Door de steeds toenemende druk van de gevestigde waarden tegen het vrije satirische woord heeft de voltallige beheersraad unaniem beslist om de zetel van ons lijfblad te verplaatsen. En niet zo maar naar Charleroi of zo, nee ineens ver genoeg weg opdat ze niet meer kunnen binnenvallen of processen opstarten. Wel, verschiet niet, het wordt Tristan Da Cunha. Voilà, de kogel is door de kerk.
Wat is dat voor een “Hakuna Matata,” zult u denken, maar nee hoor, het onding heet “Tristan Da Cunha,” een eiland in de Atlantische Oceaan, pal in het midden tussen de punt van Zuid-Afrika en Brazilië, met welgeteld 268 inwoners. Waarom uitgerekend daar? De enige opwinding ter plaatse bestaat erin een zegel met de afbeelding van een vogeltje op een bijpassende briefkaart te plakken en op te sturen.
Volgens Wikipedia werd het eiland ontdekt door een Portugees met dezelfde naam en daarna bezet door de Engelsen omdat ze bang waren dat de Fransen dit godvergeten eiland gingen gebruiken als uitvalsbasis om “Napoléonneke” te bevrijden die op Sint Helena een langere vakantie hield. Het eiland werd door de jaren heen bezocht door robbenjagers, piraten (knipoog naar ‘tscheldt), walvisvaarders en VOC schippers.
Maar waarom nu juist dààr? Wel, omdat er in de geschiedenis van het eiland een Antwerpse bladzijde te schrijven valt, die echter niet voor het grijpen ligt. Niet op de officiële website van Tristan, niet op Wikipedia en een heel klein beetje op Chat JPT. Maar wél in een boek – nog zo’n echt exemplaar van welriekend papier – met als titel: ”Van de Azoren tot de Zuidpool,” dat handelt over de Belgische kolonies.
In 1841 richtte Leopold I de Antwerpse Koloniale Vennootschap op. Toen natuurlijk nog eentalig in het Frans. In 1775 zouden onze gewesten ofwel zelf, ofwel met behulp van de Amsterdammer G. Bolts en de Antwerpse Bankier A. Proli (dat wordt nooit echt duidelijk), het eiland al gekoloniseerd hebben en onmiddellijk de naam gewijzigd hebben in “Ile de Brabant”. Uiteraard met de bedoeling geld te verdienen als bevoorradingspost. Het plan mislukte en in 1785 waren de proto-Belgen ribbedebie. Later, onder Leopold I, zou zijn Vennootschap tevens een rol spelen in de kolonisatie van een brok Guatemala. Maar dat liep door ziektes en organisatieproblemen ook al helemaal fout af. In die optiek zou Guatemala evenzeer een bestemming kunnen zijn voor de administratieve zetel van ‘tScheldt.
Het bewijst ten andere onomstotelijk dat niet alleen Leopold II bezig was met het koloniseren van afgelegen gebieden, maar de eerste van die naam er toch ook reeds wat van weg had. Zonder veel succes, overigens, maar daarover leest u verder veel meer in het boek.
Nu is er echter een probleem. We zoeken een vaste medewerker die zijn intrek wil nemen op het eiland en de post ontvangen. Wie geïnteresseerd is, kan via email solliciteren. Bij voorbaat dank!