Zoals in voetballand is er ook een transfermarkt in uitgeefland Vlaanderen. Wie herinnert zich niet de magistrale transfer van Rik Van Cauwelaert en Koen Meulenaere van Knack naar De Tijd in 2012? In Brusselse restaurants waar eertijds journalisten hun nieuws sprokkelden, maar nu slechts kebab kan worden verkregen, werd lang verteld dat het 5 jaar geduurd heeft eer De Tijd de volledige koopsom voor de 2 kemphanen had afbetaald aan Rik De Nolf, de baas van Knack.
Ongeveer in dezelfde ‘trend’, maar dan voor veel minder miljoenen schaakte ‘tScheldt een half jaar geleden Hector Van Oevelen weg van de redactie van ‘t Pallieterke. Meer dan 25 jaar lang was Hector Van Oevelen het uithangbord van ‘t Pallieterke. Dat ‘t Pallieterke recent een vernieuwings- en verjongingskuur onderging met een nieuwe eigenaar en hoofdredacteur en de 83-jarige Hector samen met ander behang en kantoorvuil op straat heeft gezet, is niet meer dan oudewijvenpraat. Nee, in een heroïsch bevochten overnamestrijd moest ‘t Pallieterke de duimen leggen en Hector laten gaan. Niet nadat er discreet een valies vol edel vocht en eerste drukken van een verboden erotisch tijdschrift uit de privécollectie van de eigenaar van ‘tScheldt bij ‘t Pallieterke werd afgeleverd.
Maar zie, de transfer is nog geen half jaar oud en Hector Van Oevelen, 83, haalde snoeihard uit in een klein artikeltje dat eergisteren op ‘tScheldt verscheen.
Hector hekelde het feit dat er geen Nederlands wordt gesproken in het inentingspaleis op de Heizel.
Onder ons, Hector heeft een zwak voor het Nederlands en voor Zuid-Afrika.
Dé reden waarom ‘tScheldt foute schelmendrukken over had voor Hector is zijn ongeëvenaard talent in het maken van hekeldichten, een kunst die nagenoeg verdwenen is. Laten we het erop houden dat door de doortocht van Hilde Crevits als minister van Onderwijs, niet alleen de kennis van het rekenen, lezen, haken, breien, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, frans, godsdienst, chemie, fysica en het turnen is geïmplodeerd, maar ook de kennis en de kunde van het hekeldichten.
In zijn artikel getiteld: “Geen Nederlands in het inentingspaleis op de Heizel… nochtans gelegen in de hoofdstad van…. Vlaanderen” laakte Hector de verwaarlozing van het Nederlands in Brussel. Tegelijkertijd vroeg hij zich af of Vlaanderen niet beter dat wormgat dat Brussel heet, voor eeuwig en altijd laat vallen.
Het duurde geen twee uur na de publicatie van het artikel van Hector in ‘tScheldt of ergens in de krochten van het ministerie van Media van Jeugd en van Brussel liepen bodes door elkaar om de minister van Brussel te vinden.
“Verschoning, verschoning excellentie!”, riepen ze Benjamin Dalle toe toen ze hem aan de flipperkast vonden.
“Hector Van Oevelen, heeft een wel heel pertinent stukje gepleegd over het feit dat er een probleem is met het Nederlands in Brussel. U moet daar onmiddellijk iets aan doen, Sire!”
Dalle, nog niet gerecupereerd van een mislukt TikTok filmpje om onweerbare kinderen weerbaar te maken, schrok op uit zijn lethargisch flipperkastspel.
“Hector Wie?”, lispelde Dalle.
De lakei die hem het eerst had gevonden keek hem bezorgd aan. “Heu…. Hector Van Oevelen, weledelgestrenge”, fluisterde hij.
Dalle, nog steeds afgeleid van de wereld, en dit sinds het begin van zijn baan als minister, murmelde: “En voor wie schrijft die Hector?” Onmiddellijk vervolgend “En zeg mij niet De Standaard, want met die klotegazet wil ik niets te maken hebben”.
“Nee, mijnheer de edelachtbare”, zei de lakei, “Hector schrijft nu voor ‘tScheldt!”
Er kon Dalle geen wesp zo diep gestoken hebben als op het moment dat de naam ‘tScheldt viel.
“‘tScheldt, die geperverteerden die mijn drie vrienden Sean, Peter en Stan hun masturbatiefoto’s hebben gepubliceerd? Godverde, godverde, godverde…” Dalle was zo boos dat de flipperkast onder zijn trillende handen tilt sloeg.
“Heu…. dat klopt niet helemaal weledelgestrenge”, sprak de lakei zachtjes tegen. “tScheldt heeft die foto’s nooit geplaatst. U heeft dat een klein beetje foutief aan Het Laatste Nieuws gemeld. Dat was gewoon een kleine waarheidsverblinding van Uwentwege, Sire”.
“Hoe, heeft ‘tScheldt nooit die natuurfoto’s gepubliceerd?”, vroeg Dalle verbaasd.
“Nee, weledeloverdachtbare”, zei de lakei.
“Godverder, godverde, godverde….”, jammerde Dalle.
“Allé gauw, laat dat artikel over Brussel van die Hector eens zien….”, kreunde Dalle.
Even later klonk er weer gevloek uit de speelkamer van de minister.
Een dag later stond er in een reeks bevriende kranten van de minister:
“Dalle: Taalwetgeving geschonden in Heizelcentrum”.
Zeg nu nog eens dat transfers in uitgeefland niet kunnen opbrengen….
***