In deel 1 (klik HIER) kon de lezer kennis maken met het begrip ‘vanransten‘ een ander woord voor ‘belagen en beledigen’. Het is de standaardtactiek van Marc Van Ranst op het internet.
In de loop van de jaren verzamelde Marc Van Ranst een legertje digitale deplorables rond zich die op eenvoudig verzoek van Van Ranst anoniem individuen en instellingen aanvallen.
Dankzij een groepje opstandige nerds met de digitale kracht om een middelgrote kerncentrale stil te leggen slaagde ‘tScheldt er de afgelopen weken in het ene na het andere anonieme account rond Van Ranst te kraken.
In deel 2 laten we zien hoe Marc Van Ranst en Co anoniem te werk gaan.
In deel 3 gaan we nog een stap verder en komen we tot ontstellende onthullingen en namen.
Wie het digitale gedrag van Marc Van Ranst aan het zichtbare oppervlak van het internet bestudeert zal allicht merken dat Van Ranst uren per dag spendeert op sociale media en dit op zowat alle grote platformen. Op het eerste oppervlakkige gezicht lijkt hij redelijk zelfstandig vanuit een digitale ivoren toren zijn gif uit te kappen op mensen en instellingen die volgens hem ‘incorrigeerbaar’ zijn.
Wie echter de kans krijgt onder de oppervlakte te kijken merkt dat Van Ranst het centrum is van verschillende cirkels van interactie met anonieme accounts.
Vandaag onthullen we zo’n account.
Dat account pleegt eigenlijk digitale aanslagen.
We leggen uit
Op de satirische website ‘tScheldt staat reclame. Die reclame wordt niet meer ‘geworven’ door ‘tScheldt zoals in de dagen voor het internet waarbij een leuk uitziende juffrouw van ‘tScheldt het bureau van de adverteerder in Brussel bezoekt om een gekostumeerde vijftiger te overtuigen bepaalde reclames op ‘tScheldt te plaatsen. Nee, die dagen zijn voorbij.
Vandaag heeft ‘tScheldt een contract met Google. Google verdient fortuinen door adverteerders te linken aan websites. Stel U Google voor als een nerd die in zijn linkerhand een zak met adverteerders heeft en in zijn rechterhand een zak met websites. De adverteerders willen voor het plaatsen van hun advertenties betalen. De websites willen voor het opnemen van de advertenties betaald worden.
Om met de nerd van Google te mogen werken hebben alle websites in de rechterzak moeten toestaan dat Google een stukje code op hun websites plaatste. Door dat stukje code weet Google wie wanneer welke website bezoekt. Ook de adverteerders in de linkerzak hebben moeten toestaan dat Google een stuk code plaatste op hun bedrijfswebsite.
Comes in: Jan Stevens
Stel U bent een vriendje van Marc Van Ranst, en U heet Jan Stevens, een ‘journalist’ van Humo. En Jan bezoekt ‘s ochtends de website van een instelling gespecialiseerd in mentale problemen. Want Jan heeft mentale problemen. Oh ja, dit is trouwens een waar verhaal.
‘s Middags hebben Marc Van Ranst en Jan digitaal contact. Uiteraard hebben ze het over hun gezamenlijke vijand: ‘tScheldt.
In de namiddag wil Jan, zoals afgesproken met Marc, ‘tScheldt een beetje bashen en bezoekt hij de website van ‘tScheldt. Iets wat Jan elke dag een paar keer doet. Want Jan is geobsedeerd door ‘tScheldt. Schreven we al dat Jan mentale problemen had?
Van zodra Jan de website van ‘tScheldt bezoekt weet het stukje code van Google in de website van ‘tScheldt dat Jan de website van ‘tScheldt betreden heeft.
Het stukje code van Google zal Jan gedurende de hele tijd dat hij op de website van ‘tScheldt vertoeft, volgen.
Google heeft ondertussen iets briljant gedaan
Google heeft ook ooit een stukje code mogen plaatsen op de website van de instelling gespecialiseerd in mentale problemen. Waarom? Omdat die instelling ooit besliste om voor haar diensten te adverteren op Vlaamse websites. En hoe gebeurt dat? Via Google.
