Wat is HP/De Tijd toch een prima lezenswaardig tijdschrift. Ontstaan in 1990 uit een fusie tussen de Haagse Post (1914-1990) en De Tijd (1845-1990) en aanvankelijk een weekblad, brengt de Stichting Het Vrije Woord nu maandelijks dit magazine op de markt. De informatieve artikels en de vloeiende interviews belichten telkens thema’s die ertoe doen en die voor een keer niet op betuttelende wijze worden toegelicht. Neem nu het recentste novembernummer.
De column ‘Noodkreten uit de Tweede Kamer’ van podcastmaker Ton F. van Dijk gaat over het continu gevecht om aandacht door politici uit de twintig fracties die Nederland weerspiegelen. Eindeloze debatten verschralen relevante inhoud. De bestuurscultuur van premier Rutte (VVD) en minister Kaag (D66) zorgt voor dichtgetimmerde afspraken en ijzeren partijdiscipline met als gevolg een burn-outgolf bij meer idealistische verkozenen; de haantjes op de voorste banken kakelen voort.
Dan Derk-Jan Eppink (voormalig journalist voor diverse kranten, kabinetsmedewerker van Frits Bolkestein, Europees parlementslid voor Lijst Dedecker en later Forum voor Democratie en nu lid Tweede Kamer voor JA21 (de zelfverklaarde ‘fatsoenlijk rechtse partij’ die economisch liberaal en cultureel conservatief is). Een inzichtelijke babbel over het dedain van de elite die maling heeft aan het volk en de vervreemding van gewone mensen bij de meeste kranten, wie wel en wie niet wat voorstelt in de Nederlandse politiek, het containerbegrip ‘duurzaamheid’, het teveel aan ministers dat te weinig snapt van financiën en de Nederlandse volksaard. Zoals steeds glashelder, die Eppink.
Een ander artikel gaat over ouders die met hun smartphone in de hand achter de kinderwagen aanlopen. Natuurlijk raken die baby’s danig van streek door de uitdrukkingsloze gezichten van papa en mama. Ouders zoeken tijdens digitaal verkeer minder contact met hun kroost dan bij het schrijven of lezen op papier, volgens een Amerikaans onderzoek. Iets dat gezond buikgevoel al lang wist.
Een belangrijk gesprek van HP/De Tijd met een man die op zijn zestiende tot vrouw werd verbouwd toont aan hoe essentieel het is om het over zelfacceptatie te hebben met mensen in die situatie zonder hen een modieuze sekseverandering aan te praten. Een hormonenbehandeling zorgde voor borstgroei en een operatie verschafte hem een vrouwelijker gelaat. ‘De transitie heeft mijn leven verwoest’, onthult hij en ‘Ik moet wel trans zijn, dacht ik, want de experts zouden anders die diagnose niet stellen’. Hij had ‘genderdysforie’, dit is een pijnlijk onbehagen met de sekse waarmee je bent geboren. In Nederland bleef in de periode 2000-2012 het aantal aanvragen tot transitie (honderd per jaar) stabiel. Sinds 2013 verdubbelde dat en nu staan er inmiddels al 8000 op de wachtlijst. Vandaag is de getuige een ‘detransitioner’ die terug wil naar hoe hij was. In de VS bestonden in 2000 drie genderklinieken; in 2022 zijn het er zestig. Niets om over te juichen, zo blijkt.
Een ander stuk onder de titel ‘iedereen orakelt beleidstaal’ behandelt het ‘management-denken’ waardoor medewerkers hun autonomie én hun werkplezier kwijtraken, hun vakmanschap verdwijnt en de arbeidskosten stijgen. Schaalverkleiningen en het schrappen van een hoop managementlagen zou de publieke sector deugd doen. ‘De natuurlijke autoriteit van professionals brokkelde steeds verder af en werd overgenomen door bestuurders’, aldus zorgondernemer Jos de Blok. Iemand als een premier Rutte ‘is er trots op geen visie te hebben, terwijl we een overheid nodig hebben die twintig jaar vooruit kan kijken.’, meent hij nog. Niet voor niets dat men in Scandinavië het ‘New Public Management’ vaak aanhaalt als grote oorzaak voor de huidige maatschappelijke problemen.
Een onderwerp dat hierbij aansluit is de heiligverklaring van ‘modellen’. Op het nu gaat om corona, klimaat of stikstof komt de wetenschap op semireligieuze wijze met een mechanistisch mensbeeld op de proppen. Dé expert leidt ons door de Rode Zee met zijn maakbare modellenmaatschappij. Ronald Meester, hoogleraar waarschijnlijkheidsberekening aan de Vrije Universiteit Amsterdam stelt dat nogal wat wetenschappers een vooringenomen visie ontwikkelden. Cijfers werden door hun verengde context verheven tot feiten. Zo zei de besmettelijkheid van het coronavirus niet per se iets over de dodelijkheid ervan. Absurde maatregelen werden aanvaard door onwrikbare interpretaties.
Verder in dit nummer genoten we van een verhaal over de documentaire in eeuwige wording ‘Het hart van Amsterdam’ over de Wallen, een kritische beschouwing van de vijftien talkshows per week op de Nederlandse televisie (‘Talkshow-moe!’ en een heerlijk interview met Youp van ’t Hek die na zijn afscheidstournee zeventig zal zijn met vijftig jaar cabaret op de teller. Geruststellend ook dat hij zijn scherpe humor niet afzwakt in tijden van cancelcultuur. Doorheen alle modes van verzet en/of correctheid is hij nog steeds de schalkse observator die we in 1984 voor het eerst aan het werk zagen en die nog steeds de kleinheid der’ kakkers’ zoals hij ze noemt ongenadig uitvergroot. Zo hoort het.
**
**