Een van onze ‘tScheldt-medewerkers mocht gisteren weer een halve dag in het justitiepaleis van Antwerpen vertoeven.
Met name in de gang waar de raadkamers zetelen, de D-gang.
Gang D
Het was een aan- en aflopen van de beau monde van de strafrechtadvocatuur in gang D. Als hoofdrolspelers in hun subcultuur van witte beffen en zwarte toga’s fladderden lieden als Kris Luyckx en Walter Damen door hun koninkrijkje van 80 op 2 meter. Simpele zielen zoals de medewerker van ‘tScheldt waren er nauwelijks waar te nemen in gang D. Het waren bijna allemaal advocaten in mindere of meerdere mate van aangekleedheid. Gang D is in wezen een kleedkamer. Vlak voor ze de raadkamers als rammelaars van het recht binnenspringen kruipen de advocaten snel in het gat van hun toga, dartelen gezwind de raadkamer binnen om er redelijk snel weer uit te voorschijn te komen. De zittingen duren nooit langer dan een kwartier lijkt het.
Want Walter Damen is een drukbeklante advocaat in gang D die op meerdere schaakborden tegelijk raadkamertje speelt
Het was gisteren trouwens een iconische dag voor het recht in België. Terwijl de advocaten al zittend en staand hun beurt dienden af te wachten druppelde het nieuws binnen dat de Staat was veroordeeld in de zaak Julie Van Espen. De gsm’s van de meesters en meesteressen zoemden dat het een lieve lust was. Walter Damen trok het zich niet aan een klapwiekte als een kraai van de ene raadkamer naar de andere, onderweg afspraken makende met de ene na de andere meesteres om op tijd te zijn in deze gene of raadkamer. Want Walter Damen is een drukbeklante advocaat in gang D die op meerdere schaakborden tegelijk raadkamertje speelt.
Voor de niet-kenner van de parallelle wereld van het gerecht in België: de ‘tScheldt-medewerker in kwestie had een brief gehad als betrokken partij in een strafzaak. Het gerecht is zo ongelooflijk niet mee met de normale wereld dat ze in de brief NIET zet wie de betrokkenen zijn in de zaak of om welke zaak het eigenlijk gaat. Er staat wel een PV-nummer, maar wie, als gewone sterveling, houdt jarenlang PV-nummers bij? De enige sleutel die het gerecht gaf was een jaartal in het PV-nummer. In dit geval was dat 2021.
In de brief stond wel aangegeven hoe de betrokkene toegang kreeg tot het dossier. Dat is dan weer wel goed gezien. In theorie althans. Je kan als gewone sterveling inloggen in het federale digitale netwerk. Via ‘csam’ lukt dat 1 keer op 100. Via ‘itsme’ lukt dat 99 keer op 100. Een gewone sterveling verwacht dan het dossier te kunnen inkijken. Dat is natuurlijk te gemakkelijk. En te rationeel. En te logisch voor de overheid. Nee, door in te loggen kan je alleen maar een vraag lanceren naar justitie om het dossier te mogen inkijken. Briljant als justitie is (hoort u dat geluid? dat is Julie Van Espen die vanuit de Hemel een lachbui krijgt) kreeg de ‘tScheldt-medewerker de mededeling retour dat hij “niet gemachtigd was het dossier” waarin hij vermeld stond in te zien. De medewerker kon dus niet anders dan onvoorbereid, met grote nieuwsgierigheid, af te zakken naar het Vlinderpaleis om daar samen met tientallen getogateerde meesters te wachten alsof het een kleutertuin is waar om 11 uur Sinterklaas langskomt. Om dus, te wachten. En te wachten. En te wachten. En te wachten.
