In de plaats van de nationale hymnen weerklinkt in de verte zachtjes alweer het mythische “Et pour les Flamands la même chose!” of het “Heb ik geschoten? van de dove en het “Heb ik ‘m geraakt?” van de blinde. Wat een slaapwandelende oorlogszuchtigheid toch! Europa staat dan wel met pak en zak te wachten op de bus; maar die zal andermaal gewoon voorbijrijden, regelrecht richting de regionale grootmachten van de toekomst.

Europa was van een divers lappendeken, dat werkbaar bleef omdat onder dat lappendeken toch nog steeds de eeuwige vlam van de christelijke eenheid bleef branden, verworden tot een ratatouille van vijandige staten, netjes geschikt tussen vaak onnatuurlijke grenspalen, waarbinnen een compleet onwerkbare, ronduit rancuneuze, diversiteit heerste en waaronder slechts het verwoestende vuur van de seculiere zelfbeschikking woedde.