Sprokkeltjes Teleurstelling

We leven in tijden van overdoses. Zo kreunen we onder een dodelijke overdosis politiek die vooral zichzelf, allerwegen en even onbeschaamd als vermetel, opdringt in ons dagelijks bestaan – tot in de kleinste plooitjes van wat ooit het ornaat van onze beschaving heette en versierd werd met de ridderlinten van privésfeer en vrije meningsuiting.

We lijden ook aan een overdosis informatie die, in het beste geval maar vervelend repetitief, zichzelf aldoor herhaalt, als een nijvere grondboor de diepte van onze gedachtelijke loopgraven bestendig uitfreest en het maakbare mensenkind elk verschiet op een klare horizon ontneemt.

We ondergaan ook gedwee de overdosis psychologie die vanuit alle mogelijke spuigaten over onze atomaire en verloren zieltjes wordt uitgegoten, in een poging om ons te boetseren naar beeld en gelijkenis van de moderne, vooral akelig oppervlakkige “newspeak der krankzinnigheid”.

We proeven de zerpe smaak en ruiken het zure aroma van de juridische overdosis die de volle mens, gepoot in een even volle werkelijkheid, reduceert tot een virtueel bundeltje “rechten en plichten” – vooral plichten! – dat hem manu militari moet verhinderen er een eigen mening op na te houden.

Weer andere overdoses

Deze op zich reeds uiterst kwalijke overdoses uit de moderne tijden worden op hun beurt draaglijk gehouden door weer andere overdoses die ons ver weg van de kwintessens van ons bestaan en het levensinzicht moeten houden. Op de eerste plaats een overdosis aan “feest”, dat niks anders nog dan zichzelf viert en dus ook niet meer ingebed ligt in een diepere aanwezigheid in de werkelijkheid. Of wat te zeggen van de overdosis “leutigheid” in het onderwijs, dat de te vormen en tot volwassenheid op te leiden jeugd knelt in een wufte puberstaat van onbenulligheid, gebrek aan elementaire kennis en stuitende oppervlakkigheid. En dan zijn er natuurlijk ook de overdoses drugs! In alle gedaanten overigens: van blauwe en rode pilletjes uit de Matrix of het “soma” uit Aldous Huxley’s “A Brave New World”, over coma-zuipende kindsheid of aan solipsistische lichtbakjes verhangen rijperen, tot de cocaïneverslaafde “nieuwe elites” aan toe, die de alarmsignalen van het lakse lijf lodderlam moeten leggen opdat het gelijke tred zou kunnen houden met de versnelling van het bestaan, nodig om hun luchthartig en lichtzinnig manco aan intellectueel gewicht te milderen en te temperen. Tenminste indien bekeken met de even snelle als ijle blik der onbedachtzaamheid.

Conner Rousseau

Die vage vluchtigheid, zo tekenend voor het moderne leven, schaft meer dan eens “sprokkeltjes van teleurstelling” die, in se en op het eerste gezicht, wellicht niets met elkaar gemeen hebben, doch wéldegelijk teruggevoerd kunnen worden op de cultuur van de overdoses waarin we tegenwoordig zijn aanbeland. Echt waardevolle dingen verdragen het nu eenmaal niet ondergedompeld te worden in een zondvloed aan wispelturig gewauwel naast de kwestie. Of zoals Lucebert het zo kernachtig verwoordde: “Alles van waarde is weerloos.” Neem nu heel de cinema rond het teleurstellende ontslag van King Connard! Was dat ontslag dan zó gepast? Welke boodschap wordt er toch de wereld ingestuurd? Dat het geen probleem is aan jongelingen te frunniken, ook als zij dat niet echt op prijs stellen? Dat het niks uitmaakt nadien burgemeester en korpschef te benaderen om de zaken toe te dekken? Dat we kunnen leven met rode loge-rechters die zich bedienen van een sepot om meneer de voorzitter uit de wind te zetten, terwijl gewone stervelingen, zeker als ze blank zijn, alleen maar de ijskoude hakbijl van een inhalige staat in de nek voelen vallen? Maar wanneer, onder invloed van sloten alcohol, het artificiële imago van de parvenu wegsmelt; wanneer hij ladderzat neerdaalt van de molshoop waarop hij even onnatuurlijk getakeld werd en eindelijk zegt wat al jaren in gelijk welk volkshuis kan gehoord worden, moet hij opstappen! Dan pas?

