Ik beschuldig…!

Brief aan Zijne Majesteit Koning Filip, Koning der Belgen,

Staat U mij toe, in mijn dankbaarheid voor de welwillende ontvangst die U mij op een dag hebt gegeven, zorgen te hebben over Uw rechtvaardige luister en U te zeggen dat Uw ster, tot heden zo gelukkig, bedreigd wordt door de schandelijkste en meest onuitwisbare bezoedeling?

U bent ongeschonden uit kwalijke belasteringen gekomen aangaande Uw intelligentie, U hebt harten veroverd. U schittert in de apotheose van de eedaflegging van Uw dochter Elizabeth tot Officier van het Belgisch Leger, en U maakt voorbereidingen om de hoofdpersoon te zijn bij de triomf van de regeringspartijen bij de komende verkiezingen, die de bekroning zal zijn van Uw grote decennia van arbeid, waarheid, politieke sturing en vrijheid.

Maar wat een schandvlek op Uw naam – ik zou bijna zeggen op Uw bewind – is deze afschuwelijke zaak van HUMO! Dit medium durft, in opdracht, van één Uw betere burgerlijke kennissen, de heer Christian Van Thillo, het satirische blad ‘tScheldt besmeuren door gebruik te maken van privé-berichten verkregen middels huiszoekingen door het gerecht! Vlaanderen draagt nu voor altijd deze vuiligheid, de geschiedenis zal schrijven dat het onder Uw Koningschap was dat een dergelijk maatschappelijk misdrijf bedreven kon worden.

Zij hebben het gewaagd, dan zal ik het ook wagen. De waarheid zal ik spreken, volledig en totaal, want dat heb ik beloofd te doen daar het gerecht die dit misdrijf heeft gefaciliteerd onkundig en vijandig staat ten aanzien van de Vrijheid van de Pers. Mijn nachten zouden verstoord worden door de geest van de onschuldigen die door HUMO werden geopenbaard op basis van de diefstal van hun namen tijdens niet minder dan 3 huiszoekingen. Zij worden beschadigd, zonder één misdrijf te hebben bedreven, tenzij het tekenen van cartoons en het schrijven van satirische artikelen.

En ik roep tot U, Zijne Majesteit, deze waarheid, met al mijn opstandige kracht van een eerlijk man. Voor Uw eer ben ik ervan overtuigd dat U er niet van weet. En aan wie zal ik het nietswaardige gepeupel van HUMO, de ware schuldigen aan de kaak stellen, als het niet aan U is, de opperste magistraat, ook al is het niet geweten en mag het niet gezegd, van dit land?

Eerst de waarheid over HUMO en de veroordeling van de redacteurs.

Twee verderfelijke mannen hebben alles geleid, hebben alles gedaan, het zijn de heren Jan Stevens en Jan Antonissen, ooit nog journalisten, tot zij vegeteerden tot tafelschuimers van de waarheid in ruil voor gesubsidieerde lonen. Zij alleen veruitwendigen deze hele zaak van HUMO tegen ‘tScheldt, die nood heeft aan een eerlijk onderzoek van hun handelingen en verantwoordelijkheden.

Deze Jannen lijken zeer gecompliceerde en wazige geesten te zijn, die romantische intriges najagen, zich overgevend aan vervolgverhalen, pamfletten, anonieme brieven, afspraken op eenzame plaatsen, geheimzinnige vrouwen die ’s nachts verpletterende bewijzen rondstrooien. Zij zijn degenen die willen en wetens privé-berichten tussen Erik Van der Paal en Gert Van Mol publiceerden in HUMO. Waar kwamen deze berichten vandaag O Majesteit? Deze berichten waren Whatsappberichten, Majesteit! Onkraakbaar zoals U weet. Hoe toch, hoe toch kwamen deze mannen dan aan deze Whatsappberichten? Waar vonden deze berichten hun oorsprong? Het is niet aan mij om alles te zeggen, wie zoekt zal vinden. Ik zeg gewoon dat deze berichten alleen gekend waren bij de heren Van der Paal en Van Mol. Waarom zeg ik dat? Omdat het privé-berichten waren Majesteit.

