De Ontaarding van ’t Schoon Verdiep

Ze zijn stapelzot geworden op ’t Schoon Verdiep! Of het zot van de zuip, zot van de coke of zot van ’t wippen is, blijft onduidelijk. Maar zot van glorie in ieder geval! Dat staat nu echt wel onwrikbaar vast. Wat voor een verderfelijke bende ezelsveulens zwaait daar tegenwoordig, begot, de scepter? En Weverke in het voor hem geschreven boekske maar uitpakken met zijn “hart voor Antwerpen.” Dat bleek dan niet meer dan van ijskoude en bloedeloze steen te zijn. Van “dalsteen”, om precies te zijn! “Wie [de stad] het hof maakt, krijgt er nooit genoeg van”, durft hij zonder gêne schrijven! Maar wie versiert er nu vrouwen in een confectiepak dat al 36 keer versteld is? Daar vallen toch alleen persoonlijke assistentes van Turkse komaf voor! Wel, met steden is dat ongeveer hetzelfde. Ja, een beetje “proper zijn op uw eigen” helpt de liefde aanzienlijk vooruit!

Carolus Borromeuskerk

Waarover gaat het hier? U heeft het toch ook al gezien, beste lezer, wat die hufters van de N-VA gedaan hebben met de buurt rond de Carolus Borromeuskerk? Een grotere schande bestaat niet! Heelder stukken mooie rode “san pietrini”-steentjes zijn er met de losse pols uitgehakt en vervangen door vuile, lichtgrijze dalstenen. Elders in Europa baden die gezellige plekken in een collectief beleden “stadsheiligheid” waar geen levende ziel nog maar naar moet proberen te wijzen, hier worden ze dagelijks verneukt en vermorzeld door verkozenen zonder visie.

Heel de buurt rond Carolus Borromeus is gehavend! Het is alsof men een neger uit een of andere brousse een botte machete in handen heeft gedrukt en hem heeft opgedragen zich een weg door het oerwoud te banen. Niet echter door laagstammig struweel of gebladerte weg te hakken – Antwerpen blijft toch bovenal een urbane jungle – maar, weer maar eens, door de stedelijke gezelligheid en vertrouwdheid in het diepst van haar hart te raken. Voor de Antwerpenaar mag, na de doortocht van de N-VA, geen spat herkenning, geen stipje “thuisgevoel” meer overblijven!

Is dat wat De Wever bedoelde toen hij schreef over de stedelijke elite die moet openstaan voor “innovatieve ideeën” en die actief te streven heeft “naar tolerantie tussen de verschillende inwonersgroepen?” Laten we van de stad meteen een “Afrikaanse hol” maken, moet hij gedacht hebben, dan voelen die lui zich ook meteen thuis? Is het dat, Weverke?

En we hadden het nog geschreven naar aanleiding van onze recensie over dat infantiele gedoe rond die “Barokke Influencers”, waarin we het hadden over dat uniek stukje jezuïetisch Antwerpen rond de Caroluskerk:

“Huldig evenwel die oude schoonheid niet te luidruchtig, beste lezer, of die paljassen van ’t Schoon Verdiep leggen voor deze unieke biotoop morgen al een radicaal afbraak- en betonnen wederopbouwplan ter stemming voor.”

Wel, het is zover! Het bleken ongewild profetische woorden. Veel profetischer dat alle overschatte profetieën van die met het nieuwe Zuid-Afrika dwepende relnicht, Tom Lanoye! De laatste harmonische buurt van ’t stad, de laatste snipper onaangeroerde authenticiteit, de schier laatste onbezoedelde hint naar ons roerrijk verleden dat nog niet letaal gekwetst was door het stuitende modernisme van de hedendaagse stadselite zonder diepgang, ligt er nu voorgoed gegriefd en gekrenkt bij.

“De grote stad wordt nog steeds eerder als een functie behandeld dan als een plek waar men graag wil wonen en een gezin grootbrengen”, schrijft de veruit slechtste burgemeester van de Scheldestad. Maar niemand die besefte dat hij het over z’n eigen “functioneel” beleid had! Zelfs Patrick Jansens en z’n corrupte Sossen zouden nooit zover gegaan zijn. Wie leeft er nu immers graag in een stad van patchwork? Wie brengt er graag zijn kinderen groot in een stad waarin alles wat gemoedelijk heet aan de lopende band verdelgd wordt? Wie herkent zich nog in een stad die bestuurd wordt door verwaande wijsneuzen die er niet eens van houden en geen kans onverlet laten om een toegeëigende biotoop te verwoesten? Kostbaar weefsel? Mon oeil!

