Op 21 april 2025, paasmaandag, stierf paus Franciscus, geboren Jorge Mario Bergoglio (1936-2025). Hij werd 88 jaar oud. Bij de dood van een paus behoort het tot de steeds weerkerende gebruiken dat de pers overuren draait. Met een knaller van een praatpeer in de hand en met de prachtige Sint-Pieterbasiliek als achtergrond lult het opgetrommelde journaille zich de diepste duisternis in, onwennig draaiend en kerend in een kerkelijke materie waar ze niks vanaf weten, waar ze niks vanaf behoren te weten, want het instituut wordt obsoleet geacht, een relict uit vroeger tijden dat definitief ingehaald werd door de nieuwe instituten van de bezongen secularisatie. Jezus Christus werd reeds lang ingeruild voor de mediatieke heiland Karl Marx en de liefde onder alle mensen kromp tot de klassenstrijd van enkelen, niet resulterend in verlossing, maar in de dictatuur van een zelfverklaard proletariaat. Op redacties werkt men zich uit de naad om de journalistieke onwennig- en onwetendheid professioneel te verbergen onder een transparante sluier van kinderlijke drukdoenerij die in een amateuristische “het kan vriezen, het kan dooien”-plooi wordt gelegd. De onzekere toekomst – het conclaaf moet nog beginnen – wordt dan bij voorkeur gekneld in ideologische zekerheden: “De Kerk heeft een progressieve opvolger nodig,” schreeuwt men van de daken. Maar de journalistieke rook blijft pikzwart.
Het is ook de tijd van de oer-belegen reacties, ja zelfs van het gratis politiek advies. De grootste individuele zakkenvullers – type Conner Rousseau of de stokoude De Croo – kwamen des pausen soberheid eren, maar het collectieve geld van de Kerk verachten. Dezelfde bewindslui, die recent nog mee aan de met zoetigheden gevulde iftartafel aanschoven, konden het echter toch niet laten zeer duidelijk te vermelden dat ze helemaal niks met de man hadden. Daarvoor is hij – of was hij – te wereldvreemd! De ironische glimlach, die onafgebroken van hun wezen straalde, moest hun gefingeerde verdere stadium van ontwikkeling staven, maar het scheelde geen haar of men dacht er plaatsvervangend zelf het politiek populistische “Allah zij geprezen” bij. “Als hij nu maar eens iets had gedaan voor de misbruikslachtoffers”, braakte Rousseau onhandig op z’n persoonlijk bidmatje, waaronder reeds vakkundig het misbruik in de moskee weggeveegd werd; “Hij heeft ‘mijn’ abortuswet afgekeurd”, rochelde de bedaagde De Croo uit zijn schorre strot. Overrijpe kritiek op een bedje van schaamteloze ignorantie: hierin verschilt trouwens de Vlaamse berichtgeving van alle andere berichtgeving in de wereld, waar afrekeningen toch eerder kies worden uitgesteld tot na de begrafenis, zoals het hoort! En ook in de TV-studio’s werd druk gepronostikeerd en werden aan de lopende band openstaande rekeningen vereffend. Een mooi voorbeeld van dat studiowerk, kregen we ook nu weer apodictisch en heel voorspelbaar voorgeschoteld.
Zelfs “De Afspraak” keerde, samen met haar idiote presentator Bart Schols, volstrekt ongevraagd en door geen levende ziel benaarstigd, een dag eerder uit vakantie terug om het gebeuren uiteraard seculier links te duiden. Alle hoop op het zo begeerde eeuwige reces van deze TV-format bleek daarbij andermaal ijdel. Aan tafel zat vanzelfsprekend de recentelijk semi-bekeerde en aandachtzieke cultuurkatholiek, Kristien Hemmerechts. Indien de Constantijnse oude Sint-Pieter nog zou bestaan, was het haar en d’r infantiele Sant’Egidio-kliek slechts vergund geweest om met wat stoepkrijt in het atrium van de kerk te spelen. Nooit evenwel zouden ze zijn doorgestoten tot het altaar. Zowaar Imran Nawaz, “Mr. Gay Belgium” en leraar godsdienst (u leest dit goed!), die naast haar aan tafel zat, had weliswaar geen katholieke, desalniettemin toch verstandigere dingen te zeggen. De heks van Sant’Egidio refereerde natuurlijk ogenblikkelijk, maar volstrekt naast de kwestie, naar de letterloge, het celibaat en abortus (wat doet zo’n dingetje toch in de katholieke kerk?) en bestond het vervolgens de Amerikaans vice-president J.D. Vance, eigenhandig en niet eens in de weg gezeten door de mildste vorm van bescheidenheid, te excommuniceren. Met zo’n ketterse kalle in de vermeende nucleus van onze Moeder de Heilige Kerk installeer je terstond terug de inquisitie, precies zoals die reeds door de 19de eeuwse antiklerikalen werd overschat. Dan moet je warempel Rik Torfs heten om, behoorlijk onderlegd in de materie, schalks mee te blijven vozen met zoveel schokkende onwetendheid!
