Koerdische BOM legt Bom onder Volwassenenonderwijs

Het gaat helemaal niet goed met het onderwijs in Vlaanderen; dat wisten we al. Verbeteren doet het, ondanks dat besef, al evenmin, zeker niet nu het onderwijs en schier alle belendende percelen flink in handen zitten van een racuneuze Turks-Koerdische windhaan zonder allure. Door kennis van zaken wordt ze niet al te veel in de weg gezeten. ’s Morgens kan ze wakker worden met een droom die ’s avonds alweer behoorlijk op weg is gruwelijke nachtmerrie te worden. Zelfs de haan op de kerktoren draait bij een stevige wind uit veranderlijke richting niet half zoveel rond z’n as als Zuhal Demir. Men zou – ’t is vreemd om het te moeten schrijven – nog heimwee krijgen naar de onderbroekenlol van Ben Weyts, ook al geen groot licht, met brilglazen zó groot dat ze de omtrek van zijn brein moeiteloos overtreffen maar, wellicht juist daarom, met die minuscule scherf meer zicht op de weg die we moeten bewandelen om ons compleet ontaarde onderwijs opnieuw op de sporen te krijgen. Zuhalleke echter gaat even resoluut als blind terug de andere kant op en zet nu de laatste kroonjuwelen en het sluitstuk van een performante vorming in de uitverkoop. De exclusieve koppeling van het onderwijs aan de arbeidsmarkt (d. i. scholing leidt naar werk en daar moet de zelfontplooiing voor zwichten) bespaart een paar centen maar of het uiteindelijk zal leiden tot een verbetering…

Niet dus. Wel integendeel! De sector staat terecht op z’n kop, maar daar heeft Demir (spreek uit: “de Mier”) geen oren naar. Op een van de belangrijkste posten in de Vlaamse regering zit geen jolige nar meer, maar een betweterig balkende brulboei die zo fervent naast de roos schiet, dat ook de schietschijf zelf maagdelijk onaangeroerd blijft. Op persoonlijk vlak draaide ze enthousiast al minstens drie venten door haar gehaktmolen, zodanig zelfs dat ze er alle drie in poeder uit kwamen gedwarreld. Zelfs een piloot die nooit thuis was, wist op een gegeven ogenblik niet meer waar vliegen met haar. Dat zou niet hoeven gezegd te worden – “privacy and all that” – maar Demir is verdorie een prominente publieke figuur, stond reeds – electoraal perfect geregisseerd – halfnaakt in P-magazine en heeft daarenboven ook nog eens voor de vorming van onze kinderen en volwassenen te zorgen. Dus moet het weldegelijk gezegd worden. Ook professioneel wentelt ze zich als een loopse teef in de wolvenwereld. Eerst districtsburgemeester in Antwerpen, dan toch maar uit heimwee terug naar Genk; vervolgens ging ze voluit voor de burgemeesterssjerp van de Limburgse vlek en toen dat niet lukte, eiste ze het Vlaams ministerschap van Onderwijs op. En doe er misschien meteen ook maar Justitie bij. Oh, en nu we toch bezig zijn, schuif in dezelfde beweging ook Werk maar in mijn zinkend sloepje. Alsof het niet meer op kon. Niet warm, niet willen!

Sindsdien morrelt ze wat in de marge, maar zonder een eureka-gevoel uit te lokken. Eerst heeft ze performant het thuisonderwijs aangepakt. Daar zaten we nu echt met z’n allen op de wachten. Tuurlijk is dit type onderwijs in opmars: wie immers ziet z’n kinderen ‘s morgens nog met een gerust hart naar school vertrekken? Niet alleen sta je als ouder tot diep in de daaropvolgende nacht de woke larie en het ideologisch gelul uit het hoofd van je koter te veilen, maar voor hetzelfde geld komen je kinderen ook nog eens zwaar gehavend thuis omdat ze door een misplaatst assertieve negerin volledig in mekaar werden getimmerd. Het thuisonderwijs groeit! Van 3.100 kinderen vijf jaar geleden tot 5.800 nu, niet omdat er veel ouders zijn die staan te springen om die futiele eindtermen – van EHBO tot LGBTQ… – aan hun kinderen te onderwijzen, maar omdat de reguliere scholen één voor één op een hellend vlak naar de schoolhel zitten. En nu kwamen er, uitgerekend voor dat thuisonderwijs, toch wel 13 dossiers via de inspectie tot bij het parket, zeker. Daar moest onmiddellijk iets aan gebeuren! Actie! Onder het motto: “Wie we als overheid zelf indoctrineren, indoctrineren we beter!” Dat het flink rijzende thuisonderwijs wel eens de spreekwoordelijke kanarie in de schoolse mijn zou kunnen zijn, daagde – wie had het anders verwacht? – weer bij geen enkele onderwijskenner.

