Saskia de Coster: Koster in de Linkse Kerk

De katholieke Kerk werd het ter gelegenheid van het historisch misbruikdossier van verjaarde zaken bijzonder kwalijk genomen de hand al te veel boven het hoofd van de daders te hebben gehouden, te veel aan het instituut te hebben gedacht en te weinig aan de slachtoffers. Die kritiek is terecht. Meer dan terecht! Maar laten we nu toch ook eens eerlijk zijn, de kardinaal uit Kanegem, Godfried Danneels, deed toen toch gewoon even enthousiast wat elke voorzitter van gelijk welke voetbalclub zou gedaan hebben als de geliefde trainer in de douches iets té voyeuristisch bleek te zijn: toedekken die handel! Zeker in een tijd die haast op exploderen stond door het kruid van de seksuele revolutie; tijd ook waarin Daniël Cohn-Bendit in zijn boek, “Der Grosse Basar”, uit 1975, openlijk pedofilie promootte. Die laatste mocht later de tijdgeest als excuus inroepen, kreeg er in 1997 van de universiteit van Tilburg zelfs nog een eredoctoraat bovenop; de katholieke kerk daarentegen moet thans ten eeuwigen dage door het slijk kruipen: van de tijdgeest-smoes mocht de Kerk zich geenszins bedienen. Ik herhaal, dat hoeft in principe niet, maar dan toch liefst voor alle frunnikkers en friemelaars! Geen linkse zever in de trant van “Eigen Frutselaars Eerst!”

De eerste de beste non die, in een poging de dt-fouten tot een aanvaardbaar minimum te herleiden, haar ingesnoerde voorgevel kwansuis en onbewust tegen de schouderbladeren van haar al te sensitieve leerlingen drukte, maar al jaren in haar graf ligt te vergaan, zou volgens die linkse bende opgegraven moeten worden, de schedel – als enige restant van een verteerd lijf – worden ingeslagen en d’r botten op de vreugdevuren van aangebakken moraalridders tot as verbrand weten. Het paterke dat, omwille van de seksuele erupties in een compleet losgeslagen wereld, zelf ook eens op zoek ging naar wat lijflijke warmte, zou er nog erger aan toe moeten zijn. En let op, daar valt iets voor te zeggen, beschuldig me dus niet van goedpraterij! Waar levenstrauma’s om de hoek liggen te antichambreren, wachtend op het juiste moment om toe te slaan, behoort men te handelen. Maar nogmaals dan liefst voor eenieder die zich in dezelfde situatie bevindt en, als het even kan, met een vleugje proportionaliteit.

Even zag het ernaar uit dat de linkse kerk besefte dat ze de bezem ook door de eigen rangen moest halen. Even maar! Van proportie was nog lang geen sprake. Broodroof en kromzwaard werden door links nog altijd een behoorlijk stuk kundiger gehanteerd dan de janitsaren onder de achternagelopen islamisten vermochten, maar de zaak Bart De Pauw wees op een toenemende ontvankelijkheid voor, soit disant, het onrecht dat ook door het progressieve “eigen volk” kon aangericht worden. Veel had die zaak trouwens niet om het lijf. De Pauw werd het nagewezen dat hij een paar aangebrande sms-jes had verstuurd naar een trossel showbizzhoeren die net te oud waren geworden om zich langs een rist aaneengeknoopte lakens op het amusements- en variétépodium te hijsen. Het MeToo-bed was de enige koffer waarin nog geanimeerd kon gerollebold en gerampetamt worden. En daarom moest ook Bart De Pauw tegen de schandpaal van die schandwijven aan geflikkerd worden. Julie van Espen kon voor justitie inpakken, maar deze bende mokkels, een West-Vlaamse kalle voorop, werd op haar sletterige wenken bediend! En toen kwam Pichal! My name is Pichal, Sven Pichal, de 007 der knapenknijpers die met zijn piepklein pistooltje op het computerscherm schoot. Men had beter met die woke tengels van de James Bondfilm afgebleven.

