Zachtjesaan gaat op links het licht uit. Ja, het linkse gedimde licht neigt van langsom dwingender naar de droeve duisternis der uitdoving. Lang zal het dan ook niet meer duren of zelfs de verhelderende kaars en bril volstaan niet meer om het kleinste straaltje licht te laten schijnen op de fantasievolle maar denkbeeldige progressieve werkelijkheid. Die werkelijkheid vloekt ondertussen zodanig beklemmend met de realiteit van alledag, dat de noodzakelijke spagaat van links ondraaglijk veel pijn begint te doen in de onzacht op de aardbodem beukende schaamstreek. Let op: het progressieve stervensproces gebeurt gewis niet onopgemerkt! Links roept en tiert het behang van de muren, maar slaagt er niet eens nog in één enkel ding te verwezenlijken. Pijnloze euthanasie, de enige échte leedverzachter, is voor progressieven dan ook een idolate zaak enkel voorbehouden aan het zichzelf realiserende individu, niet aan het eigen kromdenken dat zich allengs ontdaan heeft van schier elk mogelijk draagvlak. De knoestige proletariër werd immers bourgeois die geen enkele verworvenheid ter discussie wil stellen en daarom ruimde de nieuwe burger gewillig plaats voor de vreemdeling, liefst zonder Europese pedigree. Elke vreemdeling heeft inmiddels echter ook z’n eigen gesegregeerde en massaal geïmporteerde volksstam om zich over te bekommeren. En net deze niet te integreren volksstammen krijgen thans van de palliatieve progressief een ongebreidelde vrijgeleide om de samenleving die hen bergt en voedt, te dwarsbomen.
Verwaand Links
Ziedaar de catch 22 waarin links op 30 meter van de kustlijn langzaam maar zeker verzuipt. En geen redder die een brevet van 25 meter schoolslag kan voorleggen! Dus rest de progressieve kudde nog slechts te roepen en te tieren in haar zelfverklaarde oase, die van lieverlee meer weg heeft van een gortdroge en kiemvrije woestijn dan van een vochtig gehouden akker waarop klaterfrisse ideeën geriefelijk kunnen schieten. De plaat van obsoleet links is vrijwel aan het gaatje, z’n versleten naald blijft krakend hangen in de ondiepe vore van het ijdele gezelligheidsverbod en de uitsluitende proscriptie. Neem nu dat bloedarrogante geval Frank Vandenbroucke. Omwille van ons aller bestwil verbood hij de verkoop van sigaretten door de distributiesector (Carrefours, Delhaizes, Aldi’s…). De exceptie gold enkel magazijnen kleiner dan 400 m2. Maar de distributiesector blijft uiteraard de distributiesector: die zoogt zich rijk aan grootschaligheid; dus verdween de sigarettenverkoop in alle winkels, ook deze kleiner dan 400 m2. Dat wist die vleesgeworden verwaandheid op voorhand! Gevolg: op tijdstippen dat de steeds schaarser verstrooide Vlaamse sigarettenwinkels gesloten zijn, is de roker overgeleverd aan de nachtwinkel, zonder uitzondering gedreven door een allochtoon die het niet zo nauw neemt met de regeltjes. Als roker kan je in Antwerpen amper nog terecht in drie nachtwinkels; de rest verkoopt een uitgebreid gamma van namaak tot authentiek gras. Heel Gezond! Mijn sympathieke Vlaamse sigarettenboer weet dat ook, maar kan er niks tegen beginnen.