Aan het ander hete hangijzer in de marge is ze nu begonnen: het volwassenenonderwijs. Vergeet dus, beste lezer, nagenoeg alles wat men u ooit verteld heeft over levenslang leren, want dat was alleen maar om te lachen! De regering heeft, omwille van haar prioriteitenmanco, bakken vol geld van doen en dat zal, laat u toch niks wijsmaken, opnieuw alleen maar door de blanke autochtoon mogen opgehoest worden! Van ezels wordt gezegd dat ze zich geen twee keer aan dezelfde steen stoten, van ministers kan gezegd worden dat ze zich onafgebroken naar dezelfde steen reppen om er hun ijdel hoofd op stuk te slaan. Grofweg wordt het inschrijvingsgeld, nu afgerond een draaglijke 180€ per jaar, verhoogd naar een onbetaalbare 480€ per semester. Exclusief studiemateriaal. Staat mooi in de begroting: vermenigvuldig het aantal leerlingen van vandaag met de nieuwe prijs en men bekomt een astronomisch getal. De begroting kleurt groener en de minister klopt zich pront op de borst(en). Maar begroten is slechts ramen. In werkelijkheid gebeurt dit: talloze leerlingen schrijven zich omwille van de prijs niet meer in, dus dat verminderde leerlingenaantal vermenigvuldigd met het inschrijvingsgeld oogt al een stuk magerder, ergo: de begroting ontspoort en men weet weer niet waarom. Bovendien vergen minder leerlingen ook minder leerkrachten. De VDAB verwelkomt hen met niet al te open armen en vraagt aan weer een andere minister meer geld.

Pikant detail: die “andere minister” is thans veelvraat Demir zelf, want zij heeft ook Werk, waaronder de VDAB valt, in haar ministeriële koffer zitten. Zelf had ze niet eens het lef om haar non-beleid te komen expliciteren in de Zevende dag. Daarvoor werd Koen Daniëls uitgezonden, gediplomeerd pedagoog (moeten we verder gaan?) en bij de N-VA de “Man van Alle Seizoenen.” Vandaag bezingt hij lyrisch de zon; morgen doet hij met dezelfde superlatieven hetzelfde met de maan. Koen heeft de kelk van de realiteit duidelijk aan zich laten voorbijgaan. Liefst kruipt hij in z’n behaaglijk torentje van ondoorzichtig ivoor. Geen spat licht van het echte leven komt er naar binnen gesijpeld. Hij is dorpspoliticus in Sint-Gillis-Waas (geboren in Vrasene) en behoort tot de “KSA-mannen die de gas doen branden.” Tevens is hij BDW-epigoon maar dan minder goed geschoren; een beduimelde apograaf van de Grote Leider. Hij draagt zowaar dezelfde stijl van apenpakjes! Als BDW morgen zijn haar zwart, geel, rood laat verven, doet Koen dat overmorgen ook. Zelf heeft hij weinig of niks te zeggen, maar het partijprogramma kent hij rats van buiten. Hij debiteert het alsof hij het helemaal zelf geschreven heeft, en steeds met die “spring in ’t veld-achtige” air van belangrijkheid, waarin alleen nog hijzelf gelooft.

Maar wat een afgrondelijk dedain heeft die man voor de Vlaming, zeg! De onverholen minachting druipt dermate van z’n ongewassen haar af dat de revers van z’n clownskostuumpje er terstond van verkleuren. Op het kabinet hadden ze afgesproken om het volwassenenonderwijs te catalogeren onder “hobbyonderwijs”, alsof er enkel cursussen breien en bloemschikken worden aangeboden. Dat helpt de prijsverhoging vlot doorslikken, had men gedacht, en geen hond die het controleert! Stak dat in de Zevende Dag even tegen toen twee lieden “uit het veld” dat smoesje kordaat kwamen rechtzetten. Koen had echter alleen de debatnota’s van buiten geleerd en kon zich dus moeilijker weren dan verhoopt. Daarom herhaalde hij zich steeds weer en antwoordde hij niet eens op de gestelde vragen, hoewel de regimezender zich uit de naad had gewerkt om die niet te moeilijk te maken. Alle politici behoeven wel wat mediatraining om hun krankzinnig beleid aan de man te brengen, maar bij Koen lichten de “tips and tricks” van de mediatrainer letterlijk op uit zijn verbale flatulentie. “Begin uw zinnen met: ‘Blij dat u het ook zegt…’, dan denkt de kijker dat jullie overeenkomen”, had de coach nog gezegd. Dat deed Koen gedwee, maar trad daarop als een winderig woelwater met de volmaakte antithese buiten zijn oevers. Gedurende het ganse dovemansgesprek liepen de sporen perfect evenwijdig, nergens bespeurde men een milde hint naar een kruising van begrip.