Schattig Svenneke met z’n “albinokoppeke”? Dat was nog eens schrikken! Ter plekke voelden de audio-visuele media zich in eigen kruis bekeken en dus werden de schrijvelaars van dienst voor de kar gespannen: ellenlange artikelen van rond de pot draaierij over het vermoeden van onschuld, over een gegeven, niet gekozen geaardheid, ja zelfs over de pedo in elk van ons, alsof wij allemaal zouden kicken op filmpjes van tot bloedens toe verkrachte onschuldige peuters en kleuters. Maar nieuws slijt toch zo snel! Ondertussen werd Trump herkozen, knalde Tom Waes met z’n ladderzatte botten tegen een botsabsorbeerder en kwam menig BV van op TV uit de kast met een drank en drugs-PV. Je zou het niet zeggen als je die “Belachelijke Vlamingen” met hun opgestoken vingertjes bezig ziet in hun gesponsorde ‘meer-van-hetzelfde-formats’ van de ‘warme’ – of is het bloedhete? – VRT-familie. Het onvermijdelijke kan echter wel uitgesteld worden, maar niet afgesteld. Want daar weergalmde het Pichal-verdict door de zalen van de onwerkbare Belgische justitie. Het leek wel een vrijspraak! Een voorwaardelijke straf, wat pamper-therapie en een belofte het nooit meer te doen. Een opstelleke had ook nog gekund, maar zelfs dat was er niet bij. Pichal kwam er op de kap van verwoeste kinderlevens wel heel goedkoop vanaf. En dat begreep zo ongeveer iedereen! Oftewel: dat begreep niemand!

En toen ging de laatste fase van het mediatieke ‘masseer-de-geesten-spektakel’ in werking. Knettergekke Delphine Lecompte, kleindochter van de even knettergekke Vitaminendokter, mocht in Humo reeds haar compassie met de pedo betuigen omdat hij – hoe erg toch – een emmertje ochtendurine over zich had gekregen. Daar zal hij wel nooit z’n hand voor omgedraaid hebben, maar nu was het plots ‘not done!’ En wie werd, zo rond Kerstmis, in De Standaard van stal gehaald? Juist, Saskia De Coster (voor de gelegenheid met grote D, want niks is adellijk aan die opgeblazen harpij!) In de vijfkamp van de progressieve arrogantie behoort ze tot de wereldtop. De disciplines “opgestoken vingertje”, “neerkijken op het vulgum pecus” en “gewichtig doen met pluimgewichten” leveren haar steevast goud op! Maar in de twee andere onderdelen, m.n. “gericht zwetsen in onwetendheid” en “weten wanneer te zwijgen”, zit nog rek. In de kwaliteitskrant van ooit mocht zij als linkse moraalridder haar versleten knol zonder hoefijzers, noch zadel bestijgen in een bij voorbaat mislukte poging om met haar botte pen de rechtse draak te doden. Het werd slechts een milieubelastende verspilling van inkt.

Aanvankelijk mat ze zich nog met het sociaal te conditioneren plebs. Ook zij was vervuld geweest van woede en wraakgedachten. Maar dat waren enkel primaire gedachten van primitieve rechtse primaten. Sociaal darwinistische correcties van het gepeupel drongen zich op. Het verlossende woord vond ze, zoals te verwachten, bij een ‘expert’: een thera-peut – klinkt als ‘tera-byte’, dus het moet een hele grote ‘peut’ geweest zijn. Hij verdiende behoorlijk zijn kost aan die onverbeterlijke pedo’s en dus had hij, in tegenstelling tot alle andere gezonden van verstand, meteen gelijk. ‘t was de schuld van de maatschappij, spuwde Saskia op papier. “Onschuld is een fictie”, stamelde ze pseudo-intellectueel, “of we nu met de erfzonde bezoedeld zijn, zoals de katholieke kerk stelt, of groot genoeg zijn om zelf aansprakelijkheid te dragen, schuldig zijn we allemaal.” Die laatste zin zegt alles! Dit antiklerikaal mopje van niks denkt nog zelf te kunnen denken ook. Well, you could have fooled me! In woorden heet deze helleveeg verbindend, in daden splijt het surrealistisch secreet de geschiedenis in een goede en een slechte kant.

Kinderen zijn er voor de ontaarde progressieven van heden alleen maar om misbruikt te worden.

Gaat het over wijven mét complimenten die altijd al moeite hadden om hun handen en tong thuis te houden, dan springt De Coster als een volleerde Marianne op de barricades, voorzien van Frygische slavenmuts en wild opengetrokken blouse; de borsten, zo ze een pond per stuk zwaarder zouden wegen, geheel ontbloot. Die sloeries moeten dan symbool staan voor alle andere vrouwspersonen zonder complimenten die dagelijks nog steeds moeite ondervinden om ernstig genomen te worden door fluo flikjes die met hun benepen breintjes enkel de foutparkeerder als grootste maatschappelijk onheil kunnen verwerken. Maar, o wee, als de jeugd van onschuldige, aseksuele en naïeve kinderen ontnomen wordt. Want dan polsstokt de progressieve vijfkampster gezwind over de ‘lat’ van de te vlijen dader heen. Dan helpt slechts een pamper-therapietje. Dan zijn we plots allemaal schuldig. In het Saskiaans universum tellen heel kleine kinderen alleen maar mee als ze heel erg groot zijn geworden en zich, in een voortijdige vlaag van dementia praecox, plots vaag herinneren dat ze door tante nonneke of nonkel pater – meestal wijlen – bepoteld zijn geworden.

