Enkele dagen geleden verscheen er een wat vreemdsoortige vrije tribune in uw lijfblad van de hand van Carine Knapen. Het vreemdsoortige zat ‘m in het feit dat Knapen van menig was dat Dries Van Langenhove op 20 juni jl. “terecht” werd veroordeeld door de tiende kamer van het Hof van Beroep te Gent. “Het kan verkeren,” zei Bredero! Kenden we Carine Knapen immers niet als de dartele botsabsorbeerder waarop een straalbezopen overheid zich telkens weer te pletter reed? Natuurlijk is het slechts “een mening”. En die is zelfs voor Knapen vrij en verworven. In dat licht moet trouwens de publicatie van het stuk gezien worden. ’tScheldt is ondertussen het enige medium in dit almaar sneller afglijdende Vlaanderen dat de vrije meningsuiting erkent, sanctioneert, canoniseert en dus ook ten volle dient. Zelfs de zonderlingste gedachte heeft een eigen plaats aan het firmament van de vrijheid! Maar geen mening die ook niet mag tegengesproken worden: ook dat is een inherent gevolg van het mensenrecht dat “vrije meningsuiting” heet; een recht dat onmiskenbaar door het activistische Hof van Beroep te Gent werd miskend! Vandaar toch enkele korte bemerkingen bij een arrest dat met “recht” evenveel te maken heeft als malse sneeuw met een zomerse, frisgroene alm.
Een arrest, zoals dat van het bloed-tirannieke Hof van Gent, is slechts een “point final” van een hele procedure, een oordeel dat enerzijds een lange juridische anamnese in zich te verdisconteren heeft en anderzijds toch ook de blik strak gericht moet houden op zijn maatschappelijke consequenties. “Recht” kan en mag daarom niet uitbesteed worden aan dwazen die persoonlijke rekeningen te vereffenen hebben of “eigen ideologieën” prioriteit geven. Alleen al met betrekking tot de anamnese van de beslissing, die hopelijk bestreden zal worden voor Cassatie of nog verder, zijn al een aantal “kromheden” te melden die het niet eens noodzakelijk maken dieper in te gaan op de inhoud ervan. Procedureel was het hele proces al een farce, een schijnvertoning die door de gekste clowns uit de meest befaamde circussen ter wereld moeilijk geëvenaard kan worden. Want mensenrechten komen nooit alleen, maar steeds per colli, zijn allen behoorlijk absoluut (op uiterst strikt te interpreteren uitzonderingen na) en dienen, om een evidente collisie te vermijden, met de grootste zorg tegenover elkaar afgewogen te worden. Dat dit in casu niet is gebeurd, staat zonder twijfel vast.
Niet alleen had het rode toga-geteisem de strekking van het recht op vrije meningsuiting onder de loep te leggen maar evenzeer de rechten van verdediging (ook een mensenrecht!) strak in het oog te houden. Dat is niet gebeurd! Na ellenlange pleidooien van de gesubsidieerde burgerlijke partijen, die allemaal op dezelfde manier stonden te kwijlen en overdreven aan sfeerschepping deden, werd het uitgerekend de beklaagde (hij die een straf boven het hoofd zag bengelen) niet vergund z’n verdediging naar behoren te voeren. Het organisatorisch geklungel van het Hof, zoals “te weinig tijd” of “deprivatie van rechterlijke slaap” vermag het daarbij geenszins welk mensenrecht dan ook te beteugelen. De burgerlijke partijen, waaronder het halfblinde UNIA of de even slechtziende Liga van de Mensenrechten, hadden procedureel perfect verplicht kunnen worden niet in herhaling te vallen – wat ze overigens stuk voor stuk wel op groteske wijze deden – opdat de pleittijd, aan hen voorbehouden, in overeenstemming zou zijn met de tijd voorbehouden aan Van Langenhove. Omdat dit niet gebeurde, verstuift nu heel de zaak Dries Van Langenhove het meurende parfum van partijdigheid, terwijl het recht op een onpartijdige rechter ook al een mensenrecht is.
We zouden hier al kunnen ophouden. Debatten gesloten, uitspraak op de banken: Van Langenhove gaat vrijuit! We hoeven derhalve het snertarrest niet eens op zijn inhoudelijke merites te beoordelen om het als “niet terecht” te bestempelen. De rechten van verdediging werden schromelijk met de voeten getreden, wat de uitspraak juridisch ongeneeslijk besmet. Dat de vrije tribune van Carine Knapen hier zonder meer aan voorbijgaat, oogt zonderling, zeker wanneer men weet dat zij toch een hele poos in de sector werkzaam was. Het onderlijnt ten overvloede hoe bitter weinig het pakketje mensenrechten écht van tel was in deze zaak. Veeleer het uit de weg ruimen van een regimecriticus was aan de orde van de dag; een taak ten andere waarvan de politiek benoemde rechters zich voortreffelijk gekweten hebben. Met “recht spreken” heeft dit huzarenstukje van partijdigheid echter geen moer te maken!