Ikzelf wél: ik betrek nu mijn sigaretten met de sloef uit Luxemburg, Zuid-Spanje of Italië. Kost letterlijk de helft en ik ben heel zeker ‘sigaretten’ te roken. Om de drie maanden via Luxemburg een Frans of Duits stadje meeritsen, tentoonstellinkje doen, lekker eten – vlees uiteraard! – en na een gezellig gezinsdagje uit met spotgoedkope sigaretten terug thuis. De Vlaamse neringdoener echter is alweer als enige de klos van dit progressief gelul naast de kwestie! En over de proscripties, genre Dries Van Langenhoven en Co, zullen we maar zedig zwijgen zeker? In dit geval is de jeugdige leeftijd van het slachtoffer plots geen reden meer om uit te pakken met hun uiterst selectieve empathie. Maar op een dag zal loontje om z’n boontje komen. Niemand, ook spijtend en gespleten links niet, zal het immers vergund zijn de dagelijkse realiteit zó stekenblind en zo grondig te ontkennen, te verdraaien en om te keren, zonder daar ooit een behoorlijk hoge prijs voor te betalen. Die prijs heet onmiskenbaar extinctie. Liever vroeger dan later! Zowel in binnen- als in buitenland glijdt links linea recta af naar het drijfzand van de expiratie. Schaamteloos weigert het zichzelf in vraag te stellen, zichzelf te corrigeren, de zon ook in andermans tuin te laten schijnen. Monsterlijke betweterigheid en hooghartigheid strijden er onafgebroken voor winst en breken iedere dag weer wereldrecords, tot de opgeblazen ego’s, één voor één, zullen ontploffen in zelfgenoegzaamheid.
Italië
Zo hield Italië bv. op zondag 8 en maandag 9 juni jl. een referendum dat uitgelokt werd door een bonte bende op links met politieke partijen als de PD (Partito Democratico) – uiterst gebrekkig geleid door het ongeleide projectiel Elly Schlein – in “pole-position” en andere radicalen (zie illustratie). Waren ook van de partij: de vakbond CGIL (Confederazione Generale Italiana del Lavoro), uiteraard een resem migrantenorganisaties en zelfs een stel burgers, waarvan journalist-activist (zijn er anderen?), voorzitter van het Italiaanse Greenpeace, Ivan Novelli, de bekendste was. Eigenlijk waren er vijf referenda: 4 vragen gerelateerd aan arbeidsvoorwaarden (re-integratie van de onwettig ontslagen werknemer, hoogte van de opzeg in dat geval voor kleinere bedrijven, motivatieplicht in hoofde van de werkgever voor het afsluiten van contracten met een looptijd van minder dan een jaar en de hoofdelijkheid bij aanbestedingen; allen met als doel de disproportionele bescherming van de werknemer te herstellen van vóór de Jobs-act van maart 2016 ingevoerd door de ooit zo geprezen progressieve wonderboy Matteo Renzi) en 1 vraag over de nationaliteitsverkrijging (halvering van de termijn van 10 jaar ter verkrijging van de Italiaanse nationaliteit). De referenda heetten “abrogativi” te zijn, wat wil zeggen dat de regering Meloni I gebonden was door het resultaat ervan. Op 20 januari 2025 keurde de Corte Constituzionale d’Italia (het Grondwettelijk Hof) de vijf vragen ontvankelijk voor het referendum en lopende de regering Meloni begon links oppositiepropaganda te voeren, niet door haalbaar beleid voor te stellen of het gevoerde beleid te bekritiseren, maar voor een referendaal “SI” (ja).
Slome Schlein&Co verzamelde, ter uitlokking van het referendum, slechts 637.000 handtekeningen en zag in die 1,07 % van de Italiaanse bevolking genoeg draagvlak om de regering Meloni uit te dagen. Ze zag het als een test voor de regering, ja zelfs als tussentijdse verkiezing, die niet minder dan een politieke “frana” (aardverschuiving) zou veroorzaken: meer rechten voor de werkman en, en passant, 2,5 miljoen “Italianen” erbij die, om redenen van hun ongeschooldheid, blind op de Sossen zouden stemmen. Progressief niemendalletje Schlein, die aldoor kwekt over het “Campo Largo” (links politiek samenwerkingsverband), werd er helemaal vochtig van! Hoe dichter het referendum kwam, des te zegezekerder ze werd: het langverwachte linkse orgasme leek nabij. In Italië echter, zoals het overigens elke democratie zou betamen, zijn referenda echter pas geldig wanneer de helft (50%) der stemgerechtigden komt opdagen. Ter vergelijk: voor het referendum van de door een meerderheid gedragen Lange Wapper dienden zich amper 34,5% der stemgerechtigden aan. De brug werd dus weggestemd door een kleine minderheid. Na bijna een halfjaar campagne doet Italiaans links evenwel nog slechter! Nog geen 30% (29,89% om precies te zijn) getrooste zich de moeite van de verplaatsing naar het stemhok, temeer ook omdat de rechtse regeringspartijen hadden opgeroepen thuis te blijven. En dat deed meer dan 70% van de Italianen. Resultaat: het referendum behaalde niet eens het vereiste quorum. Groter kon de triomf van de regering Meloni niet zijn!
