedictijnenabdij van Steenbrugge. Een niet onbelangrijk detail dat hem later van pas zal komen in de oprichting van zijn valse Orde van Malta. Maar even zo snel als hij was ingetreden, trad hij uit. Een hobbelige carrière van 12 stielen en 13 ongelukken later leverden hem toch enigszins de mogelijkheid op om met opgeblazen blazoen met chauffeur in Jaguar rond te rijden in Antwerpen. Perceptie is alles in de wondere wereld van valse orden, medailles en getuigschriften.
Om een valse Orde als echt te kunnen verkopen zocht Provo hooggeplaatste katholieken die hij aan de Orde zou kunnen binden. Provo wist dat met enkele goed geplaatste figuren uit de Kerk binnen zijn valse Orde, de Katholieke wentelwieken van de macht de rest van het werk voor hem zouden doen.
Zo keerde hij terug naar zijn benedictijnerverleden en sloeg erin om de abt van Malderen, dat is de abt van de benedictijnen in Dendermonde, te overtuigen om aalmoezenier van de valse Orde te worden. Een échte abt als aalmoezenier was een gedroomd uithangbord om de valse Orde stevig ingebed te krijgen binnen de Vlaams Katholieke Kerk.
Voor een goed begrip van wat komen gaat herinneren we de lezer nog even aan ons artikel van twee weken geleden.
Op 12 februari 1479 ontstond in de kathedraal van Antwerpen een gebedskapel waar men zich kon richten tot Moeder Maria, de Mariakapel. De uitbaters van deze kapel verzamelden zich in de ‘Gilde van Onze-Lieve-Vrouw Lof’.
Mia De Schamphelaere werd de eerste vrouwelijke voorzitter van de ‘Gilde van Onze-Lieve-Vrouw Lof’. Marc Provo was lid van deze kapel.
Maar net zoals er kapellen werden opgericht in de kathedraal werden er kapellen opgericht in de errond liggende kerken.
De valse Orde van Malta van de Sint-Jacobskerk
Op wandelafstand van de kathedraal ligt zo de Sint-Jacobskerk. De monumentale Sint-Jacobskerk dankt haar naam aan de apostel Jacobus. De kerk is dan ook de startplaats voor pelgrims op hun tocht naar het graf van Jacobus in Santiago de Compostela. In de kerk bevinden zich net zoals in de kathedraal een reeks grafkapellen van rijke families. De beroemdste grafkapel is die van schilder Peter Paul Rubens.
Het is in de Sint-Jacobskerk dat Provo de zetel van zijn valse orde van Malta plaatste, hoewel hij zelf lid was van de ‘Gilde van Onze-Lieve-Vrouw Lof’ in de kathedraal.
Provo doopte zijn valse Orde in een wijwatervat van Schone Valse Schijn en sloeg erin om zijn valse Orde voor echt te laten doorgaan door langzaam de ene na de andere grote naam uit de Katholieke Kerk aan zijn valse Orde te binden.
Zo kon hij rekenen op sympathie en steun van de pastoor van de Sint-Jacobskerk, Bruno Aerts. Aerts is niet de minste. Hij is vicaris-generaal van het Bisdom Antwerpen. In een vorig artikel in ‘tScheldt brachten we al dat Bruno Aerts wegens zijn geaardheid zijn benoeming tot bisschop misliep. Het is voor kenners vreemd te zien dat Aerts de valse Orde van Malta met zoveel égards ontvangt in zijn kerk, omdat Aerts lid is van de Orde van het Heilig Graf, een gelijkaardige Orde als deze van Malta. Leden van de Orde van het Heilig Graf, een Orde van het Vaticaan notabene, worden verondersteld genoeg brains te hebben om echte van valse ordes te onderscheiden, vooral als het gaat om de Orde van Malta.