Voor alle duidelijkheid toch nog dit: los van de procedurele kwestie faalt ook inhoudelijk het arrest op de meest volstrekte wijze naar recht. Het beschamende twee-maten-en-twee-gewichten theater van onze gederailleerde justitie bereikte met deze uitspraak een wellicht voorlopige apotheose. Wie nu nog gewaagd van een onafhankelijke rechtsmacht en een rechtstaat die naam waardig, heeft meer dan een brilletje nodig. Het lijkt er wel op alsof onze gerechtshoven nog slechts bevolkt worden met lui die een stuk gelukkiger zouden zijn in een beschutte werkplaats dan aan het hoofd van een hoger gerechtshof. Hun juridisch denkvermogen mist alle doorzicht, elke vorm van proportionaliteit en geeft zich over aan een onderdanigheid aan de politieke elite die de islamitische onderdanigheid aan het racistische en godsdienstwaanzinnige zegel der profeten in een ijskoude schaduw doet verzinken. Van enig zicht op de maatschappelijke consequenties is geen sprake meer. Laten we ons gemakkelijkheidshalve beperken tot twee, zich ten dele overlappende ontwikkelingen die door deze vod van een arrest niet enkel worden bevestigd, maar zo mogelijk nog verder worden gefaciliteerd. Beiden trouwens leveren onweerlegbaar bewijs van de irreversibele verloedering van het justitieel apparaat en dito denken en de ijzeren greep van de politieke staatsmacht erop.
Primo is er het blik “objectieve aansprakelijkheden” dat opengetrokken wordt om de burger onder de stalen knoet te houden. Van Langenhove werd als beheerder van een besloten facebookgroep aansprakelijk gehouden voor de grappen van een ander. “Strafrechtelijk opzet” is in hoofde van het Openbaar Ministerie het bewijzen niet meer waard. Gelijk welke derde kon – en kán nu, lopende het uitstel, nog steeds – de goorste (on)gein posten, zelfs zonder medeweten van de beklaagde, om deze laatste alsnog achter de tralies te krijgen. Het volstaat dat de rode lafaards van de VRT een smerige streek uithalen en er vervolgens een screenshot van nemen om de klus te klaren. Filosofisch zit deze ontwikkeling dieper geknoopt aan de meer dan angstaanjagende teloorgang van de individuele verantwoordelijkheid. Niet de bestraffing van de dader is nog van belang, maar het bestraffen als zodanig. Wie veroordeeld wordt is niet meer van belang, dát er überhaupt veroordeeld wordt is van tel. Het geeft dwaze politici – met in hun kielzog partijdige rechters – de mogelijkheid zich op de borst te kloppen en zich uiterst performant te wanen. Het is een averechts effect van een “verdoken islamisering”: is de islamiet “nooit” zelf verantwoordelijk voor zijn daden (want te “verward” of de schuld van Allah), dan is het eigen volk “altijd” aansprakelijk, ook al zijn het anderen die de daad stelden. Het individu legt op die manier nog maar eens de duimen voor de massamens.
Ten tweede is het een zoveelste inbreuk op de vermeende universaliteit van de mensenrechten; door links slechts in woorden bezongen, in daden echter bevochten. Tuurlijk zijn de mensenrechten het seculiere saldo van het rijke, homogeen christelijke Europa. Maar ondertussen lijkt de nog steeds in wezen christelijke Europeaan wel de laatste die er van kan genieten. Deze rechten van het individu tegenover een inhalige staat, worden thans zodanig opgerekt dat niet alleen de staat ze tegenover de burger heeft te vrijwaren, maar ook elke staatsburger zelf tegenover gelijk welk “ras”, gelijk welke bevolkingsgroep of gelijk welke ander troep gestoorden. Dat de mensenrechten derwijze nog slechts gedragen worden als een stel versleten onderbroeken zonder elastiek en het, in casu, niet meer dan een smoes is ter bestraffing van een regimecriticus, moge kristalhelder zijn. Voor vreemde verkrachters, ordeverstoorders en messentrekkers volstaat het te verwijzen naar hun eigen culturele achterlijkheid of een hoogst ongeloofwaardig “ik-zal-het-nooit-meer-doen”-sketch op te voeren om bestraffing te ontlopen – al kan er af en toe ook al wel eens een opstelletje inzitten; meningen (geen daden die de fysieke integriteit schenden!) worden echter fanatiek bestreden door zij die ze durven te uiten aan de schandpaal te binden. Nooit richtte Van Langenhove zich naar een individu, steeds naar groepen en groupuscules: negers, islamieten, joden… Waar zit dan toch de schending van een individueel recht?
Mensenrechten die de individuele burger moesten beschermen tegen een hebzuchtige staatsmacht werden instrumenten van diezelfde opgeblazen staatmacht om de individuele burger het zwijgen op te leggen. De eeuwenlange ratio legis van de mensenrechten (van het Magna Charta en de Bill of Rights tot de Universele verklaring) verzandde daarmee in haar perfect tegendeel. Op heel slinkse wijze werden ondergeschikte nationale uitzonderingswetten ingezet om zgn. internationaal geldende en universele mensenrechten uit te frezen tot wapen waarmee met scherp kan geschoten worden op meningen die afwijken van de door links getolereerde gedachtelijke eenheidsworst. Wie dit niet kan of wil zien, heeft te lang stekeblind in de donkerste kelders van justitie gewerkt, lijdt ongeneeslijk aan een justitieel stockholmsyndroom en collaboreert vrijwillig met een non-justitie die niet alleen alle schappelijkheid, maar ook alle geloofwaardigheid en betrouwbaarheid verloren heeft.
**
Illustratie: Dries Van Langehoven
**
Je kan ‘tScheldt steunen door:
- een bedrag naar keuze te storten op rekening: BE11 4310 7607 5248 (graag met vermelding ‘steun’ en je email zodat we je kunnen bedanken), of
- door (al dan niet anoniem) te steunen via: steunactie, of
- door je abonnement te vernieuwen via deze link