Tot wat is die Vlaams nationale partij toch verworden? Want het is De Wever niet alleen natuurlijk! Neem Koen Kennis en Paul Cordy, de Jansens en Jansens van de Antwerpse politiek! Alle twee zijn ze perfect inwisselbaar en apen mekaar als het moet zelfs in stereo na. De ene potdoof zodat hij, in al zijn zelfgenoegzaamheid, de verzuchtingen en noodkreten van zijn “horigen” niet moet aanhoren, de andere stekeblind waardoor hij niet eens nog kan zien wat hij eigenhandig aangericht heeft.

In hun sensoriële en intellectuele gebrekkigheid worden zij bovendien aan het handje geleid door een stel “pruts-ambtenaartjes” wier kont nog kletsnat is van de pampers die ze slechts met veel moeite wisten te ontgroeien.

Vestimentair hullen die klerken zich in een tooi die het equivalent is van het stedelijk plaveisel en denken nog steeds dat de échte wereld een volmaakt doorslagje is van de groene luchtkastelen waarin ze, uiteraard ecologisch verantwoord, opgesloten zitten. Die snotneuzen komen ons dan even vlot als schaamteloos vertellen waar zo ongeveer ons stedelijk denken moet ontspoord zijn? En zijn het geen statutaire snotneuzen die de potdove en stekeblinde politiek voorzien van klank en beeld, dan wordt de gebarentaal of witte stok wel gehanteerd door een stel ambitieuze “ja-knikkers” in de buurt van de politieke schrapers die ook uit zijn op de job-van-hun-leven!

Of neem de Edith Piaf van ’t Schoonverdiep, Annick De Ridder. Jawel, beste lezer, ’t Stadhuis heeft net zoals Parijs z’n eigen “Mus” (nochtans verre van een “stadsmus”). Niet omdat ze zo goed kan zingen, maar omdat ze, zoals alle schriele vogeltjes, onberispelijk exact weet welke luchtlaag haar hoger het politieke uitspansel in kan voeren. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat kwettert ze zich te pletter over “de grootheid van Antwerpen” en “hoe goed ze met het bestuur toch wel bezig zijn” tot ze het zelf nog begint te geloven ook. Ondertussen verwoest ze heelder stadwijken om op diezelfde plek haar afgrijselijk moderne blokkendozen zonder pit te planten. In het Trends-artikel van deze week lult ze: “Ik voel me de koning te rijk” (Sic? Ook al in transitie?) “Als je het uitzicht van de stad mee kunt bepalen, is dat het allermooiste dat er is”. En over de coalitie: “We (…) hebben elkaar gevonden in de plannen om hier de meest leefbare stad van Vlaanderen te worden”. Is het daarom misschien dat de witte stadsvlucht jaar na jaar toeneemt? Leefbaar? Voor wie dan? Voor de nieuwe wereldwijde instroom misschien? Allemaal interessante lectuur voor wie de definitie van arrogante zelfverheerlijking even niet paraat heeft, hartverscheurend en tenenkrullend echter voor wie, ondanks alles, een hartige boon voor de stad blijft koesteren.

Want kijk maar eens hoe leefbaar de stad is geworden op het zielloze “Nieuwe Zuid”, waar fonkelnieuwe schoolgebouwen inzakken nog voor ze afgebouwd zijn, of op het Operaplein, de steenwoestijn waar de lelijkste building van de stad er nog vier verdiepingen bij kreeg zodat het majestatische Operagebouw nu helemaal in het niet verdwijnt. Voor de deur van de muziektempel werd een metro-ingang opgetrokken die meer gelijkt op een benzinestation uit de jaren ’60 dan op de toegangspoort tot het toch al zo vermaledijde openbaar vervoer. Reeds na een week viel het plafond op de hoofden van de reizigers. En nog is geen herstelling nakend! Zelfs een paar bomen op die andere steenwoestijn, de kaaien, krijgt ze niet geplant! En dan durft “prof.” Maarten van Acker stedenbouwkundige aan dat “universiteitje” van woke klojo Herman Van Goethem, in de Vastgoedgids van diezelfde Trends onomwonden verklaren dat: “De stad geëxperimenteerd heeft met beeldkwaliteitsplannen. De lat hoog leggen voor de inrichting van straten en pleinen was nooit gezien in Vlaanderen.” Ga maar eens kijken naar de “beeldkwaliteit” van de Jezuïetenrui, de Sint Pieter- en Paulusstraat, de Wijngaardstraat of de Hoofdkerkstraat! Met zo’n verknipte “intelligentsia” heb je verdomme geen aartsdom en schier alles slikkend middenveld meer nodig!