In werkelijkheid worden uiteraard veel meer lessen aangeboden dan alleen breien of bloemschikken. Vooral taalonderricht is gegeerd: zoals Spaans, Italiaans of Russisch, die niet op het reguliere curriculum prijken, of Frans en Engels, die steeds gebrekkiger worden onderwezen in het gewoon onderwijs. Elke leerling heeft wel zijn eigen reden om als volwassene nog les te volgen; reden die een al te invasieve overheid niet hoeft te boeien. Mensen met een beperking volgen kookles om hun zelfredzaamheid op te krikken, jong gepensioneerden volgen les om mentaal bezig te blijven, onder de mensen te komen of het zwarte gat te omzeilen. Misschien hebben ze wel een piepklein optrekje in het zuiden waarvoor ze, ondanks de belastingdruk, hun leven lang gespaard hebben en waar ze, soms zelfs omwille van gezondheidsredenen, gaan overwinteren. Veelal wordt op een taal gezwoegd om de kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren, in het bedrijf waar men al werkt of stiekem om elders te solliciteren voor de job van hun leven, waarover hun huidige baas best niet ingelicht wordt. En stel u toch maar even voor dat er ook leerlingen zijn die een taal leren, gewoon omdat ze zich de cultuur en literatuur van een land willen eigen maken of een praatje willen maken met de buren of omdat ze, misschien eerst in bijberoep, andere horizonten willen verkennen. Eigen redenen zat, waarover een overheid zich dus niet druk hoeft te maken.

Toen het verhaal werd verteld van een aangestelde uit de zorgsector, die Engels studeerde om ordentelijk met zowel collega’s als patiënten te kunnen communiceren, had de selectieve Vlaams nationalist zijn wereldvreemd antwoord snel klaar: “Dan moeten die maar Nederlands leren!”, kafferde hij een eind weg, zich niet eens bewust van de situatie op het terrein. Het is immers niet de leerling die de grenzen wagenwijd open houdt voor de niet aflatende instroom van vreemdelingen. Ziet u het al gebeuren? Een arbeider in de bouw valt zich te pletter van een stelling, doch moet nog vijf jaar wachten op verzorging: tot hij de taal onder de knie heeft. Maar dat verband zag er voor Daniëls uit als een vierde integraal. Misschien dat een paar lessen in het volwassenenonderwijs toch van nut kunnen zijn. Lang duurde het overigens ook niet of uit de stoffig geformatteerde kwebbel van de evenzeer selectieve donkerblauwe politicus rolde het toverwoord: “belastingbetaler.” Moet die dan betalen voor de hobby (die er dus geen is) van een ander? Het blijft toch geestig om te zien hoe de volgevreten en vet betaalde “hobbyisten van het scharrelen in de vetpotten van ’t gemeen” altijd klaar staan om de gewone man de levieten te lezen. Het wilde de zwart-gele harlekijn maar niet dagen dat die volwassen leerling ook belastingbetaler is, die bovendien een behoorlijke brok meer van zijn schamel inkomen aan de staat moet afstaat dan de aangespoelde gelukzoekers wier verplichte maar vaak vruchteloze lessen Nederlands wél gratis blijven!