Kinderen zijn er voor de ontaarde progressieven van heden alleen maar om misbruikt te worden. Een cosmetisch gesprek met een dito ‘peut’ volstaat dan voor de decadente dader om terug te keren naar de orde van de dag. Openbare omroep en regimepers steken beiden fluks de broek af voor de goorste knapenknijper van de eeuw. Met ‘kroost’ en ‘familie’ hebben ze niks meer, van kinderen houden ze niet meer. Waarom ook, het klimatologisch eind der tijden is nakend? Zuipen, snuiven en lubriek neuken alsof elke dag de laatste is voor de totale apocalyps. Dat lijkt wel het marsorder van modern links. Eigen kinderen werden hindernis voor hun gezwollen zelfrealisatie, dus misbruiken ze die van een ander maar, vandaag zichzelf man wanend, morgen vrouw, overmorgen wel een andere diepgestoorde tussenvorm. In kleuterscholen wordt dat ondertussen onverdroten aangeleerd! Kennis hoefde niet meer, morgen bestaat toch niet, als het onwetende kind zich maar ‘goed in zijn vel’ waant. We weten ondertussen waar ons dat gebracht heeft. Als puber achten ze zich, haast zonder uitzondering, bloedverwijfde Romeinse keizers, zoals Ridley Scott ze verbeeldt in Gladiator II, niet voor niets de slechtste film aller tijden! Enkel opvoeding kan hier weerwerk leveren, maar die vorm van ‘opleiding’ is hoogst verdacht geworden.

In 2020 reeds pakte De Coster uit met haar ‘Sekte van Saskia’, een voorstelling in het kader van Behoud de Begeerte: enkel vrouwen waren welkom op de scene, waaronder ook – jawel! – de sjoemelpoedel en halfgare Delphine Lecompte! I’ll say! Ziet u ze in 2023 trouwens nog zitten in haar glazen kooi bij de heropening van het KMSK? De performance heette: ‘The Author is present.’ Hemel, narcistischer wordt het toch echt niet? Zelfs voor een vals opiniestuk in naam van Noël Devisch, boerenbondvoorzitter, draaide ze haar progressieve hand niet om. Ze werd er dan ook pardoes voor veroordeeld door de correctionele rechtbank, want de Boerenbond blijft natuurlijk een al te machtig instituut. De Coster, koster van de linkse kerk, laat de klokken dan wel luiden, maar ze heeft niet de minste idee van waar de klepel hangt. Speciaal voor haar dan maar een klein gedichtje, waarvan de herkomst hopelijk nog wel een belletje laat rinkelen. Het gaat over een ‘gyrinus substriatus’ ofte een ‘slootschrijvertje’…

O wankelend, vergank’lijk schrijversding
met ‘t rode kabotseken aan
wat zien ik toch geren uw kopken flink
Al schrijvend de mist in vergaan!
Gij kletst en gij zwetst en gij lult zoo snel,
al zie ‘k u noch breintje noch kruim,
gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel,
al zie ‘k u geen notie, slechts fluim.
Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
Verklaar het en zeg het mij toe!
Wat zijt gij toch, progressief hoertje fijn,
dat nimmer van schrijven zijt moe?

Gij bralt uit het kwebb’lende mondje klaar,
en ’t mondje niet méér en verroert,
dan of het een gladdige windtje waar;
dat stille alleen ’t onzinnige voert.
O schrijverke, schrijverke, zegt mij dan,
met zovelen zijt gij en meer,
en is er geen een die ’t mij zeggen kan,
wat schrijft en wat schrijft gij zoo zeer?
Gij schrijft, en ’t en houdt genen ene steek,
Gij schrijft, en ’t is uit en ’t is weg,
Geen Christen die weet waarop het geleek.
Och, schrijverke zeg het mij, zeg!

Zijn ’t Marxkes, daar ge van schrijven moet,
zijn ’t Nietzschekes daar ge van schrijft,
zijn ’t pedookes, dronkaards of zottekes zoet,
Of ‘t duimkruid, waarop dat ge drijft?

En ’t wankelend, vergank’lijk schrijverding,
met ’t rode kapoteken aan,
het stelde en rechtte hare oorkes flink,
en ’t bleef daar een stondeke staan.

Wij schrijven, zoo sprak het, al wank’lend af
het gene onze hippie, weleer,
ons makend en leerend, te schrijven gaf,
één lesse, niet min nochte meer;
wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
niet lezen, als ’t moet zonder pen,
den Heiligen Name van Sven.

**

STEUN ‘tScheldt

Of via rechtstreekse storting:
BE11 4310 7607 5248
Referentie: ‘STEUN’ en eventueel uw emailadres zodat wij u kunnen bedanken

Of via een steunactie:

STEUN ‘TSCHELDT