En hoe bedroevend en teleurstellend toch ook de reactie van Van Grieken! Hij vond de “racistische uitspraken” van Rousseau “meer dan een brug te ver”. Blij zou hij verdomme moeten zijn, met die linkse bevestiging van wat zijn partij al decennia aankaart! Eindelijk vallen de geveinsde maskers af, eindelijk wordt zwart op wit bewezen dat de nieuwlinkse en elitaire non-ideologie, die alles waar oud-links ooit voor stond vermolmde, enkel nog electorale doelen dient. Maar nee – net als de N-VA voor hem – wordt de gruwelijke realiteit van alle dag opgeofferd aan de dorst naar salonfähigkeit van postjeszuchtige politici zonder overtuiging, zonder visie en zonder diepgang. Hij had zijn gelijk kunnen halen, hij had op de barricades kunnen gaan staan voor de vrije meningsuiting, voor het onvervreemdbare recht om te zeggen wat je denkt, voor het recht om waarheid en werkelijkheid te beschrijven zoals men ze nu eenmaal ervaart. Maar in plaats daarvan hult hij z’n “vuist op tafel” liever in de wollige want die de voorgewende woke wonden moet balsemen met nog maar eens een verloochening van de waar- en werkelijkheid. Zie hem toch spartelen in die protserige poel van politieke correctheid! Zie hem er angstvallig bij willen horen! Zie hem, nog voor de beer geschoten is, zijn ziel als een moderne Faust verkopen aan de machtsgeile duivel!

Rousseau zelf zal op links als martelaar opgevoerd worden. Dat is trouwens al bezig! Zijn liefste mama, Christel Geerts, kwam op de VRT al geaffecteerd mekkeren dat het “niet goed met hem gaat”. Hij zal, dat lijkt al zeker, dus niet herinnerd worden omwille van zijn “losse pollekes”, omwille van zijn beloken onderonsje met burgemeester en korpschef of omwille van de seponering door zijn logevriendjes in de “krombank”; hij zal herinnerd worden omdat hij zei wat velen denken. En hij zal er electoraal nog rijkelijk voor beloond worden ook! Want net als Vincent Van Quickenborne en Bart Somers neemt hij nu afstand van een knoeiregering. De politieke ratten verlaten het gehavende scheepswrak, dat Vivaldi heet, om frisgewassen en vrij van smet terug de rol van politieke maagd op te kunnen eisen. In het Frans klinkt dat: “reculer pour mieux sauter”. Tom Van Grieken daarentegen zal vooral herinnerd worden als de doortastende Vlaamse politicus die bij de eerste gelegenheid reeds zijn principes te grabbel gooide voor het petieterigste postje.

Gwendolyn Rutten

Teleurstelling eveneens over de recente marginalia van Gwendolyn Rutten! Als een rotverwend snotjong dat in de supermarkt haar snoepjes niet meteen krijgt, zeeg ze koppig neer ter bodem – nog lager dan de ondertussen bereikte liberale kiesdrempel – en blèrde zich een ongeluk tot ze, de ogen nog vochtig van de geplengde krokodillentranen, plots weer pueriel uitbundig kon lachen toen haar een ondertussen compleet inwisselbaar ministerschap werd aangeboden. Maar zelfs dat was niet eens het ergste! Het wicht dacht er zelfs even aan het onderwijs in te stappen. Net die sector die al jaren compulsief in een neerwaartse spiraal wordt gezogen door de beschamende pedagogische entropie van de pseudo-academische stuurlui aan de wal. Deze carrièreswitch zou ze ook nog eens gauw-gauw cumuleren met het burgemeesterschap, bovendien waarschijnlijk vrijgesteld van alle bijkomende taaklast die de professionele leerkracht zo deerlijk kwelt. Wat een respect toch voor het onderwijs! Als gevallen liberale kalle dacht ze warempel iets te zeggen te hebben. Gelukkig kwam er op de valreep een politieke plek vacant, want wat het onderwijs nu kan missen als de pest, is nog maar eens een gedeukt smoelwerkje waaruit enkel links-liberale gelul en wanstaltige woordbreuk gutst als betrof het de watervloed uit een lekgeslagen trekschuit op volle zee. En dan schelden we deze liberale Trees d’r ingeschapen “Antwerpenhaat” nog kwijt. Wat immers kan je meer verwachten van dit Aarschots “Schot in de Aars?”

De Sint en Zijn Pieten

Wat ons land in wezen behoeft, is een aanzienlijke oprekking van het spectrum aan meningen! Van uiterst links tot uiterst rechts, van traditie vernietigend progressief tot en met deugd beschuttend conservatief, en ja waarom zelfs niet van verfrissend reactionair! De bandbreedte die filosofisch mag bespeeld worden, is thans echter behoorlijk smal. De media hebben zich daarenboven de maatschappelijk niet-gelegitimeerde taak aangemeten om toezicht te houden op die bandbreedte. Dat zij daarvoor dagelijks de waarheid geweld moeten aandoen, lijkt slechts een zoveelste “fait divers”. Tijdens de intrede, bijvoorbeeld, van Sinterklaas in Antwerpen – met dat stelletje ridicule “roetpieten” en figuren allerlei die met de goedheilig man niet het minste uitstaans hebben – zorgde Voorpost voor de aanwezigheid van échte zwarte Pieten, die overigens niet weinig succes oogstten! Wie echter denkt dat de media hieraan één letter aandacht besteed hebben, mag nog eens proberen. Wel werd uitgebreid bericht over protesten tegen die échte, zgn. racistische, zwarte Pieten in andere steden, waaronder in het Kortrijk van Mr. Q, de Combizeiker! Dat zwarte Piet “bij ons” evenveel met racisme te maken heeft als de witgekalkte medicijnmannen en duiveluitdrijvers “in Afrika”, moge kristalhelder zijn! Maar om tot dat inzicht te komen, moet men zijn eigen cultuurverhalen natuurlijk aardig onder de knie hebben, en die vallen tegenwoordig net buiten het uitdrukkelijk gepermitteerde denkspectrum van een opgedrongen “oikofobie” en een weg-met-ons-tirannie.