Terug naar de nerd van Google. In de zak in zijn linkerhand zit de instelling voor mentale problemen want die wil adverteren. In de zak in de rechterhand zit ‘tScheldt want die wil advertenties publiceren.
Op het moment dat Jan Stevens de website van ‘tScheldt bezoekt ziet Google wat Jan doet. Laten we zeggen dat Jan een artikel over Marc Van Ranst leest op de homepage (pagina nummer 1) van ‘tScheldt. Want Jan en Marc zijn digitale vriendjes (ssssssst niet verder vertellen).
Google doet dan iets buitennatuurlijks
Google zal het artikel op ‘tScheldt waarin Jan Stevens zich beweegt openbreken en in de opengebroken stukken bliksemsnel advertenties plaatsen voor de instelling voor mentale problemen. U leest het goed. Zonder dat de redactie van ‘tScheldt iets doet, sleurt Google stukken tekst uit elkaar en bonjourt ze daar zelf advertenties tussen. Dat gebeurt zo snel dat Jan Stevens noch de redactie van ‘tScheldt dit proces zien gebeuren. Google zal dat spelletje spelen gedurende het volledige bezoek van Jan Stevens aan ‘tScheldt.
Dat doet dat de website van ‘tScheldt, die eigenlijk een schone rustige website is, tijdens het bezoek van Jan verandert in een chaotische brousse van overal, maar dan ook overal opduikende advertenties. Niet alleen advertenties voor de instelling voor mentale problemen. Ook advertenties van elke winkel die Jan de afgelopen dagen digitaal bezocht heeft. Een andere lezer van ‘tScheldt, niet Jan dus, die op hetzelfde moment het artikel leest over Marc Van Ranst, die maakt hetzelfde mee als Jan, alleen krijgt die andere lezer geen advertentie te zien voor een instelling voor mentale problemen, maar andere advertenties die Google uit haar linkerzak van adverteerders tovert.
Nog een klein detail. Google krijgt een budget van haar adverteerders in de linkerzak. Google wil daarom haar klant, de adverteerder, zoveel mogelijk kans geven diensten en producten te verkopen. Dus als Google moet kiezen tussen twee websites waarop ze advertenties van een adverteerder moet inschieten, dan zal ze die website kiezen met het meest interessante publiek. En dat is, tot grote ergernis van grote uitgevers, vaak ‘tScheldt. Waarom?
Omdat ‘tScheldt zo f.cking veel bezoekers heeft uit een zeer interessante doelgroep, namelijk, mensen die nadenken in het leven, doorgaans ouder zijn en het goed gedaan hebben in het leven, dwz redelijk kapitaalkrachtig zijn. Daarom ligt ‘tScheldt bij Google in de hoogste lade. Omdat alle partijen goed verdienen aan het door ‘tScheldt gecreëerde universum.
Wat is het doel van Google?
Ten eerste dat Jan Stevens de advertentie voor de instelling voor mentale problemen ‘ziet’, letterlijk gewoon ‘ziet’.
Ten tweede dat Jan Stevens op een bepaald moment op zo’n advertentie klikt, waardoor Jan Stevens de website van ‘tScheldt verlaat en in een oogwenk getransporteerd wordt naar de website van de instelling voor mentale problemen.
Ten derde, dat Jan Stevens op de website van de instelling iets koopt. Bijvoorbeeld dat hij zich inschrijft voor een betalende opname in de instelling om zich te laten verzorgen voor zijn mentale problemen. Schreven we al dat dit een waargebeurd verhaal is?
