Graaf Paul Buysse overleden, droefheid alom.

Zelden is een jaar tragischer geëindigd dan 2023. Neen, dan hebben we het niet over de soldateske akkefietjes in Oekraïne, Gaza, Molenbeek, het Open-Vld partijbureau of het Kiel. Ook niet over de regenval die vooral provincies treft waarvan de zichzelf als onmisbaar beschouwende Gouverneur naar zijn buitenverblijf in het zonnige Portugal vertrokken is (om zodoende zijn onmisbaarheid te bewijzen) en evenmin over de terugval in drankverbruik van estaminet ‘Het Hemelrijk’ in Sint-Niklaas sinds de voornaamste klant naar Bangkok vertrokken is.

Graaf Paul Buysse, stamvader van de satire in Vlaanderen, is niet meer. Hij is dood… onze mentor, inspirator, Grote Voorganger. Onze heiland, ons Noorden en ons Zuiden. Ons dagelijkse morele kompas. De man die de satire introduceerde in Vlaanderen. Die ons zo dikwijls het goede voorbeeld gaf. Droefenis alom dus.

Met een fijne glimlach herinneren we ons weemoedig die eerste ontmoeting, ergens begin jaren ’90, in de Antwerpse Kamer van Koophandel. Stond hij daar te speechen… hoe hij als jonge medewerker van Ford meegemaakt had hoe de Limburgse Gouverneur Roppe de grote Fordfabriek naar Limburg haalde, hoe die man en zijn entourage – de Limburgse Economische Raad – vergadering na vergadering de Yankees overtuigde. Hoe Henry Ford II hem na één van de vergaderingen de hand gedrukt had en hem persoonlijk nog goede raad gegeven had. Buysse vertelde het in geuren en kleuren. Op het einde, na het daverende applaus, was er ruimte voor vragen. Slechts één iemand nam het woord. Het zangerige accent en zijn kledij (klompen, blauwe kiel, strohalm achter zijn rechteroor, lichte mestgeur) verraadde zijn etniciteit. “Ik heb een misschien vreemde vraag, achtenswaardige spreker”, begon hij melodieus “hoe oud bent U eigenlijk”? Buysse keek even verbaasd. Kon het kwaad hierop te antwoorden? Neen, dacht hij,… “Ik ben 46, beste vriend”, antwoordde hij minzaam. Het mannetje in de zaal reageerde. “O. Dan had u pas uw derde jaar humaniora achter de rug, toen U daar die Amerikanen ontving, want die fabriek werd gebouwd in 1961, toen was u dus 15 jaar”. Buysse zweeg. Van het Limburgertje – dat nadien een drankje aangeboden kreeg door Luc Lulwel, en door hem persoonlijk naar diens auto begeleid werd – werd nooit meer iets vernomen.

Buysse was een humorist pur sang, dat had u al begrepen. Hij introduceerde de “Galerij der Prominenten”; een reeks koperen naamplaten in de Kamer van Koophandel met de namen van ‘prominenten’. Eén van hen is Fernand Huts. Is dat even lachen geblazen. Laat het nu Huts zijn die jaren na zijn inhuldiging de Kamer meesterlijk in haar hemd zette door met veel bombarie te vertrekken, omdat deze volgens hem – en daarin had hij groot gelijk – helemaal niets realiseerde voor het bedrijfsleven en louter aan zelfbediening deed. En nog altijd hangt hij daar mooi te blinken, de renegaat. Tussen andere wereldberoemde prominenten. Kent U overigens D. Cordeel, M. Stordiau, F. Schotte, A. Dieusaert, R. Leten, W. Van Pottelberghe, A. Van Roy, F. Suykens?

Uiteraard liet Buysse zichzelf er ook etaleren. Als dat geen satire is?