Wie bij zulke overdonderende nederlaag toch een minuscuul spatje bescheidenheid van de verliezer zou verwachten, heeft links nog steeds niet begrepen! Compleet naast de kwestie en bokkig om het uitblijven van nog maar de minste progressieve prikkeling, laat staan van een progressief orgasme, blijft la Schlein vanop haar vermeende morele Himalaya kakelen dat de uitkomst een welgemeend “NO” betekent aan het adres van de regering. Hoe zwakzinnig kan je zijn? Vanaf het aantreden van de regering Meloni regent het, bij elk microscopisch klein kiezeltje op de gouvernementele weg, linkse moties van wantrouwen: allemaal verloren door links. En nu dan het referendum. Zonder slag of stoot verliep dat ook al niet: de Corte Constituzionale weigerde immers een referendum over het wetsvoorstel Calderoli uit 2024, dat handelt over de zgn. gedifferentieerde autonomie (autonomia differenziata, i.e. een verdere federalisering van Italië). Resultaat dan van de progressieve hoogdag: één majeure vernedering voor verbrokkeld links! Schlein lijkt wel de enige te zijn die de bui – of het onweer! – niet zag hangen. Zo verklaarde ze schaamteloos dat vanuit progressieve hoek blijvend zal worden geijverd voor een gemakkelijkere nationaliteitsverkrijging, die dus niemand wil! “Che democrazia!” Haar partij lijkt wel sprekend op die achterlijke “moslim-vrouwengilde” van bij ons, die zich tegen beter weten in blijft uitsloven voor het dragen van de kopvod in openbare diensten.
En waarover bericht toch weer ons aller Ine Roox, de journalistieke poederdoos van De Standaard en het NRC die zich elke dag gewillig in ezelinnenmelk baadt, maar zich voor het overige tooit met de oogkleppen van een paard? Juist! Over het afluisterschandaal van twee persmuskieten uit de Fanpage.it-stal (een soort Italiaanse Apache), waarvan Italië “in de ban zou zijn.” Ik nodig de lezer hierbij uit een persmapje samen te stellen van de artikels die er in de Italiaanse pers aan gewijd werden (evenzeer met opgaaf van de pagina’s waarop het “grote schandaal” vermeld stond). Over het referendum kreeg Roox geen zinnige lettergreep op papier. Maar ze mag wel op kosten van de gesubsidieerde pers – en dus op ons kosten! – een meer dan verzorgd leven slijten in Rome! Wie heel goed toekijkt, ziet overigens een journalistiek patroon: net zoals de vroeg-dementerende Björn Soenens zich beperkt tot het lezen van de New York Times en denkt iets van Amerika te kennen, zo leest “la Roox” enkel Fanpage.it en denkt een schappelijke kijk op Italië te hebben. Niets nochtans is minder waar! Net zoals Soenens een verstarde extreemlinkse blik op Amerika loslaat die de helft van de “American way of life” niet eens wíl capteren, zo kijkt Roox naar Italië met onderkoelde noordelijke ogen, waarin zich meer dan de helft van de zuidelijke “passione” (passie) niet eens wíl laten weerspiegelen.