Het gerecht beschikt in elke raadkamerzaal over een ‘zittingsdeurwaarder’, doorgaans een wat oudere man of vrouw die regelt wie er wanneer mag binnenkomen. We herhalen: in élke raadzaal werkt zo’n deurwaarder. Dat zijn dus per dag tientallen deurwaarders in het Vlinderpaleis die ter plaatse fysiek ‘agenda’-spelen. Het gerecht is niet in staat (hoort u dat geluid? Dat is Yannick Verdyck die in de Hemel proest van het lachen) een digitaal systeem te ontwikkelen dat mensen elektronisch op het juiste moment de zaal doet binnenstappen. U kent zo’n systeem. Het wordt gebruikt in het buitenland om aan te kondigen wanneer een trein klaar zal staan om in te stappen. In Vlaanderen doet men daar niet aan mee. Te rationeel. Te logisch.
We komen daar later op terug na een volgende intermezzo over Walter Damen.
Sihame El Kaouakibi!
De ‘tScheldt-medewerker wist dus niet wat hem te wachten stond in raadkamer D6. Op een tafeltje voor de deur verdrongen advocaten zich om kleine, wat leek op handgesneden, briefjes met een balpen in te vullen. Dat is blijkbaar the way to go om je als advocaat aan te melden. De zittingsdeurwaarder komt vervolgens de briefjes ophalen. Kent u dat systeem? Het wordt waarschijnlijk nog toegepast in enkele college’s waarin de naam ervan een Heilige zetelt in ruraal Vlaanderen. Omdat de medewerker van ‘tScheldt geen advocaat is mocht hij geen briefje invullen. Wel vernam de medewerker van ‘tScheldt van de deurwaarder wie de tegenpartij was in de zaak: trompetgeschal! tromgeroffel! Sihame El Kaouakibi!!
U zal allicht denken, wat voor een pezewevers zijn dat daar bij ‘tScheldt dat ze niet weten welke politionele en of gerechtelijke zaken hen in 2021 overkwamen? Wel, het zal u misschien verwonderen maar in 2021 viel de politie, het gerecht en Marc Van Ranst-achtige idioten meer binnen bij ‘tScheldt dan bij de gemiddelde drugfabrikant met onderzeeërs in de haven van Antwerpen.
U zal denken, waarom staat die medewerker van ‘tScheldt daar als een hansworst alleen in de gang in het justitiepaleis en wordt hij niet vergezeld door een batterij aan advocaten?
Wel, wat dacht u dat een batterij advocaten kost die een hele voormiddag moeten wachten in een gang van een justitiepaleis? Het zal u niet verwonderen, hopen we, maar justitie is in Vlaanderen eigenlijk nog alleen maar voor rijke mensen en grote bedrijven weggelegd. Nu, om eerlijk te zijn, er was nog een reden waarom de ‘tScheldt-medewerker daar alleen stond. Namelijk zijn buikgevoel… In 2021 was er een lichtbeschonken dame geweest, met twee poedels op de schoot terwijl ze reed, ja, dat gebeurt in Vlaanderen, die met haar wagen achterin de auto van de ‘tScheldt-medewerker was geknald. In 2021 was ook een van de winkels van de ‘tScheldt-medewerker bestolen geweest door een buitenlandse dief zonder verblijfplaats die het dan ook nodig had gevonden om enkele medewerkers van het winkeltje in elkaar te willen slaan nadat hij betrapt was. De ‘tScheldt-medewerker had buikgevoelsmatig gedacht dat het om een van deze zaken zou gaan, waarbij hij dacht aan de slachtoffer-zijde te staan. Vandaar, denkend aan de kosten, was de ‘tScheldt-medewerker alleen aanwezig.
De zaak veranderde natuurlijk op slag toen de ‘tScheldt-medewerker vernam dat het om een zaak van Sihame El Kaouakibi ging, waarbij zij in de slachtofferrol zat en de ‘tScheld-medewerker in de daderrol.
Dat betekent, het gerecht in Vlaanderen kennend,… oppassen!
Het betekent ook dat het buikgevoel van onze ‘tScheldt-medewerker een lachertje is.