Buysse kon ongewoon grappig uit de hoek komen. Zelfspot was hem niet vreemd. Heerlijk! “Ik wil er altijd perfect uit zien” liet hij in vele interviews optekenen. “Een mooi maatpak, Engelse schoenen, een foulard, manchetknopen, tijgerslipje”. Dit terwijl hij tijdens een bezoek aan de zoo bijna door een bijtgrage hitsige alpaca zijn neus kwijtgeraakt was. Alpaca’s zijn klaarblijkelijk – wanneer ze hitsig zijn – verzot op buitenmaatse rode knolgewassen, vooral als ze gerimpeld zijn en een alcoholgeur verspreiden. Wat een geluk dat Buysse nooit aan nudisme deed.…

Uiteraard was één van zijn humoristische hoogtepunten de Code voor goed ethisch gedrag van bedrijfsleiders die hij met de hem kenmerkende bescheidenheid “Code Buysse” liet noemen. Daarin onder andere regels over de correcte verloning van bestuurders en bedrijfsleiders. Satire pur sang, want onze Paul liet zichzelf in 1998 een ontslagvergoeding van 56 miljoen Frank voorschotelen. En bij zijn pensionering, tien jaar geleden, onderhandelde hij bij Bekaert een gouden handdruk van 3,54 miljoen euro. Buysse een code voor goed gedrag van bedrijfsleiders laten schrijven is zoals Dutroux een boek over “hoe omgaan met kinderen” laten produceren. De “Code Dutroux”. Cool. Ook een bestseller. Ongetwijfeld.

Humor zat hem gewoonweg in het bloed: zijn hele leven in een villa in Knokke wonen en zichzelf dan overal een ‘echte Antwerpenaar’ noemen. Ontslag moeten nemen uit de Koninklijke Stichting door ernstige financiële malversaties en dat ‘op pensioen gaan’ noemen. Eat this, Monty Python!

Wij herinneren ons ook zijn interview in De Standaard Magazine van 30 augustus 2013 (klik HIER). ‘Ik ben alles, behalve een dikke nek’, luidde de titel. Een beetje in tegenspraak met zijn verdere quote ‘ik ben een uniek beest’. Op de vraag of het ‘ik-ben-geen-dikke-nek’ accordeert met zijn protserige gepersonaliseerde nummerplaat BPB (Baron Paul Buysse) luidde het (ongetwijfeld lawaaierige) antwoord: ‘Dat was een geschenk van mijn secretaresse’.

Ja, dat doen ze dikwijls, die dekselse secretaresses, de olijke dames. Uit eigen zak 1000 euro neertellen om stiekem de nummerplaat van de grote baas te veranderen, te ‘personaliseren’ met een eigen bedachte kinderachtige afkorting. Ervan overtuigd zijn dat het baasje het goed zal vinden. Er even geniepig zijn handtekening voor moeten vervalsen op de vereiste aanvraagdocumenten. Het is ook dat soort secretaresses dat het hele levensverhaal van de baas op internet zwiert (met alle 56 bij elkaar gebedelde eretekens ,“vergeet de Ster van de Bronstige Beer uit Botswana niet, chouke, en mijn certificaat van trouwe klant van de Villa Tinto”) en ervoor zorgt dat Baas Buysse in elk interview het wereldrecord ‘ik’ zeggen” scherper stelt. En geniepig heel zijn kantoor volhangt met oorkondes en foto’s waar de baas centraal opstaat. De sloeries!

Buysse was een geniale humorist en kennelijk erfden zijn kinderen deze gave. Wat lazen we op de doodsbrief? Zijn vijf wettelijke kinderen noemen zichzelf daar allemaal… graaf of gravin. Dit terwijl de erfelijke titel enkel de oudste toekomt…

De begrafenis vond uiteraard plaats in de Antwerpse Kathedraal. Ofschoon de BBC, CNN, Al Jazeera en ATV uitgenodigd waren – om van De Tijd, Humo, De Standaard, De Morgen, The Erotic Stallion Today, Le Parvenu Connu, Le Quotidien du Snob en Het Parochieblad te zwijgen – was er geen persbelangstelling. Niets. Op ATV was er die avond berichtgeving over een verloren gelopen Chiwawa, de pensionering van bakker Slagmulders in Oostmalle en de gepikte fiets van Sjarel Zwanstnanie.

Wij zullen onze inspirator blijven missen.

Hopelijk herpakt ook de drank-, restaurant-, warme lucht-, parfum- en prostitutiesector zich snel van dit rampzalige verlies.