Deze ochtend bestelde ik, uit solidariteit voor de wegkwijnende Amerikaanse economie, een cappuccino bij Starbucks, op z’n Amerikaans:
Extra large, extra hot, sugar free, slavery free, extra creamy, sprinkled with cinnamon, and a double shot of salty leftist tears.
Want tranen zijn er gevloeid op 7 november 2024 – de meest gehate man ter wereld is immers weer de machtigste geworden, wat betekent dat hij toch ook een paar fans heeft. En daar ben ik één van.
Mijn waardering voor de president wordt in een land waar het bijna een misdaad is om pro-Trump te zijn, zelden begrepen. Het feit dat ik essays schrijf over ethiek en kunst, dierenrechten verdedig, en chopinesque mazurkas speel, roept nog meer verwarring op. Trumpers, dat zijn toch cultuurbarbaarse KFC-vreters die woorden met meer dan twee lettergrepen lastig vinden?
Wie echter verder kijkt dan dit cliché, ziet onder zijn aanhangers toch geen uilen de revue passeren. Zoals de man die door The New York Times de meest invloedrijke intellectueel van het Westen wordt genoemd, of het individu dat ons ruimtelijk territorium plant uit te breiden en per occasionem besloot het vrije woord te redden.
Jordan Peterson en Elon Musk worden vervoegd door een hele schare intelligentsia die wel wat zinnigers te vertellen hebben dan de Hollywoodsterren die de Democraten optrommelden voor de verkiezingen. Douglas Murray, James Orr, Dennis Präger, Ayaan Hirsi Ali, Brigitte Gabriel, Vivek Ramaswamy, Charles Kesler, Melanie Philips, Ben Shapiro, Mossad Hassan Youssef – allemaal briljante geesten die systematisch worden gecensureerd en aldus onbekend klinken in de oren van het gros van het Europese lectoraat.
En kregen ze van het extreem-linkse journaille toch de kans hun visie te uiten – weliswaar gefilterd, geknipt, en uit de context gerukt – zouden ze bespuwd worden met dezelfde -ismen die Trump al een decennium aanhoort:
Racist!
Fascist!
Narcist!
Sadist!
Misogynist!
Sexist!
Extremist!
Egoïst!
Terrorist!
Afin, de standaard beledigingen die meestal uit de mond komen van zij die tot de meest intolerante vorm der -ismen behoren: de wokisten – een soort van postmoderne bolsjewieken die niet langer enkel de kapitalist als vijand beschouwen, maar de blanke, westerse, christelijke, antiglobalistische, vrijdenkende, succesvolle heteroman. Donald J. Trump is daar de ultieme belichaming van – alles wat ze haten in één pak.
Zelden kunnen Trumpofoben hun beschuldigingen staven met concrete feiten. Their feelings don’t care about your facts! Het hilarische is bovendien dat ze zichzelf voortdurend tegenspreken:
Trump is een marionet, maar hij is een dictator.
Hij is een clown, maar hij is « erger dan Hitler ».
Hij haat migranten, maar hij is getrouwd met een migrant.
Hij haat joden, maar zijn dochter en kleinkinderen zijn joods.
Hij haat homo’s, maar hij was de eerste president die voor het homohuwelijk was.
Hij haat vrouwen, maar hij nam een recordaantal vrouwen aan in het Witte Huis.
Hij haat zwarten, maar hij pompte veel meer belastinggeld in zwarte buurten dan Obama.
Trump lijkt wel Schrödinger’s kat, peinsde ik onder de damp van mijn tranencappuccino.
Die combinatie van zoet en zout heeft me zelden beter gesmaakt.
Alexandra S. Villers