Hongarije vs. Europa
Een ander krankzinnig Italiaans geval brengt ons naadloos bij het Hongarije van Orbán, waar men nog wel weet om te gaan met al te pretentieuze progressieven. Dat geval heet Ilaria Salis, een compleet gestoord pokkenwijf dat zich “antifascistische activiste” noemt, maar zelf uitgesproken fascistische methoden bezigt om lieden die met haar van mening verschillen aan te vliegen. Zo werd ze in Hongarije opgepakt voor de gewelddadige aanranding van drie vermoedelijke neonazisten (andere theorieën gaan uit van de aanval op mensen die zij, in haar oeverloze domheid, voor neonazisten hield) tijdens de herdenking van de Slag om Boedapest (29 december 1944): het bloedige offensief van het Rode Leger aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Wat zij er als Italiaanse te zoeken had, is nooit helemaal duidelijk geworden, ook niet voor haar dwaze zelf. Links was zoals steeds weer pasteus gechoqueerd toen ze in de rechtbank van Boedapest aan handen en voeten geboeid, haar opwachting maakte. De progressieve verbijstering had tot gevolg dat ze eerst huisarrest kreeg, later zelfs voorwaardelijk werd vrijgelaten en uiteindelijk terugkeerde naar Italië, alwaar de politieke splinter “Alleanza Verdi e Sinistra” haar louter omwille van de immuniteit lijsttrekker maakte voor de Europese verkiezingen in de kiesomschrijvingen “Nord-Occidentale” (Piemonte, Val d’Aosta, Lombardije en Ligurië) en “Insulare” (Sardinië en Sicilië). Ze kreeg 178.202 stemmen achter haar naam, zetelt sindsdien in het Europese parlement en vijlt er, met elk knettergek idee dat in d’r onbewoonde kop opborrelt, haar staat van krankzinnigheid boven alle twijfel bij.
Maar in het Hongarije van Orbán werkt justitie nog wel zoals het hoort. Activistische Salis werd dan wel vrijgelaten, maar onder strikte voorwaarden. Bovendien moet zij nog steeds de Hongaarse procedure ten gronde doorstaan. Dat kan evenwel slechts als het Europese parlement haar inmiddels verworven immuniteit opheft. Daartoe werd door het Hongaarse Openbaar Ministerie dan ook een verzoek ingediend. Elke normale democraat en, bij uitbreiding, iedere burger met een min of meer normale kijk op het onderscheid tussen goed en kwaad (er werden immers gewelddaden gepleegd!) zou dit verzoek inwilligen. Niet zo Europees links, dat geen verlies nog weet te verteren. Afschieten kan men het verzoek niet, want het is juridisch sluitend. Dus wordt de oude truc bovengehaald: tijd winnen. De beslissing over het glasheldere Hongaarse verzoek wordt in die teerbeminde haven voor de tweesnijdende catamarans van gezakte nationale politici en ongelikte poenpakkers op de rand van de onvermijdelijke vergetelheid, keer op keer uitgesteld. Links, dat ondanks decennialange zakkenvullerij de onwelriekende bek nog steeds vol heeft van kaduke oprechtheid en sloganeske rechtschapenheid, slaagt er niet eens in het eenvoudigste en eenduidigste dossier zonder ongure franjes af te sluiten. In het grof gerafelde vaandel van links staat, nog een stuk boven de enkel nog met de mond beleden “Zorg voor de Burger” (Wie trapt daar nog in?), het nepotisme en het favoritisme als waarmerk te wapperen. En allerhoogst wappert het ultieme zegel der linkse geest: de burgerlijke dood voor de ingebeelde vijand. Dat hebben ze dan gemeen met het fascisme!
Frankrijk, Duitsland en de Benelux
Van die uitstoting van andersdenkenden en de proscriptiezucht, perfect vergelijkbaar met die van Sulla of van het Tweede Triumviraat uit de Romeinse republiek, getuigen Frankrijk, Duitsland en ons aller Benelux. Toen progressief Frankrijk, met z’n taedieuze en zedenprekerige onderdrukking van Marine Le Pen, haar verbanning naar “les Misérables” van de postindustriële woestenij in noordwest Frankrijk niet meer kon verzekeren en de politieke Rietzee zich voor Marion spectaculair opende richting het Parijse Beloofde Land, wist president Macron niet meer onder welke stoel te kruipen, wat hem waarschijnlijk weer een fameuze oorveeg van “maman Brigitte” zal opgeleverd hebben. Zijn beweging “En Marche” (EM, niet toevallig ook de initialen van Emmanuel Macron) kromp eerst tot de partij “La République En Marche” (LREM), later tot “Renaissance” en kon dus niet nog eens van naam veranderen in een bij voorbaat mislukte poging om mordicus een vlag te vinden die de progressieve lading toch niet weet te dekken en Le Pen te stoppen. Verscholen achter de weelderige palmbladeren van het sociaal liberalisme blijven Macrons wortels echter hoe dan ook tot diep in de socialistische teelaarde reiken. Wilde hij van Le Pen af dan moest Macron gezwind uit een ander progressief vat beginnen tappen; z’n links oog viel daarbij pardoes op de justitiële tobbe. Dat hadden “Les Petits Belges” hem al met succes voorgedaan! Wie in het streng centralistische Frankrijk de schakel tussen politiek en justitie nu nog niet wil zien en blijft vertrouwen stellen in de rechtstaat (scheiding der machten), moet bij gebrek aan gepaste medicatie heel dringend in therapie, want Parijs is op dát maatschappelijk niveau een dorp.
