Demir en de renovatiedombo’s

Nu de onderhandelaars van de politieke partijen een akkoord zouden hebben bekijken we even het gesjacher met geloofspunten uit de diverse partijprogramma’s. Zelden of nooit ging het over een grondige oplossing van problemen die ze zelf hebben veroorzaakt.

Neem nu de renovatieplicht…

1. Door de eeuwen heen

Door de eeuwen heen hebben mensen hun woning verbeterd naargelang de noden, de wensen en de mogelijkheden. Het is een van de meest kenmerkende wetmatigheden van menselijke beschaving. Van decennium tot decennium ging de kwaliteit ervan dan ook met sprongen vooruit.

En dan komt daar plots een generatie wereldvreemde politieke betweters die denken dat ze dat allemaal in de mensen hun plaats moeten regelen. Niet moeilijk dat zoiets in het honderd loopt en miserie veroorzaakt.

‘Wat gaan ze daaraan doen?’ vraagt iedereen zich nu af. Helaas zal dat weinig zijn. Het systeem past immers perfect bij de drijvende kracht van het autonome Vlaamse beleid sinds de eerste staatshervorming: een onuitputtelijke regelneverij.

2. Een onuitputtelijke regelneverij

Vlaanderen telt zodanig veel politici, dat politiek werk verzinnen niet evident is. En hoe meer regelgevers, hoe meer regels. Pietluttigheid wordt niet eens meer als zodanig aangevoeld.

Het is ook gebruikelijk geworden om problematische regelingen op te lossen door ze te compliceren. Het probleem blijft dan bestaan, maar het wordt zodanig aangevuld met koterijen, dat de betrokken politici weer een tijdje verder kunnen.

Er is ook de typisch Vlaamse steekvlampolitiek, die leidt tot reglementering van problemen waarvan niet eens fatsoenlijk is vastgesteld dat ze bestaan. Denk aan het verhaal van de lege brooddozen: een imaginair probleem, maar bijna was het onderwijs ingedeeld bij de horeca.

Last but not least is er een generatie bestuurders aan de macht die in een compleet theoretische dimensie leeft. Ze creëren een administratieve wereld van criteria, regels, voorschriften en uitzonderingen, en ze gaan ervan uit dat de zaak daarmee geregeld is.

Door dat alles neemt de druk op gewone mensen stelselmatig toe, op meer en meer terreinen. En over een schoolvoorbeeld daarvan wil ik het hier hebben. Over de miserie die over ons is uitgestort door Demir en de renovatiedombo’s.

3. Demir en de renovatiedombo’s

De bokkenrijders van de 18de eeuw waren roversbendes en afpersers die, wat Vlaanderen betreft, vooral in het Limburgse actief waren. Ze zijn daar nu cultureel erfgoed.

Dat laatste verklaart ten volle waarom een oorspronkelijk doodbraaf mens als Zuhal Demir, dochter van Koerdische gastarbeiders, in een opwelling van Limburgering die praktijken tot de hare heeft gemaakt.

De bokkenrijders cultureel erfgoed en Ambiorix een standbeeld: voor een Limburger is er niet veel meer nodig om een totaal verkeerd beeld te krijgen van wat fatsoenlijk bestuur is.

Sommigen beweren dat Demir de hele aanpak in haar eentje heeft uitgedacht, en ze is daar inderdaad toe in staat. Maar net als bij de bokkenrijders, is ook bij politici de grootste miserie een gevolg van samenwerking.

Nooit eerder is er in onze contreien zulk een kortzichtige, onrealistische, asociale, wanordelijke, overbodige en contraproductieve opeenstapeling van bedenksels uitgevaardigd als regelgeving.

Straks komen een paar aspecten aan bod om van te kotsen, maar eerst een paar om mee te lachen.

4. Om mee te lachen

Wie kent ‘de dikke en de dunne’ niet? Oliver Hardy: dik dom en bazig, en zijn tegenspeler Stan Laurel: mager, dom en verlegen… Slapstick van de bovenste plank uit de jaren 1930-1950. De scenario’s verliepen allemaal hetzelfde: met een grenzeloze naïviteit startten ze een grotesk project, en dat eindigde dan in een complete chaos.

