Cinema in de Cinema

Ooit gingen we naar de cinema om op het scherm de wereld te zien, onze blik te verruimen en te proeven van de voortreffelijk verfilmde klassiekers uit de literatuur; nu zien we de wereld ook nog in de cinema, niet meer op het scherm evenwel, maar in de zaal zelf, aan het popcornstandje of zelfs al aan de kassa.

Aan blikverruiming wordt enkel nog in negatieve zin gedaan en aan voortreffelijke verfilmingen komen we niet eens nog toe. Waar het scherm ooit de hemel liet zien, toont de zaal nu de hel: de multiculturele hel waarin we dank zij het extreemlinks gepamper van goor gespuis terecht zijn gekomen. Geen bioscoopzaal valt tegenwoordig nog te betreden zonder kiemvrije overall, niet omwille van het door de farmaceutische sector en haar omgekochte paladijnen opgeschroefde covidvirus, maar omwille van de regelrechte bacteriologische oorlog die er door de vijfde colonne “verrijkers” en nieuwkomers onafgebroken wordt gevoerd.

Wie als uit de kluiten gewassen dorper het probleem enkel zoekt te midden van de poorter, komt er al even bekaaid af! Geen bioscoop in landelijker gebied is nog veilig voor het vreemde grondsop dat ongeveer alle soorten van smeerlapperij in de zin heeft, behalve genieten van een film. Zaal Siniscoop te Sint-Niklaas had ook al prijs. Tijdens de vertoning van Smile, de horror-ervaring van 2022, druppelde middels een groepsticket veel te jong bezinksel uit de multiculturele “poepdoos” door middel van kleine spetters de zaal in, om nadien tot een bolus van wel 50 man samen te smelten. Eens de flapdrol groot genoeg was – zo zijn die excrementen van de inclusieve samenleving wel! – begonnen ze amok te maken. Roepen en tieren, belagen en bedreigen… het gamma aan vunzigheid en rotstreken is bij dit soort schier onuitputtelijk! Zo erg zelfs, dat kleine tienermeisjes haast bij deftige heren op schoot kropen om een beetje bescherming te genieten tegen ’s werelds schorem en geteisem uit den vreemde. De film werd stilgelegd, het publiek kreeg een rain check. De security kwam weliswaar ter plaatse maar kon niks beginnen. Vechten tegen de allochtone bierkaai torste nog nooit zo een paralyserende connotatie van machteloosheid met zich mee.

Dat laatste is natuurlijk een maatschappelijk probleem! Geen leraar die je niet kan vertellen dat uitheemse, nog minderjarige koningszoontjes, als ze al een Nederlandse zin uit de strot geduwd krijgen, die meestal aanheffen met het verbindingswoord “maar”. Voor alles een smoes om niet te doen wat ze moeten doen, voor alles een reden om ergens onderuit te muizen. En al zeker als de dominante culturele eigenheid van het volk, dat hen zonder tegenprestatie en onvoorwaardelijk de kost blijft geven, verhindert een vuist te maken tegen het eeuwig profiteren en parasiteren. Als dan thuis ook op geen enkele manier weerwerk wordt geleverd omdat moeder in die milieus door de bank genomen nog een vrouw is – voor de feministen zit dit alles nochtans heel erg “snor”! – en vader voor de opvoeding van zijn kroost het theehuis niet uitkomt, stroomt vroeg of laat de platte drek vanuit de morsigste rioolgleuf toch de publieke ruimte in.

De pedagogische tik hebben we afgeschaft. Wordt het echter geen tijd om de “integratieve tik” uit te vinden? Sint-Niklaas is immers geen alleenstaand geval. In zuidoost Vlaanderen kreunt men onder het allochtonengeweld! De scholier die daar nog niet door primitief ingevoerd addergebroed in elkaar werd getimmerd, brengt er ondertussen, vanwege zijn unieke zeldzaamheid, al veel geld op! En ook in de Scheldestad – hoe kan het anders? – is “een leuk avondje naar de film” een even groot curiosum geworden. Wij spraken met enkele lieden tewerkgesteld in de UGC. Het leverde verhalen op uit het échte leven – niet uit de ivoren deugtorens van de politiek of journalistiek geprivilegieerden – die je naar adem doen happen! Zijn we inderdaad al zo laag gevallen? Een horrorfilm schijnt ook bij de UGC een vreemdsoortig brutaal en insolent crapuul aan te trekken. Er wordt heel de film door gesmeten met frisdrank of popcorn; niet ingehouden darmgassen drijven er het lookaroma op tot onaangenaam, ronduit verstikkend peil en de beleefde vraag om stilte wordt er beantwoord met nog meer uitstoot van carcinogene keelklanken.

Kan het nog erger? Maar natuurlijk: u vraagt, wij draaien! Laatst stonden er zeven minderjarige meesterbreinen – kerels die onze economie gaan redden – aan de kassa van de bioscoop te eisen dat de security werd geroepen, want ze kwamen die overtrainde Michelin-mannekes eens blind in elkaar hengsten. Daags voordien had de beveiliging een broertje van dit geboefte meer dan terecht bij zijn slaapjurk gegrepen en buitengezet wegens aanhoudende ordeverstoring. Geef toe, dat konden die “Afgod-buigers” niet over zich heen laten gaan. Het liep gelukkig uit op een sisser: de beveiliging had uiteraard geen schrik van dit schorem. En dan hebben die makke “Leo’s” natuurlijk meteen “de job van hun leven” gevonden”. Zelfs de illegalen schijnen hun vaste plek in de cinema te hebben: geregeld komt zo’n overgezwommen exemplaar onverschrokken zijn drassige keutel achter een of andere deur droppen. Het personeel kijkt er allang niet meer van op. Heel spijtig voor de bioscoop, maar ik wacht vanaf nu toch liever op de DVD-release. Ik wil nog steeds de grootsheid van de wereld op het scherm zien, maar ik pas feestelijk voor haar smerigheid in de zaal.

**

Illustratie: vandalisme in Siniscoop, Sint-Niklaas

**

STEUN ‘TSCHELDT

**