Wat doet ‘tScheldt? In essentie niets. Tenzij geld ontvangen van Google. Google betaalt ‘tScheldt telkens een bezoeker een advertentie ziet, dus gewoon al ziet en er niet op klikt. Google betaalt hiervoor letterlijk peanuts aan ‘tScheldt. Wanneer wordt het interessant voor ‘tScheldt? Als Jan Stevens op een advertentie klikt en de website van de adverteerder bezoekt. Wanneer wordt het pas écht interessant voor ‘tScheldt? Als Jan Stevens een aankoop verricht op de website van de adverteerder. Wanneer Jan Stevens een aankoop verricht dan krijgt Google het meest betaald door de adverteerder en stort Google een interessant deel daarvan door naar ‘tScheldt.
Google speelt dit spelletje tot op het bot en wordt hierdoor schatrijk. Websites krijgen in verhouding echter zeer weinig geld voor alle visibiliteit die zij de adverteerders van Google gunnen. Bovendien verandert de site bij elk bezoek van een lezer in totale chaos waarbij het soms niet duidelijk is wat geschreven werd door ‘tScheldt en wat van adverteerders afkomstig is.
Daarom, tussen haakjes, is het goed een abonnement op ‘tScheldt te nemen, omdat abonnees de website dan zien ZONDER dat stukje code van Google, dwz zij zien een redelijk rustige clean gelay-oute website zonder tientallen advertenties die overal opduiken. (TIP: neem een abonnement HIER)
Weet ‘tScheldt welke advertenties door Google op onze website geplaatst worden?
Nee, dat weten we eigenlijk niet.
Weet ‘tScheldt dat Jan Stevens een advertentie voor een instelling voor mentale problemen te zien krijgt?
Nee, dat weet ‘tScheldt in principe niet.
Weet de adverteerder op welke websites zijn advertentie door Google zal geplaatst worden?
Nee, dat weet de adverteerder eigenlijk niet. De adverteerder zou dat kunnen weten, maar dan heeft hij gespecialiseerd Google-kundig personeel nodig. De adverteerder weet wel dat Google haar best zal doen om potentiële klanten, zoals Jan Stevens, te volgen op het internet en hem tijdens zijn bezoeken zoveel mogelijk de gepersonaliseerde advertentie van de instelling te laten zien.
U weet nu hoe ‘tScheldt een deel van haar geld verdient.
Dat weet Marc Van Ranst ook.
En dat is een doorn in het oog van Marc Van Ranst.
Want Marc Van Ranst staat elke dag op met de idee hoe hij ‘tScheldt kan vernietigen.
Hoe misbruikt Marc Van Ranst bovenstaande informatie?
Marc Van Ranst spreekt online (oa via Twitter) af met één van zijn anonieme soldaten, met name het account: @Minvan Agitatie
Dat is het account van iemand die zich voluit de “Minister van Agitatie” noemt.
We schreven al dat wat hier staat uit het leven gegrepen is, niet?
En dat wat we hier schrijven deze week gebeurde?
Wat doet het digitale crapuul van Marc Van Ranst?
De “Minister van Agitatie” bezoekt de website van ‘tScheldt als niet-abonnee en begint op te meten welke advertenties hij te zien krijgt.
We weten uit het bovenstaande dat de advertenties die de “Minister van Agitatie” te zien krijgt, weinig te maken hebben met ‘tScheldt, maar wel met diens eigen bewegingen op het internet voor hij de website van ‘tScheldt bezocht.
Wat kreeg de “Minister van Agitatie” deze week te zien?
Een advertentie voor de Museumpas, “museumPASSmusées”, uitgegeven door een gesubsidieerde instelling uit Brussel.
De Museumpas is een subsidiezeikverhaal van jewelste. Partners zijn o.a. de VRT, het Vlaams Museumoverleg, Brussels Museums, Fédération Wallonie-Brussels, A-kaart (van Antwerpen), UitPas en de Nationale Loterij.
Wat deed de “Minister van Agitatie”? Hij nam een screenshot van de advertentie en stuurde deze naar de organisatie gekoppeld aan een fake klacht.
Daar vond zijn ‘klacht’ onmiddellijk het gehoor van een gesubsidieerde directrice die actie ondernam en Google contacteerde om de advertenties van de Museumpas niet meer op ‘tScheldt te laten verschijnen, terwijl Google waarschijnlijk al tal van haar passen wist te verkopen aan andere lezers van ‘tScheldt.