De voorhamer om Le Pen te slaan, was snel gevonden. Voor inbreuken die, over alle partijgrenzen heen, al lang vervelden tot een gebruik contra legem werd ze uiterst disproportioneel veroordeeld, of beter politiek afgeslacht: 4 jaar prison (waarvan de helft voorwaardelijk) én – voor progressieven is het nooit genoeg! – een door de vanzelfsprekend nog te voeren beroepsprocedure niet op te schorten uitsluiting van verkiezingsdeelname voor de volle lustrumperiode van 5 jaar! Opgeruimd, zo moet men gedacht hebben, staat netjes! Van het vonnis, dat met deugdelijke rechtspraak evenveel te maken heeft als een Aziatische kakkerlak met lekker Europees eten, spat de electorale motivatie onverholen af, maar de pijnlijk corrupte linkse politicus wast zijn handen Pilatusgewijs in onschuld en de smartelijk corrupte links-activistische rechter wil ons wijsmaken “onafhankelijk” te zijn. Met wiens voeten denken die linkse halvegaren nog te kunnen spelen? In Duitsland zijn gelijkaardige voorbeelden te geven voor wat het AFD betreft en in Nederland mogen de procedureslagen tegen Geert Wilders tot nadenken stemmen. In onze eigen belabberde contreien heerst er zowaar ondertussen een “seculiere theocratie van de progressiviteit” o.l.v. de dwaze ayatollahs van het Hof van Beroep van Gent, die recent nog via een gerechtelijke fatwa “opinietiranniek” uithaalden naar de volkomen onschuldige Dries Van Langenhove, terwijl voor datzelfde Hof de flink aangebrande logepaladijnen zonder uitzondering vrijuit gaan, hoe diep ze ook met hun kleverige grijpklauwen in de vetpotten van ’t algemeen hebben gezeten.
Je ziet het tribaal en nepotistisch socialisme als ongeslingerde honing van hun smoezelig aanschijn druipen! Bekijk, lieve lezer, toch eens de snuit van Mieke Butstraen, de opper-moellah van de rode toga-brigade die Van Langenhove burgerlijk dood verklaarde: vierkant gekapt, met diafane ogen vol revanchistische haat waarachter een duistere leegte schuilgaat die enkel nog gevuld kan worden met ideologisch kortzicht en met “eekhoorntjestanden” die elke waarheidseikel stuk gebeten krijgen. De progressieve arrogantie en verwaandheid treft overigens niet alleen de democratische instellingen, ook de lagere regionen van het maatschappelijke trapladdertje worden geïnfecteerd, want virussen die beschaving aanvreten, kennen geen hiërarchie. Kent U Xeno Dequeecker nog? Ook al een activist en zelfs “politicus,” uiteraard van het moralistische Groen. Deze onverlaat hield zich een paar maanden terug onledig met het doorsteken van SUV-autobanden omdat hij, helemaal alleen voor zichzelf, had beslist dat SUV’s niet in de stad thuishoorden. Nu heeft hij een andere tijdverdrijf gevonden. In de Bikschotelaan (deels Berchem, deels Borgerhout) terroriseert hij onafgebroken de buurt door met stoepkrijt voor andermans deur “Free Palestine” op de grond te krassen. De bewoners spuiten gedwee elke avond zijn “kunstwerkje” weer weg, wat bij min of meer normale lui toch de gedachte zou kunnen ontfutselen dat de actie niet gesmaakt wordt. Maar gestoorde Xeno behoort klaarblijkelijk niet tot die normale lui, en dus krast hij elke avond weer, als een groen-links perpetuum mobile, opnieuw “Free Palestine” op de drempels van zijn buren. Je zou voor minder “Xeno-foob” worden! En dan is het maar te hopen dat deze pretentieuze linkse kwaal niet wordt (terug)betaald door de ziekenkas.

