In de beerput van verloren zielen – die “Belgische regering” heet – galmen de krijsende stemmen van Sammy Mahdi en Vincent Van Quickenborne vooralsnog luid en vilein, zoals “narren met een plan” dat gewoon zijn te doen.
**
Als perfide politieke replica’s van het olijke duo Quick en Flupke verzinnen ook Quick en Mahdi (“Flupke” klonk té vertrouwd) steeds weer averechtse antwoorden op simpele vragen en zijn hun oplossingen aanzienlijk veel erger dan de rijzende kwaal.
Onder het motto: “Hoever de leugen ook mag strekken, als ze de waarheid maar kan bedekken”, trekken ze ten strijde tegen elke evidentie die hun pad kruist. Als povere Pinocchio’s van het houterige geklungel, voelen ze bij elke leugen die op het volk wordt loslaten, hun lamlendige lichaamsleden zwellen. De neus echter nog het minst: die weet zich enkel nog te krullen bij zoveel stomende eigenwaan!
Lijdend aan het ingebeeld gelijkheidssyndroom, hebben beiden zich tot doel gesteld te vechten tegen elk opdoemend “overtal”, in welke cijfers dan ook, van de splinternieuwe Vlamingen. Overtal bij potverterende leefloners, bij sociale woninghuurders, bij overlastverwekkers, bij exploderende of koppensnellende terroristen, bij corona-besmetten én dito doden, bij criminelen en gevangenen … Geen vastgesteld overtal, of het wordt door Quick en Mahdi verzwegen en bestreden! Gelaarsd en gespoord wedijveren ze in de benauwde loopgraven van de wazige woke-werkelijkheid als waren ze die twee soldaten van weleer – de ene potdoof, de andere stekeblind – die schieten op alles wat gedempt ritselt of verdoken beweegt; de ene informerend of hij geschoten heeft, de andere graag vernemend of hij iets geraakt heeft.
Die twee piotten van toen echter schoten tenminste nog op de vijand! Maar dat doen Quick en Mahdi allang niet meer! Compleet gedesoriënteerd in tijd en ruimte hebben ze zich gekeerd naar de eigen geledingen en knallen de laders van hun schietijzers leeg op vriend veeleer dan op vijand. Zoals steeds bij progressieve bloedhonden op jacht naar een paar verdwaalde conservatieve stemmen, bekennen ze zich verbaal tot het rechter kamp, maar raken oeverloos verstrikt in een onmiskenbaar links handelen.
Neem nu Quick. De koppen van enthousiaste leerkrachten mogen rollen tot onder z’n geraffineerde Chesterfield; beminnelijke moeders, nochtans van allochtone oorsprong maar geen trotse bezitter van een islamitische “license to kill”, mogen op beestachtige manier afgeslacht worden of de sociale media mogen op hun inmiddels totalitaire grondvesten daveren van de jihadistische vervloekingen en verwensingen aan de Europese cultuur en leefwijze, de “hate speech”-wet van kluchtige “Quick” zal evenwel slechts die gemoedelijke en aloude staatsburgers viseren en treffen die het – O tempora, o mores! – aandurfden, beduusd en stomverbaasd, deze gruwelijke barbarij te hekelen en te veroordelen.
Bij snuggere Sammy is het al eender! Hij ging (vrijwillig) uitwijzen. Nog geen kwartaal later bivakkeert hij in een berghut, een stuk hoger het ijle gebergte in dan tot waar zijn intelligentie reikt, en het scherp is al van de snee. Populistische beloften worden als vanouds terug averechts ingelost. Want wie werd al uitgewezen? Vijf dwaze Denen, aanhangers van de rechtse Rasmus Paludan, gewezen politicus en ex-lector aan de Universiteit van Kopenhagen, die in Sint-Joost een koranverbranding wilden organiseren. Zij heetten aanhangers van een haatprediker te zijn. Haat-“prediker”? Werkelijk? Komaan zeg! De boodschap mag duidelijk zijn: kijk naar de splinter in het eigen en vergeet het bos baobabs in het vreemde oog!
Een paar kilometer zuidwaarts, in Elsene, werden 3 agenten tijdens een coronacontrole arbeidsongeschikt geschopt; de daders lopen al terug vrij rond. Dit is slechts één van de 11.865 gevallen, vorig jaar alleen al. Uitwijzingen? Iemand? Ondertussen worden elke vrijdag in de plaatselijke garagemoskee honderden, zo niet duizenden, verziekte gelovigen door échte haat-predikers opgezet tegen al wat westers is; worden jeugdige, vaak naïeve, meisjes polyvalent door een kudde kameelmenners verkracht; worden in Zuid-Oost Vlaanderen kinderen door dezelfde soort vernederd en onteerd, mishandeld en afgeranseld. Hier al van uitwijzingen gehoord? De teller staat nog steeds op nul! Maar een handvol dolle Denen, niet eens modelburgers, eerder schelmen, maar wel Europese schelmen, dienen als voorbeeld voor het doortastende beleid van morbide Mahdi, die ingeburgerde islam-terminologie voor de voeten gooit van de eigen goegemeente.
“Quick en Mahdi”, de boemerang-excellenties die eerder vrienden zouden neermaaien dan de vijanden kordaat tegemoet treden, ontpoppen zich al na amper een maand tot de twee Catilina’s van het federaal gouvernement. Harde beloftes en toezeggingen smelten als boter tot de malse en valse moes van hun tegendeel. Veel sneller nog dan gevreesd! Laten wij dan de rol van Cicero op ons nemen en uitroepen: “Quousque tandem abutere, Catilinae, patientia nostra?” (Hoelang nog -verraderlijke – Catilina’s, gaan jullie ons geduld nog misbruiken).
***