Wat weinigen weten, is dat de hoogbejaarde scenaristen thans met een flexi-job zijn toegevoegd aan diverse N-VA-kabinetten. De gevolgen laten zich raden…

– Al in 2021 bleek uit onderzoek van de UGent dat er nauwelijks een verband is tussen het EPC-label en het reële energieverbruik. Ik citeer: ‘Bij een sprong van label F naar label A overschatten we de energiebesparing met 399%.’ Het was eigenlijk 400, maar ze wilden niet overdrijven.

Bovendien, zeiden ze, is er dikwijls heel veel isolatiemateriaal nodig voor een minieme besparing, en dat materiaal is niet bepaald klimaatvriendelijk. Universitaire conclusie: ‘Daardoor is het sop de kool niet altijd waard’.

In die omstandigheden afkomen met een scenario voor een algemene, geldverslindende renovatieplicht: geef toe, het is om te schateren!

– Veel huizen met label A verbruiken meer energie dan huizen met label E of F. Niet omdat ze beter geïsoleerd zijn, maar omdat de eigenaars het zich kunnen permitteren…

Stel u die situatie eens voor met dikke Oliver Hardy als rijke eigenaar van de perfecte N-VA-woning, en dunne buurman Stan Laurel als eigenaar van een simpel huisje met een onbetaalbare renovatieplicht… Iedereen weet tot welke burleske situaties dat aanleiding kan geven, want het scenario in kwestie is effectief Vlaams beleid geworden…

– Of stel u het volgende scenario voor… De dikke dringt het povere huisje van de dunne binnen om een steenkolenprestatiecertificaat (SPC) op te maken. Woest begint hij te hakken en te boren in daken, vloeren en muren om de samenstelling ervan te weten te komen, terwijl de dunne er beteuterd naar staat te kijken met het rekeningetje van de aangekochte steenkolen in zijn hand…

Eén ding is duidelijk: bij het uitwerken van de renovatieplicht moet er op de diverse kabinetten ongelooflijk veel gelachen zijn. Vooral met gewone mensen.

5. Om van te kotsen

– De kinderen zijn het huis uit en Robert en Mia worden er niet jonger op. Een groot stuk van hun leven hebben ze gespaard om tegen hun pensioen over een eigen woning te beschikken. Om niet uit hun huis te worden gezet op het ogenblik dat woonzekerheid levensbelangrijk is.

Energie besparen, moet aan die mensen niet uitgelegd worden: ze doen het al heel hun leven, en hun ouders deden het al vóór hen: door zuinig te zijn met verwarming, zoals ze zuinig moeten zijn met alles.

Dat huis is hun houvast. Als de tijd komt dat zelfstandig wonen niet meer mogelijk is, rekenen ze op de opbrengst van de verkoop om het rusthuis te betalen. En zoals veel leeftijdgenoten, hopen ze stiekem dat ze dood zijn voor het geld helemaal op is.

Wat hebben Demir en haar dombo’s met die mensen aangevangen? ‘Label F’ op hun huis geplakt en pakweg honderdduizend euro ingepikt van de verkoopwaarde. Zoiets noem ik om van te kotsen.

– Vroeger werden de mensen nog Janneke of Mieke genoemd in plaats van Yara of Bowie. Onvermijdelijk zijn die mensen nu stilaan oud en hun huis te groot. Naar een kleinere woning verhuizen, is in alle opzichten het verstandigste.

Tot voor kort klopten de berekeningen: met wat ze zouden krijgen voor hun woning, zou er een degelijk appartementje af kunnen. Maar nu is alles compleet in de war gestuurd: hun huis wordt veel minder geschat omdat het niet volgestouwd zit met officiële isolatie, en een appartementje zonder renovatieplicht kost een pak meer.

En dus blijven Janneke en Mieke maar wonen. Alle dagen zitten ze te verkommeren in hun veel te groot huis. En het enige wat er meer geïsoleerd geraakt, zijn zij zelf. Dat hebben Demir en haar dombo’s met die mensen aangevangen, en het is om van te kotsen.

– Diederik en Yolanda hebben in de jaren ’90 een appartement gekocht in een gebouw uit de jaren ’70, kort bij hun werk. Dat was nog in de goede oude tijd van de Belgische Frank en een onbestaande N-VA.