De directrice, Erika T’Jaeckx, stuurde volgende brief naar het crapuleuze vriendje van Marc Van Ranst, het anonieme gedrocht “Minister van Agitatie”.

De coördinaten van deze vorte instelling zijn de volgende:
Museumpas
museumPASSmusées
Henegouwenkaai 41 – 43
1080 Brussel
Erika T’Jaeckx
Directrice
[email protected]
04727890302
Maar wie is het crapuul nu eigenlijk dat de klacht indiende?
Wel achter de Minister van Agitatie zit een zekere Peter Terryn.
En Peter Terryn past perfect in het perfide wereldje van Marc Van Ranst. Want Peter Terryn staat bij de politie gekend als een “anarchistisch en communistisch politiek activist”. Zowel Marc Van Ranst als Peter Terryn hebben een PVDA-achtergrond. Ook al kreeg Terryn het aan de stok met Peter Mertens wegens zijn acties zoals hieronder zullen beschreven worden.
De gesubsidieerde instelling Museumpas werkt dus graag met anarchisten en communisten. Zo zo.
Het wordt evenwel erger.
Peter Terryn lag hij mee aan de basis van de Belgische Cannabis Consumenten Bond (BCCB).
De gesubsidieerde instelling Museumpas wil dus graag de mensen aan de marihuana.
Zou dat stroken met de filosofie achter de Museumpas?
Of nog erger.
In 2003 werkte de anarchist op het kabinet van staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Eddy Boutmans. Hij werd er ontslagen omdat hij op zijn persoonlijke website de koning en andere staatshoofden beledigde en vooral omdat hij de aanslagen van “Nine eleven” in Amerika (11 september 2001) van een “onwaarschijnlijke esthetische schoonheid” had genoemd.
Goed bezig Erika denken we dan.
Maar het kan nog erger, Peter Terryn kreeg later een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een boete wegens weerspannigheid en vandalisme omdat hij enkele auto’s had beschadigd.
Of wat dacht u van:
Het oproepen om de spoorwegen te saboteren? Infrabel ging ervoor naar de rechtbank.
Het oproepen om massaal katten te doden?
Het oproepen om de politie overal en altijd te filmen?
Naar deze zieke geest wordt dus meteen geluisterd door Erika T’Jaeckx, directrice van de Museumpas.
Nu weten we dus exact waar Erika T’Jaeckx en haar Museumpas voor staan.
Als een gesubsidieerde instelling gaat samenwerken met veroordeeld anarchist die de aanslagen van 9/11 goedkeurde, dan weten we dat de culturele wereld in België afglijdt naar de totale onaanvaardbaarheid.
Wij pleiten er dus voor dat Erika T’Jaeckx ontslagen wordt.
En we gaan ons best doen dat te bekomen.
**
VRAGEN
Hoe lang collaboreren Marc Van Ranst en Peter Terryn al?
Hoeveel bedrijven en instellingen hebben ze al benaderd op bovenstaande wijze?
Hoeveel politici en welke politici kregen anonieme bagger van dit tweetal?
Moet de politie niet eens binnenvallen bij deze twee om exact na te gaan hoe ze de samenleving willen saboteren voor hun eigen Grote Gelijk?
**
De coördinaten van de Museumpas waren de volgende:
Museumpas
museumPASSmusées
Henegouwenkaai 41 – 43
1080 Brussel
Erika T’Jaeckx
Directrice
[email protected]
04727890302
**
Foto’s van Erika T’Jaeckx, directrice Museumpas


**
Foto’s van de anonieme voetsoldaat van Marc Van Ranst, Peter Terryn


**
VOLG ‘TSCHELDT VOOR DEEL III in de Marc Van Ranst Onthullingen
**
STEUN HET VERZET
STEUN ‘tScheldt
Of via rechtstreekse storting:
BE11 4310 7607 5248
Referentie: ‘STEUN’ en eventueel uw emailadres zodat wij u kunnen bedanken
Of via een steunactie: