Dit stukje heb ik gepleegd op die gedenkwaardige zaterdag van het jaar onzes Heren waarop 84 ben geworden. Met Leopold III heeft dat overigens geen fluit te maken. Dat ik vandaag 84 ben geworden, is te danken (of te wijten voor de vrienden?) aan het genealogische feit dat ik ter wereld ben gebracht op 12 maart 1938. Tel bij dat jaartal 12 jaartjes bij en Leopold komt dichterbij. Op 12 maart 1950 werden mijn beminde ouders en alle andere stemgerechtigden in ons edel vaderla-and ter stembus genodigd om hun democratisch antwoord te verstrekken op de simpele vraag: ‘Mag koning Leopold III weer op zijn troon gaan zitten JA of NEEN?’
Als wij daar met hedendaagse ogen op terugkijken, lijkt een simpeler vraag moeilijk stelbaar, maar wat voor harde robbertjes mitsgaders bloedige robbers zijn er in dat historische jaar 1950 niet uitgevochten wegens onoverbrugbare meningsverschillen omtrent JA en NEEN! Niet alleen vriendschappen zijn er toen door die zogenaamde ‘koningskwestie’ uiteengereten, maar heuse familiebanden raakten verscheurd als waren het vodjes papier.
Stel dan, als verantwoordelijke overheid, al eens een poepsimpele vraag aan het volk dat je geacht wordt te regeren. Dat volk zit dan na het vervullen van zijn plicht (of van zijn recht?) uren te wiebelen op het tipje van zijn stoel en met een visadempje te wachten op het democratisch verdict, desnoods paraat om metterdaad opnieuw te gaan robberen bij tegenvallende uitslag.
Het land dat zich in 1830 al eens vergist had, stond in 1950 op het randje van een JA- of NEEN- burgeroorlog, weet je wel?! Maar in 1950 was de uitslag in het voordeel van de omstreden Leopold III: 57,68% JA. Het pad naar de troon leek schoon. Democratie, weet je wel?! Moment s’il vous plaît! In Leopolds rijk stond DEMOCRATIE lelijk te kijk en wel om de heel simpele reden dat de raadpleging van het volk in het noorden een andere uitslag opgeleverd had dan in het zuiden. Al wees de integrale uitslag op een democratische JA-meerderheid, er waren tussen zuid en noord serieuze verschillen. Noord had met een kleine 73% JA gestemd, maar in franstalig België bleek de liefde voor de koning onder 50% hangen. Nationaal bekeken dus toch, nuances in acht genomen: Leve de Koning en leve zijn troon! En toen liep het… SPAAK.
Die Paul-Henri, staatsman en Vloms onkundig, raapte zijn stoottroepen bijeen en marcheerde daarmee tegen de terugkeer van Leopold, al was die door een volkomen democratische meerderheid gewenst. Er vielen een paar doden in de rangen, maar met geweld en kasseistenen werd uiteindelijk de koning geveld: Leopold kwam NIET terug op zijn troon, maar gaf die grootmoedig (?) aan zijn bedeesde zoon. De rest is geschiedenis et pour les flamins la même chose. En ga nu in ’s hemelsnaam niet denken, gewaardeerde lezer, dat uw dienaar koningsgezind is, of die vorst nu Leopold heette of Philippe wordt genoemd. Republikein ben ik, maar de historische waarheid heeft haar rechten. Leve de republiek, zelfs op mijn verjaardag!
H V O
**