De Free Palestine Poppenkast
Free Palestine-activisten of betogers, ze zijn al eender! Hun uitgesproken laatdunkendheid jegens de democratie en hun bekrompen omgang met democratisch verlies verstuiven ondertussen de bittere, onwelriekende aroma’s van een overvolle septische put. Met 75.000 waren ze; de dag erna met 100.000 en nu, na een week, zijn het er al “meer dan 100.000.” Nog even en het worden er een half miljoen. Voor wie niet meer mee zou zijn: we hebben het nog steeds over dezelfde, definitief afgesloten optocht, hoor! Maar met elke nieuwe verwijzing naar de groteske manifestatie, stijgt ook het aantal overschatte deelnemers. Voor zelfverwaand links was kwantiteit trouwens altijd al belangrijker dan kwaliteit. Bart Dhondt, de nieuwe spits van Groen, struikelde in de Afspraak bij slappe Schols, een paar keer behoorlijk over de bal toen hij zich erover verbaasde dat, daags na de carnavalstoet, de regering nog steeds niets had gedaan om de kolderieke eisen van de protesteerders in te willigen. Hoe hautain kun je zijn? Gelukkig werd Dhondt, net voor “de 16”, vernietigend getackeld door mademoiselle Isolde Van Den Eynde, die zelf nochtans van hakkelen haar uniek verkoopargument heeft gemaakt en de steeds wild voor z’n eigen aangezicht gesticulerende Rik Van Cauwelaert. Rik wist, na een massieve inzinking eerder dit jaar, nu wel voor welke ploeg hij moest supporteren. Toppie Rik! Hoe meer het volk te kennen geeft dit links niet te lusten, des te meer die armoezaaiers verzinken in de zomp van hun eigen gefingeerde gewichtigheid, elk apert electoraal verlies daarmee onfraai verhullend. Maar dat krijg je natuurlijk als onfatsoenlijk links de bijzit bij uitstek wordt van de Grote – toch ietwat mysterieus afwezige – Leider.
En wiens eisen moeten er dan wel ingewilligd worden? Wie loopt er zoal mee in die idiote “Free Palestine Poppenkast?” Eerst en vooral natuurlijk de belanghebbende soort: Arabieren, Noord-Afrikanen, West-Aziaten, kortom het gild dat de islam en haar dictaturen zogezegd vaarwel zei, naar het “rijke” westen verkaste om een beter leven te leiden maar uiteindelijk, als puntje bij paaltje komt, een terroristenregime steunt dat net hetzelfde doet als waarvoor men is gaan lopen. Wie heel de wereld binnenlaat, importeert evident ook alle wereldproblemen en komt al snel aan een paar tienduizend zielen. Zij die zich opgewerkt hebben, die prima geïntegreerd zijn en weten waar Abraham de mosterd haalt, zie je niet! Alleen zij die de achterlijkheid ontvlucht zijn en er ondanks alles toch in zijn blijven steken. Zij komen, ongebreideld zogend aan het sociaal zekerheidsinfuus en gespeend van alle dankbaarheid, thans onze verpafte leiders zeggen wat ze moeten doen. Verder zie je het veem dat met de eerste kliek de kost verdient: straathoekwerkers, sociale assistenten en jonge, nog niet door de wol geverfde, zeker wereldvreemde gesubsidieerden uit de vakbonden, het OCMW en andere cultuur- en multicul-organisaties, wellicht voorafgegaan door de progressieve politicus die al evenzeer van de allochtone stem leeft. En dan is er het laatste genootschap: de “indignado’s,” of verontwaardigden, zonder twijfel het hardst brullende koor. Zelf doen ze niet veel meer dan domweg verontwaardigd zijn. Hun gebrekkige kijk op de wereld komt exclusief uit de doos die strategisch staat opgesteld in de woonkamer en waarmee ze de vinger aan de wereldpols menen te houden. Ze geloven ook meteen alles wat ze op die doos van amper een paar vierkante decimeter te zien krijgen.
