Degene die het meest beklijvende verhaal weet te brengen die wint een verkiezing, is een analyse van de New York Times-journalist David Brooks. Denk aan Ronald Reagan die door de intelligentsia werd beschouwd als een slome Hollywood-acteur met ouderwetse ideeën over de samenleving. Hij wist echter in 1980 de natie te capteren met zijn als authentiek ervaren idealisme om ‘zijn’ Amerika opnieuw te laten dromen van herstel en zelfvertrouwen. Hij belde regelmatig gewone burgers onverwacht op om hen te polsen naar hun leefomstandigheden en hun kijk op de realiteit, ver weg van Washington. Met een scheut humor en enkele rake ingrepen om de afschuivende maatschappij te corrigeren, zette hij de VS weer op de kaart en deed hij met een vrank maar redelijk buitenlands beleid de Sovjet-Unie instorten. Dat hij een enorme begrotingsput achterliet belette niet dat de gemiddelde Amerikaan weer aan de slag kon en opnieuw een gezonde fierheid op zichzelf en de natie ontplooide.
‘The Great Communicator’ blijft onderwerp van bewondering én kritiek, maar hij bracht bovenal een verhaal van geloof in eigen kunnen. Met een geringere overheidsbemoeienis, een sterke militaire zelfverdediging en een pleidooi voor eenvoud trok hij het land uit het moeras. We mogen niet vergeten dat de jaren zeventig die vandaag worden bewonderd voor hun eigenzinnige films, muziek en media ook een periode van economische crisis, sociale onrust en weergaloze weerzin tegen elk gezag waren. Ook toen beleefde men in het hart van het traditionele platteland het samenleven anders dan in de grootstad waar een progressieve elite de verloedering ontkende. Wie toen in New York arriveerde kon zijn ogen niet geloven over het menselijk verval. Een halve eeuw later zijn de meeste Europese binnensteden ook in gevaarlijke getto’s veranderd. Geen toeval dat de herrezen communisten daar nu hun stemmen ronselen.
Wie tijdens een dor debat geen reeks statistieken opsomt omdat die toch verloren gaan, maar een herkenbaar verhaal geloofwaardig vertelt, die inspireert en rolt de dag nadien over de tong. Een oudere hulpeloze dame die met haar schraal pensioentje moet zien te overleven in een verouderd appartementencomplex, waar de vertrouwde buren zijn gestorven of gevlucht en waar de gekleurde gangster van beneden de plak zwaait, de rust verscheurt met zijn paringsgebrul en zijn jungleklanken de trommelvliezen laten ploppen, wel die dame moet door ons met zijn allen verdedigd worden. Dat is een verhaal dat realisme uitwasemt (behalve voor de welgestelde humanistische bewoners van een groene wijk wat verderop) en bijgevolg electorale bondgenoten kan aantrekken.
Van migranten van buiten de Europese Unie werkt 44,2 procent niet. Belgische leeflonen gaan voor 40 procent naar niet-Belgen. Dit zijn cijfers van arbeidseconoom Stijn Baert van de UGent. We zwijgen dan nog over de gevangenisbevolking. Er bestaan cijfers in overvloed zoals deze en toch smeerden de meeste kandidaten op 9 juni deze onthutsende inzichten schaamteloos aan de onderkant van het tafelkleed dat over de politieke discussies lag gedrapeerd.
We stapten onlangs een nachtwinkel binnen en de Paki die de tent uitbaatte, mopperde over de ellende met Marokkaanse klanten. ‘Damn Moroccans, Sir’, zuchtte hij, ‘It’s always the same kind of trouble’. Zou zo iemand ook berispt worden over zijn uitspraken of mag hij dat als niet-blanke wel zeggen? De brave borst deed terecht zijn beklag. Hij was een statistiek-vertolker van vlees en bloed. Het omdraaien van dader en slechtoffer zijn we al gewend; zo afgestompt heeft men ons gemaakt.
Wie op de overlastcijfers een menselijk gelaat kan kleven, die kan de morele afkolvers verslaan. Een Afghaanse jongeman met twee slecht betaalde jobs was gaan lopen uit het met de dag achterlijker wordende Taliban-land. Hij begreep niet dat de overheid hier niets doet tegen drugs, straffeloosheid en oprukkend fundamentalisme, zo vertrouwde hij ons toe. Dit zijn de verhalen waarmee men morele scherpslijpers moet confronteren. Tegelijkertijd moet men in zulke verhalen ook hoop op verbetering kunnen proeven, want uiteindelijk willen de meeste kiezers wel reële visies, maar net niet té pijnlijk.
**
Foto: New York 1968
**
STEUN ‘tScheldt
Of via rechtstreekse storting:
BE11 4310 7607 5248
Referentie: ‘STEUN’ en eventueel uw emailadres zodat wij u kunnen bedanken
**
Of via een steunactie:
**