Franciscus’ Pontificaat
Valt er dan niks te vertellen over Franciscus? Natuurlijk wel! Zelfs Bergoglio mag niet onbesproken blijven. Daarover toch meer na z’n bijzetting, vandaag, in de Santa Maria Maggiore en verder in de aanloop naar het conclaaf. Over zijn pontificaat alleen zal trouwens nog veel inkt vloeien, want dat was, op zijn zachtst gezegd, toch redelijk merkwaardig. Voor de progressieven was hij te conservatief en voor de conservatieven was hij te progressief, wat zeker niet wil zeggen dat het evenwichtig was. Van pausen mag verwacht worden dat ze voorbeeld-katholieken zijn en geen ondergeschikten aan de waan van de dag. Een vicaris van Christus hoeft daarom niet progressief te zijn, moet niet “leuk” bevonden worden door rabiate ongelovigen die geen kans onverlet laten de spot met het geloof te drijven. (cf. Elodie Gabias. Waar komt zo’n wicht toch plots vandaan?) In de eerste brief van Petrus staat nochtans met zoveel woorden hoe de gelovige zich ten opzichte van ongelovigen moet gedragen: “(…) maar voor de ongelovigen geldt: de steen die de bouwlieden hebben afgekeurd, die is hoeksteen geworden, maar ook een steen waaraan men zich stoot, een rots waarover men struikelt.” (I Petrus 2, 7-8). De vers gaat terug op Jesaja: “Hij zal een heiligdom voor u zijn (…), een steen waaraan men zich stoot, een rotsblok waarover men struikelt.” (Jes. 8, 14).
Die “steen des aanstoots” voor de ongelovige is Franciscus zeker nooit geweest, voor de gelovige echter des te meer! De Kerk had een baken kunnen zijn van resterend gezond verstand, tegen de woke tsunami die onze cultuur teistert, tegen de disproportionaliteit van links, tegen de zelfhaat, tegen de genormaliseerde oikofobie. In plaats daarvan is hij mee gezeild met de maffia van Sankt-Gallen (waar uitgerekend Godfried Daneels deel van uitmaakte), met de staat die alle trappers kwijt geraakte in een poging electoraal relevant te blijven, met de progressieve en ideologische hardroepers die de kleinste minderheid achternalopen en de eigen religie, de eigen cultuur willen opzadelen met een schuldgevoel voor alles wat er ooit in de wereld is misgegaan. Franciscus wierp het kind met het badwater weg in een poging sympathiek over te komen bij de verkeerde groepen, voor wie het nooit genoeg zal zijn, voor wie de enige goede Kerk, de dode Kerk is. Hij doorzag de akelige twee maten en twee gewichten van links niet, maar ging met hen een behoorlijk eind weegs. Zijn gekoketteer met de islam, ook de vernietigend terroristische, die de oorlog in Gaza uitlokte, deed menig wenkbrauw fronsen, terwijl aardig wat minder lippendienst bewezen werd aan de chronische afslachting van christenen, wereldwijd. De voortdurende voorspraak van migranten, die het leven in Europa ondraaglijk maken, omdat het multiculturalisme nu eenmaal een onwerkbaar project is gebleken, heeft kwaad bloed gezet bij de eerste slachtoffers ervan: zij die verder rustig in christus willen leven. En dan zwijgen nog maar even over zijn intern autoritair karakter, terwijl hij naar buiten toe “het vadertje” speelde.
Wie de scheiding van Kerk en staat aanvaardt, aanvaardt ook het eigen karakter van beiden, hoeft zich dus niet te onderwerpen aan de statelijke waan van de dag, maar moet een instituut van eeuwen vrijwaren van de modernistische drang naar de populistische verandering van links. De Kerk leiden is haar behoeden voor al teveel zelfrelativering. Franciscus heeft het pastorale, dat het geëigende speelveld is van priester tot bisschop, naar het hoogste niveau van Kerk getild, ten koste van de eeuwige leer en de beleden waarheid. Hij heeft de eenheid van de wereldkerk schismatiek op het spel gezet, in tijden dat die eenheid meer dan broodnodig is. Hij heeft de Europese, bij uitbreiding de westerse, “politieke-ideologische” Kerk naar mond gesproken, terwijl diezelfde westerse Kerk zichzelf dringend in vraag te stellen heeft, nu heel de wereld met stijgende verbazing kijkt naar wat er zich op het oude continent aan het afspelen is. Een wereldkerk heeft zich niet aan te passen aan het enige ontkerkelijkte deel van de wereld, maar moet zoeken, wil zij overleven, naar manieren om dat deel te “her-kerkelijken.” En dat geschiedt geenszins door de progressieve kaart te blijven trekken. Aan die hemelbestormers, die een danig uitgehold Vaticanum II gebruiken als opstap naar de verdere protestantisering van de katholieke Kerk – met het geloof als privéaangelegenheid – hebben we niks meer.