Bovendien smelten ze half weg als er “kindjes” op het scherm verschijnen, en al helemaal als die kindjes ook traantjes plengen, wat kindjes ten andere wel vaker plegen te doen. Geschiedenis weet hen maar matig te boeien en boeken zijn voor hen passé, ook al balken ze onafgebroken: “Dit is niet meer van deze tijd!” Moreel wanen ze zich op de top van de Mont Blanc, maar in werkelijkheid komen ze niet verder dan halverwege de licht glooiende flank van de Baraque Fraiture. Dit zijn de piraten van de potsierlijke processie: het ene oog koppig op het leed van de Palestijnen gericht, het andere verborgen onder een ooglap, stekeblind voor het leed van de joden. In de ene hand houden ze het protestbord “From the river to the sea, Palestine will be free” de andere verruild voor een vleeshaak waarmee ze graag inhakken op alle hen aangewezen vijanden. En zo dobberde het linkse “Palestinabootje” door de overvolle straten van de hoofdstad. Aan de riemen: de Arabieren, Noord-Afrikanen en West-Aziaten, de brandstof voor de driemaster; hoog in het kraaiennest zitten de professionals, strak de walkanten afspeurend op zoek naar gesubsidieerde lekkernijen en de politici, even belust op de allochtone stem; sloom op het dek: de indignado’s, languit genietend van de zon, de dikke huid beschermd met factor 50 en de schaamte van hun onwetendheid een eind weg loeiend met voorgeprogrammeerde credo’s en holle slogans, waarvan de ultieme draagwijdte net het tegendeel rooit van wat ze benaarstigen.

Onverteerd Verlies
Verliezen is geen optie! Want hun gelijk staat al eeuwen in marmer gebeiteld. Sensitief zijn ze half kreupel: ze hebben ogen, maar myopie verhindert hen op betamelijke wijze de wereld in te kijken; ze hebben oren, maar de aanleg tot luisteren werd hen ontnomen door de stramme ideologische “a priori’s” die, als repetitief gedreun, onveranderlijk uit hun lichtdoos schallen. Compenseren doen ze met de snavel, waaruit gestaag het goorste geraaskal gutst, zonder er ooit op afgerekend te worden. Democratisch heten die progressieven te zijn, maar als kleine minderheid eisen ze volledige medezeggenschap op; ze vaporiseren geweldloosheid, zelfs al moet die met geweld afgedwongen worden; met de mond belijden ze veiligheid voor de burger, tot die deugdelijk gegarandeerd wordt door de politiediensten, want dan zwaait een intern onderzoek; ze braken inclusiviteit, maar sluiten met gemak meer dan een miljoen zielen uit; ze aanbidden het individu, maar verwelkomen “en masse” heelder monolithische volksstammen; ze verafgoden de kleine man, maar wurgen hem in een onrechtvaardig staatssysteem van autistische regelzucht en vinkjes-tirannie; goddeloos seculier proselitisme staat hoog in hun vaandel, maar ze prosterneren zich plat op de grond voor de (terroristische) islam; ze overmeesteren de culturele podia, maar spuwen dodelijk addergif op de wortels van hun eigen bestaan; ze protesteren zich te pletter voor empathische humaniteit, maar keren vlotjes het hoofd voor de verwoestende plunderingen en stroperijen van de bezongen vreemde achterban… Taai geketend aan het vermeende eigen gelijk, verteert dít hoogst paradoxale links enkel nog zichzelf, nooit het flagrant maatschappelijk verlies dat ze allengs ondergaan.
