Europa was van een divers lappendeken, dat werkbaar bleef omdat onder dat lappendeken toch nog steeds de eeuwige vlam van de christelijke eenheid bleef branden, verworden tot een ratatouille van vijandige staten, netjes geschikt tussen vaak onnatuurlijke grenspalen, waarbinnen een compleet onwerkbare, ronduit rancuneuze, diversiteit heerste en waaronder slechts het verwoestende vuur van de seculiere zelfbeschikking woedde.