Het Zakenkabinet (3)

SEK. Je hebt het gemaakt als je naam het tot een afkorting brengt. JFK, POTUS, MBS in de US. BDW, JVDL, FDW, DVL (sic!) ten onzent, in de mode CC, DVF, en dus in Antwerpen ook SEK, Sihame El Kaouakibi, ‘onze eigenste ‘apprenti-danseuse’. Tot zover een Antwerps experiment met een onverkozen buitenstaander op de kieslijst maar volledig in de traditie van een zakenkabinet, met iemand die zijn sporen verdiend had in het bedrijfsleven (de gesponsorde versie ervan althans).

Een beetje grasduinen in de Nederlandse geschiedenis kan trouwens geen kwaad. Zakenkabinetten waren extraparlementaire kabinetten die (vrijwel) geheel uit niet-politieke personen bestonden, zoals uit ondernemers en ambtenaren. Tot de komst van politieke partijen rond 1888 gold dat overigens voor de meeste kabinetten. Tot 1948 waren vrijwel alle ministers van Buitenlandse Zaken diplomaten en werden op Oorlog en Marine meestal officieren benoemd. Ook op Waterstaat werd vrijwel steeds iemand met specifieke waterstaatkundige kennis minister.

Waarom dan niet? En waarom is het niet de regel dat je iets van iets moet kennen alvorens je het algemeen belang wil gaan dienen? Is dat uiteindelijk niet elementair? Je kunt toch niet alles kennen en kunnen, tenzij je zoals Gwendolyn Rutten in uw eigen universum koningin bent. De parlementaire besluitvorming – zo luidt het dan – bestaat uit zowel technische als politieke dossiers. Binnen de politieke dossiers gaat het over de vraag van wat goed, kwaad en wenselijk is. Verkozenen weten dat. Want anders geraken ze niet verkozen.

Technocraten zouden – volgens sommigen – niet in staat zijn om dit onderscheid te maken. Technocraten zijn ook mensen, en mensen hebben hun eigen opvattingen en idealen. Met name op de politieke onderwerpen zal het moeilijker zijn om met technocraten tot consensus te komen dan bij een kabinet met politici die een regeerakkoord hebben gevormd. Partijpolitiek dus.

Hoe zijn we hier toch beland? Hoe komt het dat de slimste onder ons, de grote leider van de koekenstad, proclameert dat alleen een kabinet van extra-parlementairen (onverkozenen dus) de democratie moet gaan redden. Democratie die berust op het recht om mensen aan te duiden die jij vertrouwt om te besturen. Maar die dat eigenlijk niet kunnen. Want ze hebben al hun energie en tijd moeten steken in verkozen te geraken.

Een goed voorbeeld is LVC, Ludo Van Campenhout. Een schitterend student, assistent bij Prof. Dr. Emiel Van Broekhoven aan de UFSIA. Een passie voor politiek en voetbal. En voor de Haven van Annick. Voor zijn sloep daar vast kwam te zitten en hij ei zo na haven en goed verloor. Werd verkozen vanop onverkiesbare plaatsen. Iets wat alleen papa Daerden hem nadeed. Met wie hij nog een andere meer fysieke gelijkenis vertoont. Daerden kwam begin januari 2010 in opspraak toen hij kennelijk dronken in de Senaat zei “Ik presenteer eerst een groenboek en daarna een witboek”. Stierf toen hij 62 was. Hopelijk voor LVC stopt de gelijkenis daar.

Verkozen worden was Daerden’s stiel en ook die van LVC. Tot BDW hem afzette. Het was genoeg geweest. Ze waren hem kwijt geraakt op een verplaatsing van RAFC in Czechia en dan was LVC ook nog eens zijn GSM kwijt geraakt en al zijn bagage. Was terug gekomen met alleen zijn RAFC T-Shirt aan. Dat krijg je dan van die specialisten in verkozen worden. Ze gaan zo hard op in hun kiezers dat ze de weg naar de haven kwijt raken. Benieuwd trouwens hoe dat gaat aflopen met BDW zonder LVC. Want elke stem kan hij wel gebruiken. Benieuwd hoe diep LVC zijn broek gaat moeten afdoen. Maar in een zakenkabinet zal er voor hem geen rol zijn. Weten hoe je moet verkozen geraken is namelijk een kunde die je maar 1 keer om de 4-5 jaar mag demonstreren. Geen one trick pony’s in een zakenkabinet. Wie dan wel? Maar daarover morgen meer.

LEES OOK:

Het Zakenkabinet (1) – klik HIER

Het Zakenkabinet (2) – klik HIER

**

Illustratie: Rutten en SEK

**