Echter Majesteit, moet ik U bekennen dat dit laatste niet helemaal waar is. Gewapend met een dievenlantaarn, verschafte Borra Thijs, Hoofdinspecteur, van de Politiezone Klein-Brabant te Bornem, zich de toegang tot de privé-woning van Gert Van Mol, vergezeld van 4 gewapende agenten van de politie. Hij deed dit in opdracht van de heer Theo Byl, onderzoeksrechter te Mechelen. Dhr Byl droomde ervan het privé-leven van Gert Van Mol te bestuderen in een geheel met ijs bedekte, verborgen kamer. Hij droomde ervan de genaamde Gert Van Mol, zonder deze voor een rechtbank gebracht te hebben, op te kunnen sluiten in een cel te Bornem, om hem daar te ondervragen, om op diens gezicht een ruwe straal licht te werpen en hem aldus – in de verwarring van zijn gevangenschap – zijn misdaad te laten bekennen.

Het is niet aan mij om alles te zeggen, wie zoekt zal vinden. Ik zeg gewoon dat Borra Thijs, Hoofdinspecteur, als gerechtelijk officier, met zijn verantwoordelijkheden de eerste schuldige is van de afschuwelijke rechtsdwaling waarvan wij getuige zijn.

‘tScheldt bevond zich eertijds in handen van de genaamde Bert Murrath, die is overleden aan hersenverweking en ijs met aardbeien. De overname van ‘tScheldt gebeurde in mysterieuze omstandigheden, buiten het weten om van de Staat. Om de nieuwe eigenaar te kennen organiseerde de genaamde Byl Theo niet minder dan 3 huiszoekingen en arresteerde hij de genaamde Gert Van Mol. Men kan zich niet voorstellen aan welke behandelingen Byl de ongelukkige Van Mol heeft onderworpen, welke valstrikken hij voor hem gelegd heeft, dwaze onderzoeken, monsterlijke fantasieën, alles één martelende waanzin.

Ha! Die affaire, dat was een nachtmerrie voor degene die de ware details weet! Inspecteur Borra arresteerde Van Mol en zonderde hem af van de buitenwereld. De ongelukkige rukte zich de haren uit het hoofd en schreeuwde uit dat hij onschuldig was. En het onderzoek werd gedaan als in een kroniek uit de vijftiende eeuw, gehuld in mysterie, met een warboel van barbaarse middelen, dit alles gebaseerd op géén enkele aanklacht, nee alleen gebaseerd op de warhoofdige gedachte in het brein van onderzoeksrechter Byl die wilde weten wie de eigenaar van ‘tScheldt was na de verschijning van één stomme foto van de genaamde Zelfa Madhloum.

Let wel, hier bevindt zich een ei, vanwaaruit later de ware misdaad zal uitbreken, de gruwelijke ontkenning van gerechtigheid waar België aan lijdt. Ik zou met tastbare bewijzen willen komen hoe zeer deze rechtsdwaling tot stand is kunnen komen, hoe ze is ontstaan uit de kuiperijen van rechter Byl, hoe de schrijvers Stevens en Antonissen erin verstrikt zijn geraakt, waarbij ze langzamerhand ook verantwoordelijk werden voor deze wandaad, waardoor ze meenden, naderhand, deze dwaling als heilige waarheid te moeten opdringen, een waarheid die politiek gekleurd werd. Aanvankelijk bestond hun inbreng alleen uit onachtzaamheid en onverstand. Men kan hoogstens vermoeden dat ze hebben toegegeven aan journalistieke hartstochten en de vooroordelen van de groepsgeest bij DPG-Media. Ze hebben de dwaasheid toegelaten.

En hier staat Van Mol voor de rechtbank. De zaak wordt met open deuren behandeld om de smaad nog groter te maken. Het volk is geslagen met verbijstering, er worden vreselijke dingen gefluisterd over het monsterlijke magazine ‘tScheldt, de Geschiedenis onwaardig, en natuurlijk wordt het volk daarin meegesleept. Geen bestraffing is streng genoeg, het volk juicht een openbare ontering toe, het zou willen dat de schuldige te schande wordt gemaakt en wordt verteerd door zelfverwijt. Zijn ze dus waar, die onuitsprekelijke dingen, die gevaarlijke dingen, die in staat zijn de Vlaamse politiek in brand te zetten?

Nee! Hier zat uitsluitend de krankzinnige verbeelding van rechter Byl achter. Dit alles is slechts gedaan om het meest absurde van de seriële romannetjes te verbergen. En om zich daarvan te overtuigen, volstaat het om aandachtig de aanklacht te bestuderen die door de Raadkamer werd gepubliceerd.

Ha! De nietigheid van die aanklacht! Dat een man op die aanklacht veroordeeld kan worden, is een wonder van onrechtvaardigheid. Ik daag rechtschapen lieden uit om de aanklacht te lezen zonder dat hun hart opspringt van verontwaardiging en schreeuwt om in verzet te komen, denkend aan de buitensporige boetedoening, daar, door het verspreiden van alle privé-informatie uit het leven van Gert Van Mol aan HUMO en daarbuiten. Van Mol kent diverse talen, misdrijf; men heeft bij hem geen enkel compromitterend document gevonden, misdrijf; hij gaat vaak naar het buitenland, misdrijf; hij werkt hard, zorgt ervoor op de hoogte te zijn, misdrijf; hij wordt niet verontrust, misdrijf; hij wordt verontrust, misdrijf. En de naïviteit van de opgestelde stukken, de lege formele beweringen! Er was sprake van 21 punten van beschuldiging: wij vinden er per slot van rekening maar één, die van het publiceren van een foto. Er was ook sprake van 51 verdachten die minstens medeschuldig waren aan ‘aanzetten tot haat’. Wij weten nu al van de verhoren, dat er 2 verdachten weerhouden werden, samen met Van Mol dus drie. Het is een vies proces dat komen gaat, men is daar onder rechters onder elkaar, politiek benoemden allemaal. En zij zullen Van Mol veroordelen! Zelfs nadat uitgekomen zal zijn dat de duizend bladzijden onderzoek, met alle privé-gegevens in van Van Mol en zijn familie, in handen kwamen van HUMO nog voor Van Mol voor de rechtbank kwam.

We hebben dus 1000 bladzijden aan onderzoek; verkregen na drie huiszoekingen. De gsm’s en computers van Van Mol werden meegenomen en uitgelezen door gespecialiseerde agenten van de politie. Alle gesprekken met zijn kinderen en met zijn vrouw werden door Hoofdinspecteur Borra aan het papier toevertrouwd. Alle Whatsappberichten van genaamde Van Mol met honderden mensen werden door Hoofdinspecteur Borra aan het papier toevertrouwd. Alle sms’sen van genaamde Van Mol met honderden mensen werden door Hoofdinspecteur Borra aan het papier toevertrouwd. Alle paswoorden van alle bedrijven van genaamde Van Mol werden uit zijn computers gehaald, alle pincodes werden uit zijn gsm’s gehaald, alle codes van zijn bankrekeningen werden uit zijn laptop gehaald. Alles Majesteit waar ooit het woord ‘privé’ voor was uitgevonden, werd ontstolen aan het leven van dit individu. Niet na zijn dood, nee, bij leven en welzijn. Volgens rechter Byl zijn al deze gegevens noodzakelijk om Van Mol te veroordelen in de toekomst. Nee, nee! Het is een leugen, en het is des te ondraaglijker en cynischer dat men ongestraft kan liegen als rechter van Zijne Majesteit.

Hoe kan het Majesteit dat al deze gegevens, dat dit onderzoek van 1000 bladzijden bij HUMO terecht kwam? Nog voor de genaamde Van Mol veroordeeld is? Hebben de journalisten van HUMO uitstaans met alle privé-gegevens van deze Van Mol? Hebben zij het recht te weten wie zijn kinderen zijn, hoe oud ze zijn, waar ze naar school gaan, wat ze Whatsappen met hun vader? Hebben zij het recht te weten wie de vrouw is van Van Mol? Hoe oud ze is? Waar ze werkt? Wat zij Whatsappt met haar man? Hebben zij het recht te weten hoe Van Mol zijn bedrijven bestuurt? Hebben zij het recht te weten wat de pincodes zijn van zijn telefoon? Hebben zij het recht te weten wat alle codes zijn van zijn bank? Hebben zij het recht te weten wat alle paswoorden zijn van alle programma’s op zijn computer? Hebben zij het recht te weten met wie Van Mol communiceert over ‘tScheldt? Hebben zij het recht te weten exact, woord voor woord, wat de genaamde Van Mol communiceert met de genaamde Erik Van der Paal? Hebben zij niet, Majesteit, net dezelfde informatie verkregen die men verkrijgt als men een individu afluistert? Zijn er in uw Koninkrijk geen regels voor afluisteringen? Of mag iedereen nu gewoon iedereen afluisteren?

