Als lid van de Vlaamse Filmcommissie kreeg ik in 1995 het boek Ex-Drummer van Herman Brusselmans toegestopt. Er werd me gevraagd dit schrijfsel te beoordelen op haar mogelijkheden tot verfilming. Na 5 minuten heb ik het bladvulsel in de vuilbak gekieperd, iets wat ik nooit met enig ander drukwerk deed, zelfs niet met de onnozele en onleesbare koran. Mijn oordeel over de capaciteit om van dit onding alsnog een aanvaardbare film te maken was eveneens vernietigend. Een kleine 10 jaar zag de prent, ondanks mijn negatief advies toch het licht. Het stond in de sterren geschreven dat dit slechte boek geen goede film kon worden. Dit om te zeggen dat Brusselmans bij mij niet in de bovenste schuif ligt als vuilschrijver, noch als sullige stand-up. Het ventje bezit wel een zekere taalvirtuositeit, maar daarmee is alles dan ook gezegd.
Een paar dagen geleden haalde Brusselmans de toorn van Jaweh en zijn uitverkoren volk over zich door zijn column in het strontblaadje Humoradio, een afdruksel van het linkse weekblad Vrij Nederland. Hoewel ik eczema krijg van sommige arrogante Israëlieten die ik op televisie zie, heb ik niks tegen Joden: ik ken er geen persoonlijk; ik heb er ook niks mee te maken dat destijds de Duitse socialisten dat ras hebben trachten uit te roeien. Net als in de broederstrijd tussen Rusland en Oekraïne, hoed ik me er voor om een standpunt in dit conflict tussen twee Semitische volkeren in te nemen: ik keur het bombarderen van burgers door het Israëlische leger absoluut af, maar evenzeer de blinde terreur van Hamas, waardoor deze dodelijke doos van Pandora opnieuw geopend werd. Brusselman was niet zo wijs als ik, en hij trok voluit de kaart van de Palestijnen. Waardoor hij voor de vrienden van Israël de gebeten hond werd, in zijn geval het gebeten keffertje-zonder-keppeltje. Hij doet maar. Om het eens op z’n Brusselmans te zeggen: Elke kont schijt zoals het zijn aars uitkomt.
Brusselmans, zoals ik hem ken, is weliswaar een ranzige rukker maar geen linkse rakker, en al zeker geen verworpene der aarde. Want op de bankrekening van deze over het paard getilde broodschrijver staat al bij de twee miljoen euro. Om aan de bak te komen, is hij wel verplicht, zoals alle BV’s trouwens, het links extremistische discours kritiek- en klakkeloos na te bauwen: zijn vriendin, zoontje en sigaretten kosten immers hopen geld; omwille van de smeer likt hij nu de politiek correcte reet. Dat verklaart zijn anti-Joods dom pamflet waarbij hij schrijft die Jodenneuzen een mes door de strot – in dit geval hun sinussen – te willen rammen. Is dat aanzetten tot haat? NEEN! Dat is het ventileren van zijn eigen haatgevoelens, niks minder maar ook niks meer. En net zoals de gedachten vrij zijn, zijn de gevoelens dat ook. Als consequent voorstander van de vrijemeningsuiting huil ik niet mee met de roedel wolven die nu blaft tegen het keffertje. Brusselmans mag van mij zeggen en schrijven wat hij wil. Hij mag zelfs in zijn verwarde verbeelding Israël vernietigen met een atoombom, voor mij geen enkel probleem zolang hij de daad niet bij het woord voegt. Ik sluit me volmondig aan bij wat Plato hierover zei: Het woord hond heeft nooit een mens gebeten. Enkel wanneer dat klootzakje me verbaal zou trachten te schofferen, sla ik zijn luizige pokkenkop tot moes.
Tenslotte wil ik Brusselmans nog een amicale raad meegeven. Beste Herman, wanneer je jouw stulpje verlaat om sigaretten te gaan kopen, kijk dan af en toe over je schouder of je niet gevolgd wordt door een onbekende. Het zou wel eens een mannetje of vrouwtje van de Mossad kunnen zijn. En een ongeluk is gauw gebeurd…
Jef Elbers