En dan zwijgen maar best over de “kermisklant” van Markten en Foren, Peter Wouters. Op de wekelijkse Vogelmarkt pest hij, middels zijn autistische ordehandhaving, elke blanke weg. Wellicht omdat de bruin een aardig stuk beter kunnen sjacheren. Moest het nog toegestaan zijn, promoveerde hij op zijn eigen sinksenfoor zelf tot een attractie: naast de vrouw met de drie borsten, de man met de vijf buiken! Of wat te zeggen van de schepen van Cultuur, Nabila Ait Daoud, die het verschil niet eens ziet tussen een echte Rubens en Polleke Morel, de vervlogen kladschilder uit de parochie van Miserie van de jaren ‘60, maar wel op de eerste rij kwam staan wanneer talloze euro’s moesten geplempt worden in de bodemloze putten van graaimonster Sihame El-Kaouakibi … al zullen Nabila’s tepels wel cataleptisch stijf hebben gestaan bij het aanhoren van haar volkslied vanop de kathedraaltoren! Niet dat er ginds één slachtoffer beter van geworden is, maar hier ten lande zijn er exemplaren genoeg die deze rol dagelijks van harte opnemen. ’t Is maar dat U weet voor welk electoraat er onvoorwaardelijk door deze “Vlaams”-nationalisten gekozen wordt. De obsessie met de Waalse PS komt heus niet uit de lucht gevallen.

Ja, beste lezer, ik ben boos. Nee, ik ben razend, koleirig, furieus, spinnijdig … over wat er met het laatste saldo aan authenticiteit in deze stad geschied is. Er zal door dit stadsbestuur héél diep in de smoezentrommel moeten getast worden om hier een aanvaardbare uitleg aan te geven. Ze gaan toch niet weer met dat afgezaagd “veiligheidsdiscours” afkomen? Zondag 17 september is het weer autoloze zondag. “Antwerpen shift”, heet het onding nu. Beter zou zijn: “Antwerpen geschift!”, want veiliger wordt het er allemaal niet op. Zondag heeft de bewoner te voet maar twee keuzes: óf met de auto de plaat poetsen naar elders, óf in zijn kot blijven. Buitenkomen betekent immers gegarandeerd overhoop gereden worden door de slomp fietsers of steps die met hun pokke-pedant bakkes alle voetgangers met het vingertje wijzen terwijl ze, de verwijten duurzaam herkauwend, zelf de zoveelste overtreding begaan.

De stad autovrij, maar de ondertussen laag vliegende elektrische fietsen en steps blijven welkom. Veilig? Ik denk het niet! Zelfs Anne Hidalgo, de van oorsprong Spaanse en bloedrode burgemeester van Parijs, had het basale fatsoen om over de step een referendum te organiseren: met stalinistische cijfers werden ze resoluut weggestemd. Parijs stepvrij! Enkele van die stedelijke moordwapens werden trouwens al verkocht aan… jawel, ons aller Brussel.

En ook de uitvlucht “geldgebrek” gaat deze keer niet pakken! Wie de stadseigen middenstand via een imbeciel parkeerbeleid (de evaluatie volgt later, als de cijfers gemakkelijker kunnen vervalst worden; maar de faillissementen verdragen een stuk minder respijt) de stad uit kan jagen, die paar cosmetische aanpassingen niet te na gesproken, wie de niet eens spenderende cruisetoeristen in belang boven de bewoners uit kan tillen en wie het marginale sop van de wereld kan verwelkomen en onderhouden, die moet geen geldgebrek inroepen als het de gezelligheid, de knusheid, de intimiteit en de stedelijke toe-eigening van de bewoners betreft! Er zijn nog andere posten op de begroting dan het OCMW!

Waar zit nu die sloganeske verbinding toch? Schoonheid, grandeur en uitstaling vallen daar blijkbaar niet onder. Behaaglijkheid, geborgenheid en vertrouwdheid evenmin. En straks gaan ze weer in koor zaniken over sluikstorters die geen respect hebben voor de stad. Wat dan te zeggen van Koning-Strateeg De Wever en zijn meelopende paladijnen op ’t Schoon Verdiep? Hoe ontaard kan je zijn? Wij hebben dringend nood aan échte stedenbouwers, niet aan architect-ingenieurs maar aan architect-filosofen, die weten dat een stad geen verzameling blokkendozen is met een patchwork van stenen ertussen; die weten dat een stad leeft van alle vervoersmodi en zoeken naar een harmonie en evenwichtigheid tussen die modi in plaats van fietsers en automobilisten tegen elkaar op te zetten; die de bewoners, jong en oud, eigen of (aangepast) vreemd, niet verbinden met de niet klevende lijm van de linkse multicul-ideologie maar verenigen met de geschiedenis, de identiteit en de ziel van de stad. Als jij, Weverke, ooit bloemen op jouw burgemeestersgraf wil hebben, zoals geschreven wordt in “jouw” boek, zou ik maar snel van strategie veranderen: die fleurige dingen worden meestal besteld voor bouwmeesters, niet voor slopers!

**

Beelden

**

STEUN ‘TSCHELDT