Kenners weten wanneer ze met omhoog gevallen leden van een valse Orde van Malta te doen hebben door bijvoorbeeld naar het revers van de mannen te kijken. Daar zit als het goed is een ‘Rosette de Boutonnière’. In het Nederlands spreken we van een knoopsgatversiering of rozet, het is een ordeteken dat aangeeft welke graad iemand in een orde heeft. In tijden die wij ons niet meer kunnen voorstellen werd ooit bedacht dat het onbevoegd dragen van zo’n ereteken strafbaar is. En dat is het in theorie vandaag nog steeds. Leden van de echte Orde van Malta dragen een rozet van zwarte kleur met daarin een wit kruis. Leden van een valse Orde van Malta dragen doorgaans een rode rozet met wit kruis. Zij weten dat als zij betrapt worden met een zwarte rozet zij in principe strafbaar zijn.
Marc Provo uit Antwerpen wilde met zijn rozetten zo dicht mogelijk het origineel benaderen en creëerde voor zijn valse Orde van Malta een zwart met rode rozet.
Pittig detail, omdat België de Orde van Malta niet erkent als een soevereine staat, is het in principe verboden om een ereteken van de Orde van Malta te dragen op Belgisch grondgebied. Oogluikend wordt toegelaten dat leden van de Orde van Malta dat wel doen, omdat het een van de belangrijkste onderscheidingen in de Katholieke Wereld is waar de Belgische koningen altijd al dol en trots op zijn geweest. Zo huwde voormalig koning Albert met slechts één ereteken om de hals, de Orde van Malta.
Provo is vandaag niet meer de leider van zijn valse Orde. Dat is op dit moment Jan Engels, notabene de conservator van de ‘Gilde van Onze-Lieve-Vrouw Lof’ in de kathedraal. Om Jan Engels geïnstalleerd te krijgen als hoofd van de valse Orde werd een oude vriend van Mia De Schamphelaere van stal gehaald, met name Monseigneur Bär uit Nederland. Het was deze Bär die door Mia werd ingeschakeld om bij haar ouders te gaan pleiten te kunnen mogen huwen met veeltrouwer Walter Clippeleyr die er al drie huwelijken had opzitten voor zich te vergrijpen aan de rijpe boezem van katholieke Mia.
Bär kwam naar de Sint-Jacobskerk in Antwerpen om de installatievergadering van Jan Engels op te smukken als nieuw hoofd van de valse Orde van Malta. Bär moet in zichzelf goed geweten hebben dat hij meespeelde in een katholieke poppenkast want Bär is zelf de hoogste religieuze vertegenwoordiger van de echte Orde van Malta in Nederland.
Om het plaatje van de valse Orde helemaal op te smukken zorgen de leden van de valse Orde ervoor dat ook bisschop Johan Bonny van tijd tot tijd de mis komt doen voor de Orde in de Sint-Jacobskerk. Bonny weet maar al te goed dat hij dan opdraaft in een katholieke klucht want Bonny is grootofficier in de Orde van het Heilig Graf, een hoog aangeschreven Orde van het Vaticaan waarvan we al schreven dat de leden verondersteld worden te weten hoe een valse orde eruit ziet zeker als het over de Orde van Malta gaat.
Conclusie
Het heen en weer druisen van rokken en kazuifels van mannen met macht in en rond de valse Orde van Malta hebben ertoe geleid dat de valse Orde van Malta in Antwerpen voor velen is beginnen aanvoelen als echt. Daardoor gingen ook de deuren naar het koningshuis open en konden leden van de valse Orde op regelmatige basis aanschuiven bij koninklijke evenementen. En dat was exact wat de bedoeling was geweest van de oprichting van de valse Orde van Malta in Antwerpen, kunnen aanschuren bij de échte macht. Het verlangen om lintjes, schouderklopjes, en medailles te krijgen uit handen van de Koning en de Koningin was voor sommigen even verslavend en bedwelmend als de lichaamsgeur van Mia De Schamphelaere voor Koen Meulenaere, Walter Pauli en Walter Clippleyr. Deze laatste tenslotte, is ook het trotse lid van een valse Orde van Malta.
**
ILLUSTRATIES

*

*

*

*

*
*

*

*

*
Illustratie bovenaan artikel: Mia De Schamphelaere en Walter Clippeleyr, de kwezel en de duivel
*
LEES OOK de eerste 2 delen in deze reeks:
De verschroeiende ambitie van een katholieke kwezel (1)
VOLGENDE AFLEVERING: donderdag 8 april 2021
***