En net daarin slaat de oudere clerus de bal mis! Want de jeugd in de Kerk is een stuk conservatiever dan hun ouders en grootouders. Elke conservatieve stroming in de Kerk boomt, trekt jonge gezinnen met kinderen aan, viert de Heilige Mis in volle kerken! Het geloof laat zich immers niet plat relativeren in een nulpunt van nietszeggendheid en in een juxta van alle andere godsdiensten en religies, in welk geval er uiteraard van authentiek geloof geen sprake meer kan zijn. De “nieuwe,” bloeiende Kerk zal een identitaire Kerk zijn, die nauw aansluit bij twintig eeuwen beproefde traditie en magisterium. In dit opzicht was het motu proprio (pauselijke brief) “Traditionis Custodes” d.d. 16 juli 2021 van Franciscus, waarbij de grotere openheid voor de Tridentijnse Mis (missaal 1962), toegestaan door het motu proprio “Summorum Pontificum” d.d. 7 juli 2007 van Benedictus XVI, werd teruggedraaid, een kapitale fout! Het dreef binnen de Kerk een volstrekt onnodige wig tussen conservatieven en progressieven, daar waar men diezelfde wig tussen zij die binnen en zij die sowieso buiten de Kerk staan, net wilde verkleinen. Wie weet hier nog een touw aan vast te knopen?
Is er dan, tot slot, niks positiefs te zeggen over het pontificaat van Franciscus? Zeker wel! En laat deze positieve uitsmijter nu net concorderen met de vernietigende kanonkogel waarmee linkse ketters hun geschut laden om diezelfde paus, die hen op andere vlakken zo tegemoet kwam, af te knallen. Franciscus is op ethisch vlak altijd conservatief gebleven. Abortus heeft nooit op zijn instemming kunnen rekenen, ook niet wanneer de minst waarschijnlijke verschoningsgronden hem als dagelijkse kost voor de voeten werden geworpen (bv. zwangerschap door verkrachting). De hardnekkigheid waarmee links het recht op abortus blijft verdedigen – met de Baas in Eigen Buik-nonsense – blijft botsen op de even grote hardnekkigheid waarmee dit “recht” door de paus, en dus door de Kerk, aan de vrouw ontzegd wordt. Geen zinnig mens begrijpt trouwens waarom dit recht een exclusief vrouwelijk recht moet zijn. Primo, omdat niemand, die het hartje van een ongeboren kind op de echo bij de gynaecoloog zag kloppen of de voetjes voelde stampen, kan ontkennen dat het hier daadwerkelijk om onafhankelijk “nieuw leven” gaat; secundo ook omdat dit nieuw leven zowel van vrouwelijke als mannelijke makelij is. Dat dit nieuw leven per toeval in de vrouwelijke baarmoeder groeit, is daarbij van ondergeschikt belang. Niemand, zo valt te hopen, zal toch willen ijveren voor het recht van de huiseigenaar, louter omdat hij eigenaar is, om zijn huurders naar eigen goeddunken te verbrijzelen?
Over het pontificaat van Franciscus zal, zoals reeds werd gezegd, nog veel inkt vloeien. Veel van die inkt zal overigens zijn leven betreffen, van waaruit zijn pontificaat goeddeels te verklaren valt. Van dat leven brengen we eerstdaags verslag uit, als het aardse overschot van Franciscus in het door hem gekozen sobere graf in de Santa Maria Maggiore zal rusten. Voor de Kerk, die door het heengaan van de paus weer even in het middelpunt van de (pers)belangstelling staat, zou het goed zijn de volgende dagen naar de “elastische” (dixit Benedictus XVI) Heilige Geest te luisteren en Hem tijdens het conclaaf om tussenkomst te bidden, want revolutionaire hemelbestormers, zeker als zij uit zijn op teveel vluchtig “aggiornamento” en veel te snel door de knieën gaan voor ongelovige waanwijzen die de Kerk toch geen goed hart toedragen, leiden het instituut sneller dan gedacht naar een schisma waar niemand beter van wordt. Want zeg nu zelf, toch liever een paus, schrijdend in rode schoentjes, dan eentje schuifelend in geitenwollen sokken.