Van STAL (naast de herberg) tot DVZ (Dienst Vreemdelingenzaken) – Wat zouden Jozef en Maria vandaag krijgen als de sterre boven Brussel bleef stille staan?

Rond deze tijd van het jaar vieren we de geboorte van Jezus, als vrucht van een onbevlekte ontvangenis. Maar stel dat zoiets vandaag zou gebeuren. En stel dat ze daar vandaag in Bethlehem niet meer in zo’n verhaaltjes trappen, en dat Jozef en – vooral – Maria zich de toorn van het Israëlische volk op hun hals halen en ze vervolgens richting West-Europa moeten vluchten? Op hoeveel steun zouden ze dan kunnen rekenen? Oftewel: krijgen vluchtelingen nu werkelijk zoveel in hun schoot geworpen in ons land?

Klik HIER voor de VIDEO die ’tScheldt liet maken

Het jaar 1

Wel, het leven was toen nog simpel. Smartphones en internet bestonden nog niet, en je kon de mensen nog allerlei zaken wijsmaken. Neem nu Jozef en Maria, daar in Bethlehem. Jozef was een eenvoudige timmerman en verloofd met Maria. Niet getrouwd dus, en bijgevolg mochten ze nog niet met elkaar slapen. Wat onmogelijk geacht werd, gebeurde toch: Jozef had Maria nog niet eens aangeraakt en toch kwam de ooievaar. “De heilige geest is langs geweest,” klonk het uit Maria’s mond. En Jozef geloofde dat nog ook. Zo fier als een gieter was hij, omdat hij de pleegvader van de zoon van god mocht zijn.

Maar stel dat de bevolking ginds dat verhaal niet had geloofd destijds, en dat Maria opgejaagd wild werd nadat ze een koekoeksjong op de wereld zette, en dat het gezin de biezen pakte en vluchtte naar Belgica, zoals het in onze contreien toen nog heette? Belgica was toen geen land, maar een Romeinse provincie met steden als Tungrorum en Turnacum. Die zouden veel later omgedoopt worden tot Tongeren en Turnhout, maar dat terzijde.

Onze eigen cultuur kreeg wat Romeinse invloeden, maar op nieuwkomers uit het midden-oosten zaten ze toen niet bepaald te wachten. Mochten Jozef, Maria en baby Jezus hier in het jaar 1 bed, bad en brood gewild hebben, ze zouden er verdorie keihard voor moeten werken hebben.

Het heden

De Romeinen werden door de Germanen zo’n 1.600 jaar geleden weer naar huis verdreven, maar maandelijks vinden heel wat vluchtelingen uit midden-oosten, Afrika en Zuid-Amerika hun weg naar Europa – en dus ook naar ons land. In oktober 2018 – de recentste maand waar op het moment van schrijven cijfers over bekend zijn – vroegen 2.597 mensen in ons land asiel aan. Ook kwamen er in diezelfde maand 153 personen via hervestiging naar België. Dit zijn vluchtelingen die eerder naar een ander Europees land vluchtten, maar in dat gastland ‘niet voldoende ondersteuning’ kregen, en waarbij België zich verbindt de vreemdelingen zo goed mogelijk op te vangen. De top tien van landen waar de meeste vluchtelingen in oktober vandaan kwamen, in aflopende volgorde: SyriëPalestinaAfghanistanIrakGuineeEritreaIranAlbaniëRusland en Venezuela.

Bed, bad, brood

Wanneer asielzoekers in ons land toekomen, krijgen ze geen centen. Enkel bed, bad en brood. Soit, een opvang dus waar ze drie maaltijden per dag, een dak boven hun hoofd en een plek om te slapen krijgen en zich kunnen wassen. Ze krijgen er ook kleren, tandpasta, een tandenborstel, zeep en al wat nodig is om een beetje deftig te kunnen leven. Hoeveel die opvang kost, is afhankelijk van het opvangcentrum waar ze verblijven. De gemiddelde kost bedraagt 51 euro per dag per persoon, wat neerkomt op 1.551 euro per maand. Er zijn echter ook centra die 74 euro per vluchteling willen incasseren, wat neerkomt op 2.250 euro per maand.

Tuurlijk zijn er asielzoekers die niet snel genoeg naar hun zin opvang krijgen, die een pro deo-advocaat onder de berooide arm nemen, vijfhonderd euro per dag eisen en dat nog krijgen ook. Maar dat zijn uitzonderingen.

Gemiddeld blijft een asielzoeker in ons land zo’n zes maanden in zo’n opvangcentrum ‘wonen’. Als zijn aanvraag wordt goedgekeurd, mag hij zijn boeltje pakken en uitwijken naar de gemeente of stad waar hij zich wenst te vestigen. Ze mogen dit zelf kiezen, en dus trekken de meesten naar daar waar ze al iemand kennen, of waarvan ze weten dat er heel wat land- en geloofsgenoten zich inmiddels vestigden. Er zijn echter gemeentes en steden die quota voor vluchtelingen hanteren en deze dus niet onbeperkt opvangen. In geval er een vluchteling bij zo’n ‘volle’ gemeente komt aankloppen, zal hij doorverwezen worden naar de buurgemeenten.