De ‘tScheldt-medewerker belde het dreamteam aan advocaten waarover ‘tScheldt beschikt, met name Frank Scheerlinck en Pieterjan Van Muysen, beiden van het kantoor Piet Van Eeckhaut.
Ook daar vielen ze uit de lucht.
Scheerlinck en Van Muysen vroegen aan de ‘tScheldt-medewerker te trachten te achterhalen welke advocaat in de gang Sihame El Kaouakibi vertegenwoordigde.
Comes in Walter Damen opnieuw.
Walter Damen?
‘tScheldt en Walter Damen hebben er al een geschiedenisje opzitten.
Een jaar of vijf geleden besefte de redactie van ‘tScheldt na een zoveelste interventie van de politiek en het gerecht dat het tijd werd om een serieuze advocaat te vinden. Geheel toevallig liep toen een ‘tScheldt-medewerker pardoes op het getogateerde lijf van Walter Damen in de rechtbank van Antwerpen. Beide heren kenden elkaar van een vroegere zaak waarin Damen succesvol was opgetreden. Er werd een afspraak gemaakt in het mausoleum annex paaldanskantoor van Walter Damen in Berchem.
Aangezien toeval niet bestaat in het leven kreeg ‘tScheldt diezelfde week een telefoontje van een jonge advocaat, met name Meester Piet Noë. Deze man stelde voor om een team samen te brengen om ‘tScheldt te helpen aangezien hij en vele anderen het een beetje bizar vonden dat het gerecht ongehinderd een kruistocht tegen ‘tScheldt was begonnen op basis van meningsfeiten. Piet Noë bracht een wandelende bibliotheek mee, advocaat Luc Deceuninck, een bevlogen redenaar Frank Scheerlinck en een coole beredeneerde woordenkiller Pieterjan Van Muysen. Het viertal bood haar diensten aan vanuit Gent. Noë en Deceuninck opereerden als onafhankelijken. Scheerlinck en Van Muysen waren betrokken bij het kantoor van Piet Van Eeckhaut.
Dat doet dat ‘tScheldt diezelfde week een keuze moest maken tussen het team van 4 uit Gent of het kantoor van Walter Damen uit Antwerpen.
Erik Van der Paal
‘tScheldt-medewerkers legden in het mausoleum van Walter Damen alles wat ‘tScheldt betrof op tafel terwijl Meesteres Davina Simons over de paal in het midden van de tafel heen en weer schoof. Damen had een voordeel ten opzichte van het eerder onbekende team in Gent, Damen was namelijk gelieerd op de meeste Pritt-achtige wijze aan Erik Van der Paal, het cocaïnebijzettafeltje van Bart De Wever. Damen werd in die dagen door De Wever en Van der Paal gebruikt als passe partout-advocaat. ‘tScheldt was in die dagen ook enigszins gelinkt aan Erik Van der Paal, zoals mensen wel eens onwetend schurft kunnen oplopen. Wat een alarmbel deed afgaan bij ‘tScheldt waren de bezwerende woorden van Damen dat het zeer onverstandig was om met advocaten uit Gent in Antwerpen te opereren. De Antwerpse rechtbank was volgens Damen een ‘ons-kent-ons’ rechtbank. En Damen was ‘ons’. Een tweede reden waarom ‘tScheldt even opkeek was de onmiddellijke vraag om even 1500 euro te storten om de werken onmiddellijk te beginnen.
Geheel in de stijl van ‘tScheldt waar een gezonde weerbarstigheid bestaat tegen ons-kent-ons clubjes koos ‘tScheldt voor Scheerlinck, Van Muysen, Noë en Deceuninck. Met als resultaat dat in het begin zowat alle processen in Antwerpen… verloren werden. Had Damen gelijk gehad? Frank Scheerlinck had echter steeds gezegd dat de eindmeet niet in Eerste Aanleg maar in Hoger Beroep of Hoger zou liggen. En hij had gelijk. Op 6 december 2024 werd een monsterachtige overwinning geboekt doordat een ‘tScheldt-medewerker over de gehele lijn NIET SCHULDIG werd verklaard, na eerder te zijn veroordeeld tot gevangenisstraf en huizenhoge boetes.
