Conner de Zuigeling krijgt altijd zijn goesting

Een klassieke uitspraak in de wereld van de psychologie en pedagogie over het goedaardige karakter van een baby (vroeger vaak omschreven als een ‘zuigeling’) luidde als volgt: ‘Zet een baby aan de lanceringsknop van een atoombom en hij drukt die meteen in als hij niet op zijn wenken wordt bediend bij een acute hongeraanval’. Deze bewuste overdrijving gold als illustratie van de instinctieve overlevingsdrift bij een zuigeling.

Daaraan moesten we denken toen we de laatste tijd weer onmogelijk wisten te ontsnappen aan de media-optredens van zuigeling Conner Rousseau. Bij het rijkelijk natafelen een paar ellenlang lijkende seconden stilstaan bij de lege brooddoos van de arme kindjes, geldt volgens het nieuwe socialisme als een ultiem bewijs van goedhartigheid. Amai, zo geëngageerd die Conner, kreunen zijn leeghoofdige volgers. Want ja, we kunnen niets anders dan het meest vileine misprijzen voelen voor die meute matekes van hem. Waarom wordt dit imagokereltje niet vaker doorprikt? Als een verwend krijsertje schold hij de zigeuners die de buurt van zijn bomma terroriseerden uit voor al wat hij anderen verbiedt te denken. Dat was de ware Conner. Uit politieke bloedarmoede bij Vooruit en met de gretige hulp van zetbaas Eric Goens is de Gezalfde weer helemaal klaar om de rode voorzitterstroon over te nemen van meisje Melissa. In een verkaveld Vlaams debiteert hij zijn striptekstballonen over koopkracht en bijt hij nijdig naar zelfverzonnen tegenstanders. De gearrangeerde flou artistique die hij drapeert over zijn flexi-geaardheid, de chique nestwarmte in het Sint-Niklaas van zijn mama wier burgemeestersschoenen hij na oktober hoopt te dragen en zijn slaapverwekkende therapeutische biechtneiging tonen de keizer met de blote benen wat hij in wezen is: een gulzige zuigeling aan de lanceringsknop van een atoombom.

In syndicale middens vangen we op hoe Conner de rode vakbond ABVV onder druk zette om hoe dan ook geen acties of stakingen op gang te trekken tot de verkiezingen voorbij waren. Vooruit moest en zou overkomen als een partij die bekwaam tot regeren was. Daarna mocht de vakbond naar believen de boel op stelten zetten. Rousseau beheerst het machtsspel zoals hij dat in de wieg al leerde. Omringd door jaknikkers zoals bij elke eerste de beste dictator krijgt Conner steeds zijn zin. Dat men binnen N-VA en cd&v daar maar eens aandachtig bij stilstaat, want wie in bed kruipt met de Gezalfde heeft na afloop een potige portie zalf nodig.