Gemiddeld krijgt zo’n 55 procent van de vluchtelingen erkenning in ons land. Voor oktober zullen dat er dus ongeveer 1.428 zijn die zullen ‘uitstromen’ over ons land. Plus de 153 via hervestiging, brengt dit totaal op 1.581.

Vluchtelingen die niet erkend worden, die worden vriendelijk verzocht om terug te keren naar hun eigen land. Wat sommigen ook doen. Anderen zullen het in een buurland – en onder een andere naam – nog eens proberen, nog anderen verkiezen ervoor om illegaal in ons land te verblijven. Volgens een voorzichtige schatting zouden er op dit moment minstens 200.000 illegalen in ons land zijn. Zij hebben, uitgezonderd op acute medische zorg, nergens recht op.

Naar het OCMW

Maar goed, terug naar onze hedendaagse JozefMaria en Jezus. Zij trekken dus naar een gemeente of stad van hun keuze en gaan daar aankloppen bij het OCMW. Daar onderzoekt men of zij werkelijk geen middelen hebben. In theorie zou het OCMW ook moeten nagaan of ze ook in hun land van herkomst geen centen of vastgoed hebben, maar in de praktijk blijkt dit aartsmoeilijk te zijn. De autoriteiten in het gros van die landen waar ze vandaan komen, staan nu eenmaal niet te springen om informatie over hun voormalige inwoners te verschaffen.

Zolang dat onderzoek loopt, krijgt de vluchteling van die gemeente wederom een tijdelijk dak boven zijn hoofd, eten en het hoogstnodige. Ze krijgen dus geen geld. Hoeveel dat tijdelijk dak in die gemeente kost? Daar zijn geen cijfers van, maar laat ons voor het gemak aannemen dat dit gemiddeld eveneens zo’n vijftig euro per dag is.

Wanneer de asielzoeker – die intussen eigenlijk is ‘bevorderd’ tot migrant – onvermogend bevonden is, krijgt hij een leefloon. Ook krijgt hij een inburgeringscursus, met taalcursus en al, en zal het OCMW hem helpen hem in orde te stellen met zaken als een ziekteverzekering. Ook hebben zij nog recht op andere privileges. Hoeveel dat allemaal bedraagt, hangt af van situatie tot situatie. We leggen het uit met twee voorbeelden. Maar let op: al deze zaken zijn niet exclusief voor vluchtelingen. Belgen die terugvallen op een leefloon, hebben recht op identiek dezelfde dingen en bedragen.

Leefloon – de alleenstaande man

Nadir vluchtte op zijn eentje vanuit Syrië. Hij woont nu in de Koekenstad in een studio. Hij krijgt 910,52 euro leefgeld per maand. Daarvan moet hij wel zelf alles bekostigen. Daarnaast krijgt hij ook nog een huursubsidie van 140,75 euro, wat neerkomt op een maandelijks totaal van 1.051,27 euro. Daarnaast kreeg hij ook eenmalig een installatiepremie van 1.230,27 euro om zijn studio in te richten.

Omdat hij een leefloon ontvangt, heeft Nadir ook nog recht op andere zaken. Zo krijgt hij een fikse korting op zijn busabonnement en betaalt hij slechts 43 euro voor een jaar. Hij krijgt ook entree-korting bij de dierentuin, musea enzovoort. Die korting bedraagt in de meeste gevallen vijftig procent en is specifiek aan leefloners van Antwerpen. De meeste steden en gemeentes hebben een soortgelijke formule voor mensen die leefloon ontvangen.

Leefloon – het gezin met drie kinderen

Mohammad kwam samen met zijn vrouw en drie kinderen uit Irak. Zij betrekken nu een flat in de Antwerpse Seefhoek: zowat de enige plek in Antwerpen waar een appartement met meer dan twee slaapkamers nog enigszins betaalbaar is.

Het gezin ontvangt maandelijks een leefloon van 1.254,82 euro, alsook een huursubsidie van 234,59 euro. Dat is meer dan Nadir, omdat daar per persoon ten laste nog 23,46 euro bijkomt. Daarnaast is er voor de kinderen van drie, zeven en negen jaar nog kinderbijslag: 642,50 euro in totaal. 82,65 euro daarvan is ‘sociale toeslag’, omdat het gezin moet rondkomen met een leefloon.

Maandelijks ontvangen Mohammad en zijn gezin dus 2.131,92 euro ‘gratis geld’ per maand. De gezinsleden hebben daarenboven, net als Nadir, nog recht op andere dingen, zoals korting op openbaar vervoer en op entreetickets. Ook Mohammed kreeg een installatiepremie van 1.230,27 euro om het appartement in te richten.

