Een intens en langdurig Brits mediaonderzoek heeft aangetoond dat 1880 ervaren werd als het meest positieve jaar in het Verenigd Koninkrijk. In zowat alle publicaties dat jaar wemelde het van woorden als ‘vredevol’, ‘geluk’, ‘welzijn’, ‘verbetering’, ‘verheugd’, ‘blij’, ‘hoopvol’, ‘gezondheid’ en ‘vriendschap’. Ongetwijfeld gold dat niet voor iedereen in de klassenmaatschappij van toen. Toch leek er een gevoel te overheersen van tevreden welbehagen, een gerust zijn in de toekomt en een bedaard patriottisme. Kleurden die periodieken de werkelijkheid of gaven ze die net accuraat weer?
In de jaren 1840 kende men in West-Europa en Rusland een trend die de Duitsers ‘Vormärz’ noemden. Een stroming van hoopvolle verwachting dat de bestaande orde zou sneuvelen en dat er hervormingen op til waren. Het geloof in allerlei utopische droomtheorieën nam groteske proporties aan in de literatuur en kranten. Een agent van de Russische overheid rapporteerde dat verblinde jongelui een nieuwe mensheid wilden vormen en zich lieten meeslepen door revolutionaire retoriek waarvan ze gretig de martelaren wensten te worden. Hier schiepen deze media hun eigen realiteit.
Tegenwoordig is het in de berichtgeving een en al ‘gloom and doom’ over de toekomst van de planeet, van de economie en verder zowat van alles. Tegelijkertijd wordt er in de media op gehamerd dat je bij moet zijn, dat je geen enkel feestje mag missen en dat het bruisende stadsleven ons moderner, hipper en kosmopolitischer maakt. Een soort Titanic-’festivalitis’, zeg maar.
Een akelig bijverschijnsel van deze hypehysterie is de ongenadige heksenjacht op dat wat altijd onschuldig is geweest tot wanneer het vandaag een schuldige vieze bijklank heeft ‘gekregen’. De verlichte censuurspuwers hebben het nu gemunt op een liedje uit 1944: ‘Baby, it’s cold outside’. Dit woord- en wederwoord-duet werd gecomponeerd door Frank Loesser, werd opgenomen in 1948 voor de musical ‘Neptune’s Daughter’ en werd meer en meer geassocieerd met de Kerstperiode. Ontelbare beroemdheden namen het op: Bing Crosby (met Doris Day!), Dean Martin, Ray Charles, Louis Armstrong, Rod Stewart en noem maar op. Dit grappige lied werd wel veroordeeld als een teken van Westerse immoraliteit door de Egyptische Moslim Broederschap in 1948, maar hun gevoel voor humor zit nu eenmaal wat anders ineen dan het onze.
Volgens Rolling Stone Magazine maakte in 2004 Canada’s National Post een kluchtige column waarin het liedje volgens de auteurs een uitnodiging tot ‘date rape’ was en daarom beter zou worden verboden. Gek genoeg werd deze satire in 2005 en 2006 door enkelingen opgepikt en ernstig genomen. De tekst van het lied bevatte volgens deze kampioenen in kneuterigheid een verleiding tot dominantieseks. Ondanks een parodie op het nummer op de Funny or Die-site doofde de humor en verzuurde de controverse. In Persephone Magazine viel in 2010 ene Slay Belle frontaal aan. Plots was het vrouwonvriendelijk en zette het aan tot het goedpraten van verkrachting. In tijden van een anti-Trumpsfeer en met de doorgeslagen MeToo-hetze voelden helaas ook grotere bladen de politiek correcte behoefte om te grossieren in verdachtmakingen. Al in 2016 en 2017 kwamen de aldus opgeroepen klachten binnen gutsen en deden sommige radiozenders het in de broek. Diverse zenders bezweken of galoppeerden elkaar voorbij in de zelfcensuur-race. Het leuke lied werd in Trudeau’s Canada meer en meer gebannen en de downloads zijn in vrije val. Amerika zal volgen.
Ja Baby, het is erg koud geworden daarbuiten. Als we alle songs van vroeger gaan uitvlooien op seksisme wordt de rock and roll echt wel een bedreigde soort. Wie heeft er eigenlijk een dirty mind? Toen in de jaren 80 hoofdredacteur Frans Verleyen in Knack de Vlaamse lezers waarschuwde voor de PC-kolder die uit Amerika kwam overwaaien beseften we nog niet dat zelfs onze Kerst in het gedrang zou komen. Kerstbomen, kerststal, kerstliedjes zoals “Baby, it’s cold outside”, allemaal koloniaal en kwetsend. Verlos ons van de correctheidskwezels, o Heer. Het contrast met de Britse berichtgeving in 1880 kon niet groter zijn.
Pico Bello
***
Het beste bewijs dat dit liedje helemaal NIETS met date-rape te maken heeft is terug te vinden in de originele musical uit 1948 “Neptune’s Daughter”. Daarin wordt het liedje tweemaal opgevoerd, de eerste maal gezongen vanuit het standpunt van een vrouw die ervan door wil gaan (en liefdevol wordt tegengehouden door een man), en de tweede maal vanuit het standpunt van een man die ervan door wil gaan (en liefdevol wordt tegengehouden door een vrouw). Niks te date-rapen dus…gewoon oeverloos gelul en gezwets van de nieuwe gedachtenpolitie.
***
Foto: Esther Williams en Red Skelton in de musical Neptune’s Daughter