Terug naar de gerechtelijke gangbang in gang D
De ‘tScheldt-medewerker vroeg aan de op en neer galopperende Walter Damen in gang D of hij optrad in zaak nummer 11, de zaak van ‘tScheldt. Damen keek verstoord, want aangesproken door een vertegenwoordiger van het plebs in gewone kleren en geen toga. Damen bevestigde dat hij daar was voor zaak 11.
De ‘tScheldt-medewerker belde naar de advocaten van ‘tScheldt en deelde mee dat de tegenstander Walter Damen was. De advocaten van ‘tScheldt knarsetandden zo hard door de telefoon dat Damen het moet gehoord hebben. Hij begon er voorwaar van te lachen. Althans, U kent zijn gebrillantineerde tandpastalach van bij De Tafel van Gert. Dat is de Walter Damen Marketing Lach die klanten naar zijn kantoor doet vloeien als waren het ratten aangetrokken door de fluit van rattenvanger Damen.
Walter Damen niet geheel ongevoelig voor misbruik van vertrouwen en lijkenpikkerij, had de afwijzing door ‘tScheldt nooit goed verteerd. In die mate zelfs dat hij zich later liet inhuren door ongure types die een probleem hadden met ‘tScheldt. Zo vertegenwoordigde hij Erik Van der Paal tegen ‘tScheldt. In die zaak kwam het tot een intellectuele botsing tussen Damen en Pieterjan Van Muysen waarbij die laatste op een heerlijke manier de vloer aanveegde met Damen. Van Muysen is geen Socratisch redenaar zoals Scheerlinck maar een afgemeten woordkunstenaar die de essentie uit een betoog snijdt zoals een koppensneller hersenen uit een hersenpan. Van Muysen torpedeerde het zeilbootje van Damen met enkele welgemikte phrases in zoverre dat Damen hulp moest gaan zoeken bij zijn Antwerpse stafhouder. Wenend, snotterend, de mondhoeken vol schuim, de ogen bloeddoorlopen, stapte Damen uit de zaak van Van der Paal tegen ‘tScheldt. Die laatste huurde vervolgens een nog mindere God in dan Walter Damen om de zaak verder te zetten. De zeeslag die daarop volgde staat ondertussen gekend als het Pearl Harbour van Erik Van der Paal tegen ‘tScheldt. De reserve-advocaat ligt nog steeds in een ijzeren long, lang nadat Scheerlinck en Van Muysen hem de longen uit het lijf lepelden.
Reuzegom
Vervolgens liet Damen zich inhuren door een Reuzegommer die boos was over het feit dat zijn naam genoemd was in ‘tScheldt. De Reuzegommer droeg de passende naam Strontvlieg. Via een éénzijdig verzoekschrift en een huizenhoge dwangsom verkreeg Damen een censuurmaatregel die de aard van de huidige justitie kenmerkt.