Een jaartje werken

Natuurlijk kunnen zowel Nadir als Mohammed niet levenslang een leefloon ontvangen. Een vaste termijn staat er niet op, maar als het OCMW van oordeel is dat de nieuwkomers – nadat ze voldoende ingeburgerd zijn – niet hard genoeg hun best doen om zelf werk te vinden, of dat hun eigen zoektocht naar werk lang genoeg geduurd heeft, worden ze door het OCMW aan het werk gezet.

Dit heet een ‘Artikel 60’: het OCMW fungeert dan als een soort ‘interimbureau’ tussen de werknemer en de werkgever. De plaatsen van tewerkstelling zijn meestal stadsdiensten zoals de groendienst, bibliotheken, het stadhuis, een kringloopwinkel,… maar kunnen in principe ook privébedrijven zijn.

Zo’n ‘Artikel 60’-contract loopt net zolang als nodig is om de betrokkene stempelgerechtigd te maken. Na dat contract, dat in de meeste gevallen een jaar loopt, krijgen ze dus een werkloosheidsuitkering.

Het loon is in eender welk ‘Artikel 60’-contract hetzelfde: voor 2018 is dit 1.888 euro bruto. In Nadirs geval betekent dit 1575,94 euro netto, Mohammad krijgt maandelijks 1.830,16 euro netto gestort omdat hij vier personen ten laste heeft.

Werkloosheidsuitkering

Een werkloosheidsuitkering wordt berekend aan de hand van het laatste brutoloon. In dit voorbeeld dus 1.888 euro.

Op basis daarvan, ontvangen zowel Mohammad als Nadir gedurende de eerste drie maanden een werkloosheidsuitkering van 1.227,20 euro (netto). Vanaf de vierde maand wordt dit 1.132,80 euro, en vanaf de twaalfde maand 1.038,40 euro. Levenslang, want België is vooralsnog het enige land ter wereld waar iedereen – dus ook Belgen – in principe na één jaar werken, levenslang werkloos kunnen zijn. Het is niet zeker of dit zo zal blijven, want N-VA wilde de werkloosheidsuitkering beperken in de tijd. Maar aangezien zij niet meer in de regering zitten, is het op het moment van schrijven onduidelijk of dit er alsnog doorgedrukt zal worden.

Het is perfect mogelijk voor asielzoekers om, eens ze in België aanvaard zijn, voor de rest van hun leven hier te blijven wonen, én een loon te krijgen, zonder één dag te moeten werken.

Op pensioen

‘Asielzoekers krijgen meer dan gepensioneerden die een gans leven hun rug hebben kromgewerkt’, zo klinkt het wel eens. Maar is dat ook zo? Aangezien de berekening van een pensioen heel erg complex is, gaan we het hebben over gemiddelden.

Vandaag ontvangt de Vlaamse vrouw gemiddeld 772 euro bruto pensioen. Bij mannen bedraagt dit gemiddeld 1.627 euro bruto. Waarom dit verschil tussen mannen en vrouwen zo groot is? Vrouwen blijven vaker thuis dan mannen om voor de kinderen te zorgen, waardoor er minder vrouwen zijn met een volledige loopbaan dan mannen.

Ambtenaren hoeven zich geen zorgen te maken tijdens hun oude dag. Mannen ontvangen gemiddeld 2.728 euro bruto, vrouwen 2.400 euro bruto. Hoezo BRUTO pensioen? Zoals gezegd is de pensioen berekening zeer complex. Er zijn drie soorten van mogelijke afhoudingen om van een bruto naar een netto pensioen te gaan, zijnde een ZIV-bijdrage, een sollidariteitsbijdrage en de bedrijfsvoorheffing.

De redenering dat asielzoekers meer geld per maand krijgen dan Vlaamse gepensioneerden is dus niet correct. Het is wel zo dat een Vlaamse gepensioneerde na een heel leven te hebben afgedragen aan de staat iets meer pensioen ontvangt dan wat een migrant maandelijks krijgt als hij het spel een beetje slim speelt zonder ooit één dag te hebben moeten werken in dit land.

Eindconclusie

Enerzijds kosten al die nieuwelingen ons handenvol geld. Reken maar na: op 1 december zaten er in ons land in totaal 18.061 vluchtelingen in opvangcentra. Aan gemiddeld 50 euro per dag. Dat is 903.050 euro. Per dag. Een slordige 27 miljoen euro per maand.

De boutade van de overheid dat migranten slechts’ ‘bed, bad en brood’ krijgen als een soort verklaring dat migranten geen ‘geld’ krijgen, is per definitie zand in de ogen strooien van de bevolking. De ‘bed, bad en brood’ strategie slaat slechts op een beperkte periode in de hele cyclus om erkend te worden als migrant. Daarna krijgt een migrant onmiddellijk evenveel als een Belg die hier al jaren hard aan het werk is, of met alle voor-en tegenspoed tracht te ondernemen.