De progressieven zijn op sterven na dood. Ze zitten “on death row” in hun eigen ideeëngevangenis en slagen er niet meer in zichzelf opnieuw uit te vinden. De linkse helix wentelt zich incrementeel neerwaarts en foerageert nog slechts op populistische pyrrusoverwinningen die het sterven moeten maskeren. Elke rollercoaster begint nu eenmaal op het hoogste punt om nadien alleen maar te dalen, die paar kleine remontes voor de dood niet te na gesproken. Koortsachtig speelt de linkse solist door maar lijkt de laatste te zijn die zich realiseert dat de tessituur van zijn minimalistisch stuk gestaag versmalt. Nu al heeft hij de grootste moeite om het orkest van de realiteit te overstemmen. Links, dat in het prille filosofische begin al de menselijke natuur uitdaagde (Marx, Marcuse, Habermas) en het geweld enthousiast omarmde (Bakoenin, Netsjajev), wordt thans van binnenuit uitgehold door jaloezie en postjespakkerij (Rousseau, Vandenbroucke), door grenzeloze fraude en corruptie (Claes, Coonen), door de ongerijmde veranderingsdrang die inmiddels de autodestructie aait (Stevaert+, Smet), door straalbezopen climatofobie (Van der Straeten,) en buitensporige xenofilie (Almaci, Gennez), door knotsgekke genderonzin (De Sutter) en oikofoob wokisme (Ridouani, De Bruycker) of gewoon door stuitende domheid (Van Brempt, Van den Bossche). De namen zijn exemplatief, dat spreekt, en tot op grote hoogte zelfs inwisselbaar, maar het geeft een idee. Allen echter zijn het onmiskenbaar de “lijkbidders” van links die de opgetuigde katafalk, zachtjesaan maar zeker, naar het offeraltaar duwen. Het vernietigende vuur brandt welhaast op volle kracht! Maar ze blijven, volgens henzelf toch, gelijk hebben!
Twee, op het eerste gezicht fluoriserende, uitzonderingen op dat zelfingenomen en verwaande links blijven weliswaar noemenswaardig maar bevestigen desalniettemin voluit de regel: de premier van Denenmarken, Mette Frederiksen, en haar Poolse ambtsgenoot, Donald Tusk, het lievelingetje van de “Europese” Zuster Ursula. Frederiksen tekende een streng asielbeleid uit; zo’n beleid waar wij hier, in onze 19de-eeuwse diplomatieke vergissing genaamd België, alleen maar van kunnen dromen. De asielaanvragen in haar land kelderde van 21.000, op het hoogtepunt in 2015, naar 2.482 in 2023. Frederiksen, nochtans een socialiste, heeft het nationaal belang in haar land terug voorop gezet (de samentrekking van beide componenten laat ik overigens geheel voor rekening van de lezer). Tusk is dan weer een oneigenlijke uitzondering: hij noemt zich namelijk liberaal, maar we weten al langer wat het liberalisme in ons land nog betekent, laat staan in het postcommunistische Polen! Tusk heeft zijn wortels in de vakbond Solidarnosc. Hij temperde de Europese asielspreiding in zijn land onder het voorwendsel al genoeg Oekraïners op te vangen. Bovendien voerde hij, onder druk van Poolse boeren die hun hoogwaardig graan niet meer aan de straatstenen kwijtgeraakte, opnieuw de invoerrechten in op laagwaardig Oekraïens graan. En de nieuw verkozen Poolse president mét vetorecht, Karol Nawrochki, zal Tusk ook op gebied van die andere progressieve “idee fixen” (bv. gendertheorie en klimaat) dempen. Tusk kon dus, gewild of ongewild, niet voor een “dusk” van het gezond verstand zorgen. Beiden bevestigen echter de regel omdat de progressieve heruitvinding van het nationaal belang ook gewoon anders kan heten: met name spontaan “rechts”, het alternatieve origineel dat veel meer hout snijdt. En dat begrijpen ondertussen meer en meer mensen. Het toont ten andere nog maar eens aan dat boeken als “Het Verraad aan de Verlichting” van de immer bekakte filosofische snotaap, Maarten Boudry, die trouwens zelf nog nooit beviel van een authentiek idee, al voorbijgestreefd zijn nog voor de eerste letter ervan op papier werd gezet.
**
Illustratie bovenaan dit artikel: het ongeleide projectiel Elly Schlein uit Italië
**
Je kan ‘tScheldt steunen door:
- een bedrag naar keuze te storten op rekening: BE11 4310 7607 5248 (graag met vermelding ‘steun’ en je email zodat we je kunnen bedanken), of
- door (al dan niet anoniem) te steunen via: steunactie, of
- door je abonnement te vernieuwen via deze link