Maria Gonzalez, de rechterhand van Bart de Wever
Damen liet zich daarop inhuren door Maria Gonzalez, de rechterhand van Bart De Wever en verantwoordelijk voor staatsbezoeken en onderwijs in Antwerpen. Gonzalez en Damen dienden klacht in tegen ‘tScheldt wegens een opera die ‘tScheldt schreef over het reilen en zeilen van Van der Paal in en rond het Antwerpse stadsbestuur waarin een niet geheel onbesproken rol voor Maria Gonzalez was weggelegd (klik HIER). Scheerlinck en Van Muysen hadden zich ter gelegenheid van die zaak uitgedost in een maagdelijk wit dyneema-schermvest en kwamen met getrokken floret de rechtbank binnen. Het spektakel was om duimen en vingers af te likken. De gestileerdheid van het strakzittende pak rond de figuur van Scheerlinck. Aandoenlijk! De Olympische pezigheid in stralend eindeloos wit van Van Muysen. Kippenvelmoment! Telkens Damen een steek uitdeelde, pareerden Scheerlinck en Van Muysen moeiteloos de steek alsof ze toreadors waren en Damen een dolgedraaide stier was die blind aanviel op vraag van het stadhuis. Scheerlinck en Van Muysen doorprikten de verdediging van Damen als was het kaas met gaten. Al snel werd ook hier duidelijk dat Damen teert op TV-optredens en niet op intellectuele capaciteiten. Integendeel. Damen loerde rond in de rechtbank als was hij aangeschoten wild, niet wetende van waar de volgende voltreffer zou komen. Moest Damen een waardig opponent geweest zijn had hij ter plaatse seppuku gepleegd voor de ogen van de Voorzitter naar het voorbeeld van Yukio Mishima. Helaas Damen is niet waardig. Hij is de optelsom van heimelijke afspraakjes, ons-kent-ons knipoogjes, achter de rug doorgeschoven papiertjes, heimelijke lachjes en gedeelde stinkwinden met achterbakse Antwerpse rechters en politici.
Maria Gonzalez zal zich de dag beklagen dat ze Walter Damen inhuurde tegen ‘tScheldt. Een rechter besliste ondertussen dat het duo Valk en Damen beter zou tewerkgesteld worden in een kinderboerderij dan op het hoogste niveau in het Antwerpse stadsbestuur en de Antwerpse advocatuur. De rechter oordeelde dat ‘tScheldt eventueel, misschien, een drukpersmisdrijf had gepleegd en dat zoiets voor assisen diende te komen. Aangezien de Belgische Staat assisen voorbehoudt voor moorden en niet voor drukpersmisdrijven, zoals eerder voorgeschreven door de Grondwet, oordeelde de rechter dat ‘tScheldt in de zaak Gonzalez/Damen nooit voor een rechter en zeker niet voor zoiets als een volksjury zou moeten verschijnen. Uiteraard las u hierover nooit iets in de Regimepers. Terwijl het eigenlijk wel om belangrijke dingen ging. Persvrijheid en zo. Vrijheid van Meningsuiting en zo. Het gaat ondertussen niet goed met Maria Gonzalez. Het gonst van geruchten dat ze enkele weken geleden de topjob van kabinetchef van het ministerie van Onderwijs misliep door haar dom gedoe tegen ‘tScheldt terwijl ze objectief gezien op papier de beste papieren had. Karma denken we dan bij ‘tScheldt.
Terug naar de gerechtelijke gangbang in gang D
Walter Damen, nog steeds rondfladderend in gang D besefte dat hij zoals gewoonlijk weer de dingen door elkaar had gehaald. Gehaast en met een tandpastaglimlach tot achter de oren benaderde hij de ‘tScheldt-medewerker die ondertussen telefonisch de cavalerie van kantoor Piet Van Eeckhaut aan het organiseren was om Damen in de Raadkamer als een zieke os te laten slachten wegens opnieuw misbruik van vertrouwen en hatelijk advocaten-gedoe. “Ik heb me vergist! Ik heb me vergist”, haastte Damen te zeggen. “Ik ben hier voor zaak nummer 7 en niet voor zaak nummer 11.”
Het Lacrimosa uit het Requiem van Mozart sloop zachtjes de gang in terwijl Damen stond te kwaken. Allicht wist Damen dat er hem een Napoleontische dolk in de hartstreek wachtte indien hij het zou durven opnemen tegen ‘tScheldt als advocaat van Sihame El Kaouakibi.
Damen droop af, naar weer een andere raadkamer in gang D.
