Ter gelegenheid van de lancering van de literaire website ‘tScheldt-Literair vroegen we een aantal originele stemmen in de samenleving om te reflecteren over Vrijheid van Meningsuiting, Persvrijheid, Vrijheid in het algemeen of een zelf gekozen thema dat nauw aan het hart ligt.
De eerste bijdrage was van Dirk Theuns, de man achter FIKFAK-News. Je vindt zijn bijdrage HIER.
De tweede bijdrage was van Lenige Liefde. Lenige Liefde is een veelgelezen schrijfster op Twitter (X). Haar adagio is: “Velen zijn als water: door iedereen gedronken om de dorst te lessen. Sommige als whisky: begeerd door echte kenners voor zijn uniek karakter”
Je vindt haar reflectie over de Vrijheid van Meningsuiting HIER.
De derde bijdrage is van Dr Jeff Hoeyberghs, enfant terrible, luid, doordacht, briljant.
Hier volgt zijn bijdrage, zowel op de moedersite van ‘tScheldt als op de website www.tscheldt-literair.be
De ene mening is de andere niet
Voor de Bijbel begon:
De mens ontwikkelde over honderden miljoenen jaren als stamdier om in groepen van een 50-200 stuks optimaal te overleven. Voeg aan dat kleinschalig, goed georganiseerde, systeempje een uniek abstractievermogen, in staat om de realiteit van het hier en nu te verlaten, en we hebben een “winning team” in staat om de hele natuurlijke wereld aan zich te onderwerpen. Een Darwinistisch succesverhaal als geen ander.
Helaas, zoals steeds, werd ook hier, in wat de perfectie van het goede lijkt, de kiem der zelfvernietiging ingebouwd.
Scheiding van de geestelijke en de fysieke macht:
De stammen werden geleid door een stamhoofd, bij gratie van de steun van de sterke jongens die, in geval van onoplosbaar dispuut, het recht van de sterkste lieten gelden. Elke stam had echter ook een geestelijke overste nodig; een sjamaan, medicijnman, druïde of hogepriester, die daarvoor het nodige aangeboren talent had. Immers, zonder zijn steun waren de dagen van het stamhoofd geteld, omdat hij de steun van de stam zou verliezen.
Deze geestelijke leiders werden daartoe ook min of meer formeel opgeleid van kindsbeen af, door de ouderen. Dat selectie- en opleidingssysteem van geestelijken maakten hun voorspellende kracht veel groter dan die van de hele groep tezamen. De dag dat hun voorspellingen niet meer uitkwamen, werden ze afgevoerd en vervangen.
De stammen die het advies van de geestelijke overste als blok, zeg maak klakkeloos, uitvoerden deden het evolutionair veel beter dan zij die vonden dat ze dat geestelijke gezag moesten in twijfel kunnen trekken. Deze laatsten zijn gewoon uitgestorven. Dit is dus de biologische oorsprong van wat Mattias Desmet “massavorming” noemt.
Bij Homo Sapiens worden dus slechts een beperkt aantal potentieel geestelijken geboren. De rest zijn klakkeloze volgers.
De grootschaligheid:
De stam-technische succesformule van de nomadische jager-plukkers, werd zo’n 10.000 jaar geleden aangevuld met de kunde om huisdieren en eetbare plantengroei te controleren. Dit gaf zo’n 6000 jaar geleden aanleiding tot grote, snelgroeiende nederzettingen met, naast sedentaire landbouw en veeteelt, ook sociale standen, het schrift, godsdiensten, epidemieën en oorlogen. Sindsdien is de geschiedenis van Homo Sapiens er een van -snel opkomende en nog sneller verdwijnende- grootschalige “beschavingen”.
Democratie:
Op hun hoogtepunt hadden de meeste leden van grootschalige beschavingen nog weinig omhanden. Alles was immers zo goed georganiseerd dat er overvloed en veiligheid was voor iedereen. Ze werden lui, decadent en gedemotiveerd. Ze wilden al gauw inspraak in het beleid, een beetje zoals een driejarige graag zelf wil beslissen over wat hij lust.