Dat ranzig donkerblauw kantje van Koen Daniëls kwam ook tot uiting als het over de cijfers ging. “Al die subsidies”, verzuchtte hij alsof hij ze allemaal zelf moest betalen. Maar ook hier betoonde hij zich niet weinig selectief. Elke voorzitter van gelijk welke sportclub moet zich haast een hernia bukken om al het geld, dat ze in die sector naar het hoofd geslingerd krijgen, met lijf en leden te ontwijken. Met dit linke risico erbovenop dat na een gewonnen of verloren match, op kosten van het gemeen, een heel stadsdeel terug van straatmeubilair moet worden voorzien. Al eens gehoord van rellen en plunderingen na een Italiaanse of Spaanse les? Ik niet! Toch vindt men voor sport altijd wel een zak vol geld. Voor de geestelijke verrijking van de Vlaming echter geen cent! Hoe komt dat? Wel dat zit zo: sport wordt gezond geacht en is tevens de levensverzekering van kinesisten en gipsdokters. Zet bovendien een paar bomma’s op een elektrische fiets en binnen de kortste keren rijden ze gesubsidieerd rond als “Oma’s voor het Klimaat,” en die komen de politiek goed uit, want het klimaat is dekmantel nummer één om in de zakken van de burger te zitten. Stuur diezelfde bomma’s naar school en de kans bestaat dat na een poos veeleer de klimaatnuance zegeviert. En dat is weer een ander paar mouwen. Sporters en politici denken niet, studenten wel! Vandaar.

Daniëls trachtte, weliswaar op heel doorzichtige wijze, ook de groenen nog te paaien door het quasi-kosteloze onderricht van bv. de warmtepompinstallateur, een “knelpuntberoep” (nog zo’n toverwoord), in het geding te brengen. “Kijk toch eens hoe goed de N-VA het klimaat dient”, werd zijn impliciete boodschap. Ach, het blijft vreemd om, de kleurenleer van Goethe indachtig, vast te stellen dat een melange van Vlaams geel/zwart met rood en oranje onveranderlijk donkergroen blijkt op te leveren. Het zal de leerkracht in het volwassenenonderwijs natuurlijk worst wezen! Hij ziet zijn job op de tocht staan. Daniëls had ei zo na gezegd: “Die kunnen allemaal in het regulier onderwijs terecht” maar hield zich, als getroffen door een zeldzaam helder moment, in extremis in. “Wat kan een leraar Russisch of Spaans daar gaan doen?” moet zowat iedereen zich afgevraagd hebben, behalve de lijzige persmuskiet bij wie de vraag weer niet eens opborrelde. Daarenboven, wat als de keuze om aan volwassenen les te geven nu eens een rationele keuze van de leerkracht zelf was? Niet alle leerkrachten die werkelijk iets te vertellen hebben, verspillen met plezier hun kostbare tijd en gezondheid aan die verzameling assertief vrijgevochten – indien al niet veel erger! – puberale, ja ronduit onbeschofte en niet opgevoede mormels van tegenwoordig. Wie trouwens zou het in eer en geweten aandurven hen ongelijk te geven? Dan rest nog volgende vraag: zit de ultieme crux – de knoop, zo men wil – van deze met talrijke drogredenen en voorwendsels beladen besparingsronde toch niet ergens anders?

Waarom moet, tussen alle andere en een pak geschiktere begrotingsposten, uitgerekend in het volwassenenonderwijs zo driest bezuinigd en beknibbeld worden? In het volwassenenonderwijs dat ooit, samen met het muziekonderwijs, de twee paradepaardjes waren van onze naschoolse vorming die de hele wereld ons benijdde! Het muziekonderwijs kreeg eerder al rake klappen maar blijft nu gelukkig buiten schot. Waarom trapt Zuhalleke “De Mier” dan, als een Koerdische boerenknol, met d’r achterpoten de fundamenten vanonder het tot voor kort nog hippe levenslang leren-traject? Het antwoord bijt ons niettemin pijnlijk in de neus! Omdat het volwassenenonderwijs te weinig divers is. Omdat het te blank en te Vlaams is. Omdat het, ondanks verwoede pogingen daartoe, haar scholing-allergische soortgenoten nooit heeft kunnen en ook nooit zál aanspreken. Dáárom spuugt de Koerdische kamelenmerrie (“naqa”) van tussen haar verraderlijk malende tanden op de Vlaming die wél wil blijven bijleren, die zich wel blijvend wil vormen. Men moet toch werkelijk stapelgek zijn om te denken dat Zuhalleke “één van ons” is! Dat gelooft misschien dorpsidioot Daniëls, haar “partner in crime,” maar dat gelooft geen zinnig mens meer die haar beleid onder de loep legt. Het volwassenenonderwijs moet op de schop omdat het te karig “verrijkt” wordt met vreemde droesem. Daarom, en alleen daarom, legt de Koerdische BOM, door middel van een verdrievoudiging van de prijzen, een scolaire atoombom onder het vermaarde Vlaamse volwassenenonderwijs. Voor deze hoogst vreemde vorm van “verrijkt uranium” zorgt ze zelf wel.