Dat had tot resultaat dat het achterlijke agendasysteem van de raadkamerdames- en heren prachtig tot uiting kwam. Wanneer het aan zaak nummer 7 was, was Damen in geen velden of wegen te bekennen omdat hij op dat eigenste moment in een andere raadkamer de werkelijkheid aan het verkrachten was. In normale omstandigheden re-organiseert het systeem zich onmiddellijk om verder te gaan met zaak nr. 8. Nee, in Antwerpen doen ze dat niet. Het hele systeem kwam tot stilstand omdat Walter Damen ergens anders bezig was. Terwijl de gang vol wachtenden stond, leunde de rechtbank achterover, sloeg ze de armen overeen en zakte ze gelukzalig onderuit. Vermoedelijk werden op dat moment dienstbodes ontboden om koffie en koekjes te preparen en op te dienen (we weten dat dat niet zo is, maar het voelt wel zo aan).
Nadat het hele hof een tiental minuten werkloos wachtte op Damen, moet er dan toch iemand met verstand gezegd hebben, dat de wereld niet op Damen moet wachten, maar Damen op de wereld. Mondjesmaat liet men de volgende zaken doorgaan tot plots, als een duivel uit een doosje Walter Damen door de gang kwam gevlogen onderwijl naar andere meesteressen roepende dat hij, de almachtige, klaar was om zaal D6 te betreden.
Wij hebben een woord voor een dergelijk systeem. Maar omdat we nette mensen zijn, gaan we dat hier niet gebruiken.
Toen de gang eindelijk leeggeschud was en alle zaken door de raadkamer te rusten waren gelegd, mocht de medewerker van ‘tScheldt het inner sanctum van gerechtelijke dwalingen en satirisch onrecht betreden.
Fluistermiekes
De ‘tScheldt-medewerker merkte op dat hij helemaal alleen in de zaal aanwezig. Geen Sihame El Kaouakibi noch een van haar advocaten te bespeuren. Een poppenkast-scène voltrok zich voor de ogen van de ‘tScheldt-medewerker. De griffier ging op fluistertoon in gesprek met de Voorzitter van de rechtbank. Letterlijk een gesprek achter de hand. Waar in deze wereld zie je nog twee vrouwen met elkaar converseren al fluisterend achter hun handen? Geen idee, maar het zou een surrealistisch schilderij van Ensor kunnen zijn. Uit het gefluister kon de medewerker van ‘tScheldt opmaken dat er gedoe was rond het domicilie-adres van Sihame El Kaouakibi. Blijkbaar is El Kaouakibi een rondje ‘pak me dan als je kan’ aan het spelen met het gerecht. “Maar is haar advocaat dan op de hoogte gebracht?”, fluisterde de Opperrechter ietwat geïrriteerd. De griffier beaamde dat dat wel zo gebeurd was. Dat was, als El Kaouakibi niet ondertussen van advocaat was veranderd, natuurlijk…. Ssssttt.
Omdat de medewerker van ‘tScheldt helemaal alleen in de rechtszaal stond, buiten de getogateerde werknemers van Paul Van Tigchelt, had de ‘tScheldt-medewerker een lege-vliegtuig visioen.
Hij begon plots te beseffen waarover de zaak ging.
We laten hier even een licht schijnen op dat wat voor ‘recht’ moet doorgaan in deze maatschappij.
2021
In 2021 diende Sihame El Kaouakibi klacht met burgerlijke partijstelling in tegen ‘tScheldt.
Daarop begon, houd u vast, de “Directie bestrijding zware en georganiseerde criminaliteit” een onderzoek naar ‘tScheldt.
Deze cel deed onderzoek naar ‘tScheldt in Nederland en België omdat de servers van ‘tScheldt in Nederland staan.