In de “katholieke” (let op: aanhalingstekens) school Sint-Maria, niet toevallig gelegen aan de Lange Kongostraat, doekt men de Sint zelfs volledig op. Buitengewoon teleurstellend! De Wever vond dit ook een “dramatisch foute beslissing”, maar wel om de verkeerde reden. De beknotte Sint en zijn opgeschoonde roet- en veeg-Pieten? Nee, “het leeft totaal niét bij de bevolking”, althans zo trachtte de eerste burger van de stad zijn “Piet-reductie en dito ontmanteling” verordenend door te drukken en de herziene uitgave van het kinderfeest alsnog verteerbaar te houden. Want hij kent zijn volk: “Fans van zwarte Piet of Sint-afdrijvers gelijk, het zijn allemaal extremisten!” Zijn volk maalt er niet meer om. Vandaar ook dat “zijn” volk het mijne niet meer is, hoewel ik toch een stuk langer dan de burgervader in de stad woon. Aan tradities raak je niet, of je schaft ze beter gelijk af. Een “traditie light” dient enkel de commerce. Maar helaas, zo gaat ‘t vandaag nu eenmaal: de zichzelf bedienende politiek prangt alles op de smalste bandbreedte en legt die dwingend op aan de burger, die steeds minder vrij wordt om zelf te denken. God, wat is ons Weverke toch veel van zijn pluimen verloren!

Sir Roger Scruton

Gebeurt er dan niks buiten dat krappe reepje cosmetische vrijdom van denken? O jawel! Laatst nog ging er in de Universiteit van Antwerpen (Kapel Grauwzusters) een avond door omtrent het denken van sir Roger Scruton. Ferenc Hörcher (Ludovika Universiteit) en Andreas Kinneging (Leiden) gaven er een lezing over het conservatieve fenomeen Scruton. De inleiding werd verzorgd door prof. Willem Lemmens (UA). Zoveel kansen! En toch bleef het al bij al eerder teleurstellend. De zeer aimabele Hörcher kwam niet veel verder dan een veredelde bibliografie en dobberde met een filosofische platbodem, frivool en dicht bij de kust, op de bovenste stromingen van oceaan Scruton. Hij botste, haast gewillig, op de grenzen van de politieke filosofie die primair toch slechts “politiek” blijft en snel verzandt in de “bifurcatie” van een modern(istisch) links rechts-denken. Bij Kinneging – die heus wel iets te vertellen heeft – kwam de fundamentele(re) filosofie wel even vanachter het gordijn loeren, maar het debat achteraf brak de bloem meedogenloos in de knop. Nochtans, wie conservatief, a fortiori reactionair, wil denken, behoeft noodzakelijkerwijs ook metafysisch te denken! Wie zijn aanwezigheid in de wereld niet fundamenteel doordenkt, blijft, zeggen we bijvoorbeeld op ecologisch vlak, aanschurken tegen de al te progressieve remedies van de politieke partijen. Van groen tot N-VA!

Custodes, custodi, custodai

En kan hetzelfde niet gezegd worden van custodes.be, de nieuwe conservatieve webstek van het gelijknamig instituut? Michael Freilich (N-VA), de gemoedelijke en in Vlaanderen befaamde jood die christenen om den brode paait, en Barbara Pas (VB) kropen er reeds voor in de pen. Let op! Pas is een heel aangenaam meisje dat haar dossiers zeer goed voorbereidt en bij gelegenheid echt wel eens een keertje wil bevallen van een spetterende oneliner – dan staat Barbara Pas pas echt waterpas! – maar een filosofe die haar denken metafysisch grondt? Nee hoor! Beiden blijven voor alles toch weer politici die het van de stemmen veeleer dan van hun ideeën moeten hebben. Alweer politiek dus, en daar hadden we al een overdosis van! Dan mag de vraag toch gesteld worden: “Zoekt custodes het conservatieve denken te verdiepen? Of gaat het de piepjonge Raad van Bestuur toch weer alleen maar om mee te tellen op die slanke souche van gepermitteerd en opgedrongen, ja zelfs overgedoseerd denken dat in evenwicht wordt gehouden door compenserende maar stellig te oppervlakkige genotsmolto’s?” Daar is de filosofie, in haar ruim 2.500 jarig bestaan, nog nooit beter van geworden. Maar hopen dat de volgende teleurstelling niet alweer in de maak is!

**

Illustratie: Sir Roger Scruton (Buslingthorpe, 27 februari 1944 – Brinkworth, 12 januari 2020)

**

STEUN de SATIRISCHE ONDERZOEKSJOURNALISTIEK van ‘tScheldt

**

Rechtstreekse storting:
BE11 4310 7607 5248
Referentie: ‘STEUN’ en eventueel uw emailadres zodat wij u kunnen bedanken

**

STEUN ‘TSCHELDT