Ziedaar, Majesteit, de feiten die uitleggen hoe een rechtsdwaling mogelijk is; het gruwelijk lekken van informatie verkregen door huiszoekingen aan een medium als HUMO, dit alles toont aan hoe Van Mol het slachtoffer werd van de opmerkelijke verbeelding van rechter Theo Byl en zijn medewerker Thijs Borra.

Deze brief is lang, Majesteit, en het is tijd om tot een conclusie te komen.

Ik beschuldig Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie voor het organiseren van een justitie waarin het mogelijk is dat alle gegevens afkomstig van een huiszoeking bij een blad als HUMO kunnen terecht komen. Dit is geen justitie, dit ruikt naar en lijkt op een vorm van georganizeerde maffia binnen wat ooit justitie was.

Ik beschuldig onderzoeksrechter Theo Byl van het organiseren van drie onnodige huiszoekingen. Van Mol had geen moord gepleegd. Van Mol had geen diefstal gepleegd. Van Mol had niemand opgelicht. Van Mol had niet te snel gereden. Van Mol wordt beschuldigd van de publicatie van 1 artikel en 1 foto. Eender welke wijkagent had de genaamde Van Mol kunnen ondervragen.

Ik beschuldig onderzoeksrechter Theo Byl opnieuw! Ditmaal voor het niet zorgvuldig omgaan met alle data verkregen tijdens de huiszoekingen. Dat HUMO beschikt over alle Whatsappen tussen Van Mol en Van der Paal is een inbreuk op elke mogelijke wet op de privacy. Theo Byl heeft ‘iets’ gedaan met het dossier waardoor het dossier bij HUMO belandde. Wat heeft hij met het dossier gedaan? En waarom?

Ik beschuldig Christian Van Thillo, de eigenaar van HUMO, voor het faciliteren van dit misdrijf en het helen van gestolen informatie.

Ik beschuldig Bart Vanegeren, de hoofdredacteur van HUMO voor het faciliteren van dit misdrijf, van het lezen van privé-informatie binnen een familie, het helen van deze informatie en het schenden van het bronnengeheim.

Ik beschuldig Jan Stevens van het openbaren van privé-gesprekken, het schenden van het bronnengeheim, het framen van ‘tScheldt en Van Mol door doelbewust aan cherry-picking te doen uit het 1000 blz tellende dossier zonder enige vorm van verdediging nadat het HUMO artikel geschreven was.

Ik beschuldig Jan Antonissen van het misleiden van getuigen, het liegen tegen getuigen, het openbaren van privé-gesprekken, het schenden van het bronnengeheim, het framen van ‘tScheldt en Van Mol door doelbewust aan cherry-picking te doen uit het 1000 blz tellende dossier zonder enige vorm van verdediging nadat het HUMO artikel geschreven was.

Met deze beschuldigingen ben ik mij bewust van het feit dat ik mij schuldig maak aan overtreding van de artikelen 30 en 31 van de wet op de pers van 29 juli 1881, waarin misdrijven van smaad strafbaar worden gesteld. En ik aanvaard vrijwillig de gevolgen.

Wat betreft de personen die ik beschuldig, ik ken ze niet, ik heb ze nooit ontmoet, ik heb geen wrok tegen ze en geen hekel aan ze. Het zijn voor mij slechts entiteiten, geesten van sociale wandaden. Wat ik hier doe is slechts een revolutionaire manier om het uitbarsten van waarheid en gerechtigheid te verhaasten.

Ik heb slechts een hartstocht, die van het licht, in naam van de menselijkheid die zo heeft geleden en die recht heeft op geluk. Mijn brandende protest is slechts een kreet van mijn ziel. Durf mij daarom voor de strafrechter te dagen, en laat het onderzoek op klaarlichte dag uitvoeren! Ik wacht.

Aanvaard, Majesteit, de verzekering van mijn diepe respect.

Émile, 27 september 2023

*

Illustratie boven het artikel: cartoon van Knarr: “vandaag in Humo, morgen aan de galg…”

*