Ter bescherming van ‘tScheldt, en tegen politici zoals Sihame El Kaouakibi, had ‘tScheldt zich zo georganiseerd dat elk onderzoek naar ‘tScheldt zou leiden naar een reeks surreële bestemmingen. De cel zwaar banditisme is allicht sterk in het ontwapenen van terroristen, in het vinden van servers en digitale voetafdrukken van satirische blaadjes als ‘tScheldt is ze zo onbeholpen als een schildpad op haar rug in laag water. We geven toe dat één van de plekken die men zou vinden als men ‘tScheldt wou treffen een braakliggend stuk grond was in een buitenwijk in Nederland. De cel zwaar banditisme vond de plek. Buiten een terrein vol herderstasje, vingerhoedskruid en wat pisbloemen vond de cel zwaar banditisme niets.
Dat ergerde de cel.
De telefoon
De cel bewandelde een andere weg en kwam uit bij een medewerker van ‘tScheldt die enkele maanden voordien gearresteerd was wegens het niet willen zeggen van de naam van een cartoonist in een andere zaak van een politica tegen ‘tScheldt (de zaak Staat/Zelfa Madhloum tegen ‘tScheldt/Gert Van Mol, klik HIER)
Een zwaarbewapende diender van de cel zwaar banditisme eiste per telefoon dat de medewerker van ‘tScheldt op ondervraging moest komen in Brussel, om 9 uur. De medewerker zei dat hij zich met plezier zou aanbieden in het politiekantoor van zijn gemeente voor ondervraging in Antwerpen. De zwaarbewapende diender zei dat dat zo niet werkte. Hij eiste dat de medewerker van ‘tScheldt naar Brussel zou komen. De medewerker herhaalde zijn aanbod om naar een lokaal politiekantoor in Antwerpen te komen. De diender zei dat als de medewerker niet kwam hij zou gearresteerd worden. “Dan moet u maar arresteren”, had de medewerker gezegd.
Een jaar later: 21 december 2022
Een jaar later kreeg de medewerker van ‘tScheldt een briefje van de politie om te getuigen in een zaak van een ruzie tussen twee bekende ondernemers. Hij werd gevraagd naar een kantoor in Antwerpen te komen op 21 december 2022, ja dat is dag op dag 2 jaar geleden. Het was een drukke dag voor de medewerker want hij moest diezelfde dag 4 uur later een vliegtuig nemen in Maastricht. De ondervraging was van een bangelijke eenvoud en duurde nog geen 10 minuten. Toen de medewerker aanstalten maakte om door te gaan reageerde één van de ondervragende agenten zichtbaar verveeld.
“Heu… mijnheer, heu… er is eigenlijk nog een andere ploeg die u wil zien….”
“Dat is vervelend, ik heb binnen 4 uur een vliegtuig te halen, zal ik later terugkomen?”, zei de ‘tScheldt-medewerker.
“Heu…nee, dat gaat eigenlijk niet, u bent namelijk eigenlijk gearresteerd”, antwoordde de man verontschuldigend.
Op dat moment zwaaide de deur open en kwamen 4 tot de tanden gewapende idioten van de cel zwaar banditisme binnen.
“Bent U mijnheer X? ”
“Ja”
“U bent hierbij van uw vrijheid benomen….”
De ondervraging die daarop volgde was van een adembenemend surrealisme.
Een advocaat iemand?
De medewerker van ‘tScheldt was plots geen getuige meer in een zaak. Hij was nu verdachte in een zaak waarvoor gevangenisstraf kon opgelegd worden. De briljante geesten van de cel “Directie bestrijding zware en georganiseerde criminaliteit” (hoort u dat geluid? dat zijn de giechelende stemmen van An en Eefje vanuit de Hemel) stelden dat de medewerker een advocaat moest bellen om het verhoor bij te wonen. De medewerker stelde:
“Vrienden dat gaat uren duren eer ik hier een advocaat heb en jullie klaar zijn met het verhoor. Ik moet binnen 4 uur een vliegtuig halen in Maastricht. Kan ik niet binnen enkele dagen terugkomen voor de ondervraging?”