Toen was dat een heel behoorlijk appartement, en eigenlijk nu nog altijd: dubbel glas, thermostaatkranen, een zuinige verwarmingsketel. Nu gaan ze met pensioen en kunnen ze hun droom realiseren: dichter bij de kinderen gaan wonen. Ze kijken ernaar uit, en de kleinkinderen nog het meest.

De EPC-expert bezorgt hen een koude douche: label F. Het is een driegevelappartement en het ligt boven een onverwarmde garageruimte. Ze hadden daar nooit last van, maar dank zij de N-VA en haar meelopers is dat plots een gigantisch probleem.

De kosten om naar D te gaan, zijn hoog. Bovendien moeten de werken gebeuren aan de gemeenschappelijke delen van het gebouw, en de andere eigenaars zijn niet van plan om geld uit te geven voor het plezier van een vertrekkende eigenaar. Het zijn ook maar gewone mensen met een gewoon inkomen.

Resultaat: ofwel betalen onze vrienden alles zelf, ofwel geven ze hun appartement bijna gratis weg, want een koper staat voor exact hetzelfde dilemma…

Intussen wonen ze daar dus nog altijd. Nog even ver van hun droom en van hun kleinkinderen. Dat hebben Demir en haar dombo’s met die mensen aangevangen, en het is om van te kotsen.

6. De zedenles

De renovatieplicht is de grootste rooftocht op het eigendom van gewone mensen sinds de bokkenrijders. Het is de domste regeling die ooit door een Vlaamse overheid is uitgewerkt.

Het idee dat gewone mensen met een gewoon inkomen op een paar jaar tijd bedragen kunnen investeren die tot een compleet andere financiële leefwereld behoren, is krankzinnig in de medische betekenis van de term.

Dikwijls zijn de te investeren bedragen van de grootteorde van de aankoop van een studio, waarvoor hypotheekleningen worden toegekend op 20 of 30 jaar…

Bijna 30% van de Vlamingen woont in een appartementsgebouw, en dat ontgaat de renovatiedombo’s volledig. Individuele eigenaars hebben daar zo goed als niks zelf in de hand: daken, muren, vloeren, en dikwijls ook de verwarming niet.

Mede-eigenaars die niet bemiddeld zijn, worden vogelvrij verklaard: veroordeeld tot ruzies, financiële miserie en rechtszaken.

In De Zevende Dag van vorige zondag was de uitvindster zelf aan het woord.

Volgens haar heeft de renovatieplicht woningen goedkoper gemaakt, terwijl de renovatiekosten dat effect tenietdoen. Volgens haar geldt de renovatieplicht niet voor ‘zittende eigenaars’, terwijl die moeten meedoen als ze de verkoopwaarde van hun woning niet willen zien kelderen. En volgens haar is er ‘financiële ondersteuning’, terwijl die alleen groot genoeg is voor mensen die ze niet echt nodig hebben…

Typische analyses van iemand met 10.000 euro netto in de maand, die zich begeeft in het woongebeuren als een olifant in een porseleinwinkel.

Intussen staan de niet-geïsoleerde scholen en openbare gebouwen meer energie te verspillen dan alle privé-woningen samen. Het is de gewone Vlamingen uitlachen in hun gezicht.

Maar het meest schrijnende is dat voor veel oude, weinig bemiddelde mensen de spelregels worden veranderd terwijl ze aan hun laatste wedstrijd bezig zijn. Niks van hun plannen klopt nog, ze zitten als ratten in de val. Als dat geen gangsterpraktijken zijn, dan lijkt het daar in elk geval sterk op.

Heel even kon men dromen dat bij de onderhandelingen over een nieuwe Vlaamse regering de renovatieplicht zou sneuvelen – worden omgevormd tot een infosysteem. Helaas was het snel weer tijd om wakker te worden: geen enkele partij rond de tafel snapt welke miserie er is aangericht.

Waarmee weer eens de vraag rijst wat dat eigenlijk nog betekent: ‘volksvertegenwoordiger’.

— — —

(Vertaling van het versje op de cartoon)

Kijk hoe gelukkig een dwaas is,

Niks kan hem immers schelen,

Ik wou dat ik een dwaas was,

Lieve hemel! Misschien ben ik het al!