Dictators moesten plooien voor de massa. Vox populi Vox Dei.
De echt geestelijk getalenteerden moesten deze keer zwijgen om de decadente “consensus” van het navelstarende volk niet te verstoren. Anders werden zij verbannen of gewoon geliquideerd. Het grootschalige succes wat mede dankzij hen tot stand kwam, ging ten onder precies door hun cancellering.
Plato zei het al met zoveel woorden: een democratie is een zelfvernietigend fenomeen omdat het geleid wordt door het onbenullige inzicht van de geestarme massa, die denkt in termen van consumptie zonder nog een jota te geven om de essentiële voorwaarden voor de productie ervan.
Het status quo:
Het moge duidelijk zijn dat er nog bijzonder weinig mensen zijn die over het geestelijke vermogen beschikken om de Waarheid te leren kennen, helemaal los van wat anderen daarover menen te moeten zeggen. Dit vermogen vergt immers een intiem contact met de Schepping wat, in de regel, vele jaren vergt om te perfectioneren. De “mening” van de wijze enkelingen bevindt zich in een andere sfeer; zelfs in die mate dat ze geen woordelijke mening meer hebben maar slechts de ultieme inzichtelijkheid.
Wat het volk, daarentegen, als “mening” beschouwt is een woordelijk “geloof”, niet meer dan de massavorming die ze opdoen via de surrogaat hogepriesters van media, instructie en onderwijs en de “gelijkgestemde bubbel” waarmee ze zich omringen. In plaats van hen te bevrijden zitten ze gevangen in een informatiesysteem wat hun “het licht uit doet”. Hun steeds verkleinend bewustzijn verslaaft hen.
Dat geldt voor hoger opgeleiden dus zo mogelijk nog veel meer dan voor zij die zich minder misvormd “weten” door irrelevante waanbeelden vanuit hun foute onderwijs. Deze hoger opgeleiden gaan dan vervolgens een veel te grote maatschappelijke verantwoordelijkheid krijgen wars van elke spirituele connectie en zelfs van basis moraal. De vicieuze cirkel van de decadentie is ingezet.
Zodoende, zijn we dus terechtgekomen in een tijdperk van terminale geestelijk verarming en een nooit eerder geziene sociale afgang. Debat door wijzen over de oorzaak, omkering of remedie van deze trieste gang van zaken wordt gecensureerd, niet alleen door duistere destructieve manipulerende machten, maar vooral ook door de massavorming der “intellectuelen” aan het roer. Via fout onderwijs en hypnotiserende media volgt de decadentie van instellingen en de perversie van de rechtstaat.
Zo wordt op “democratische” wijze de beschaving van binnenuit vernietigd. Het volk weet misschien wel wat het wil, maar kan zich -verblind door angst en geestelijk onvermogen- niets meer voorstellen bij de praktische implicaties van de weg ernaartoe.
Het goede nieuws:
Hoe helaas het besef ook moge wezen dat we in niets verschillen van de duizenden grootschalige beschavingen die ons vooraf gingen, en dus ook het einde van de onze nabij is, is dat tegelijk ook de enige overblijvende hoop. Ook wij zullen teruggeplooid worden op de biogrammatische kleinschaligheid als natuurlijke habitat.
Zeg maar terug naar de “mensenmaat”.
Wellicht gaat deze kleinschalige aanloop naar de volgende grootschalige “beschaving”, globaal gesproken, inderdaad veel minder mensen kunnen accommoderen.
Dat is dan niet omwille van gebrek aan hulpbronnen, maar gewoon door de domheid der massa die haar respect verloor voor de allesomvattende Wijsheid.
Of zoals een collega hartchirurg me ooit laconiek wist te vertellen tijdens een vervelend chirurgisch moment: “Wees gerust Jeff, een bloeding stopt altijd”.
**
Illustratie: Cole Thomas: The Course of Empire Destruction : 1836
**