De gewapende boys informeerden bij de onderzoeksrechter, de onnavolgbare Christian Van Wambeke, of dat een mogelijkheid was. Niet, natuurlijk. “Laat hem zijn vliegtuig maar missen.”
De ‘tScheldt-medewerker vroeg over wat het ging gaan.
“Over Sihame El Kaouakibi”, antwoordde de baas van het geüniformeerde gevechtsteam gevat.
De ‘tScheldt-medewerker moest even lachen.
“Fijn, dan heb ik geen advocaat nodig. Vraag maar op. Dan kan ik mijn vliegtuig nog halen.”
Paniek bij de vechtjassen.
“Dat gaat zomaar niet. Als u weigert er een advocaat bij te halen, moeten wij u een advocaat voorstellen. Wij moeten een cel contacteren die een lijst van advocaten ter beschikking heeft.”
De mannen gespecialiseerd in geweld waren niet zo gespecialiseerd in telefonie. Ze konden de betrokken advocaten-cel niet bereiken.
Een juffrouw van het team raadpleegde Wikipedia op haar gsm wat te doen in zo’n geval.
Ze zei tegen haar collega’s dat een hogere in rang hen toestemming kon verlenen tot ondervraging indien de advocaten-cel niet kon bereikt worden.
Een collega zette zich achter de computer en begon met twee wijsvingers een briefje te mailen naar een Hogere Vechtjas. Uit het mysterieuze labyrint van geüniformeerde vechtjassen kwam een mail terug dat het reglement niet duidelijk was op dat vlak, en dat het team mocht over gaan tot ondervraging op eigen risico. Gefrustreerd door zoveel administratief gezeik besliste de baas van het team de ondervraging op te starten zonder advocaat erbij.
Enfin, zelden werd het systeem zo in zijn blootje gezet als die 21ste december 2022.
En met blootje bedoelen we letterlijk blootje. Op het einde van de ondervraging gaven de vechtjassen schoorvoetend toe dat de medewerker van ‘tScheldt diende gevingerafdrukt te worden.
“Vrienden”, zei de medewerker. “U heeft mij enkele maanden geleden al gevingerafdrukt en gefotografeerd toen u mij arresteerde in een andere zaak (de zaak Staat/Zelfa Madhloum tegen ‘tScheldt)”.
“Ja”, dat klopt piepte een vechtjas…. “maar we zijn uw vingerafdrukken kwijt”.
Hoort u dat geluid? Dat zijn twee doodgeschoten Zweedse voetbalsupporters die vanuit de Hemel lachen met de Belgische justitie.
U leest meer over de ondervraging HIER.
Sjoemelpoedel
De essentie van de ondervraging op 21 december 2022?
Het onnoemelijke leed dat ‘tScheldt had veroorzaakt door Sihame El Kaouakibi ondermeer een sjoemelpoedel te noemen.
Daarvoor heb je tegenwoordig de cel zwaar banditisme nodig.
Noem ons idioot, maar wat in godsnaam is er mis met justitie?
De overheid en in casu het gerecht hebben manschappen en tijd over om dit soort van onwerkelijkheden te organiseren rond een satirisch blad.
Ze heeft wel geen tijd en middelen, zogezegd, om de moordenaar van Julie Van Espen op te volgen en op te sluiten.
De hele bovenbouw, de politiek én het gerecht, hebben een geweldige trap nodig, tegen de kont.
Dat is wat nodig is.
De raadkamer-zitting in dit verhaal is uitgesteld naar 30 januari 2025.
**

**
U las dit alleen in ‘tScheldt
**
Illustratie: Sihame El Kaouakibi door ivan van de velde
**
Steun het verzet.
Leef het leven.
Steun ‘tScheldt.
Of via rechtstreekse storting:
BE11 4310 7607 5248
Referentie: ‘STEUN’ en eventueel uw emailadres zodat wij u kunnen bedanken
Of via een steunactie: