Het zat er al een tijdje aan te komen. Zopas, dit weekend in De Tijd, toch wel de enige Vlaamse krant met nog een beetje cachet, een debatartikel over de zaak van radiopresentator Sven Pichal met de merkwaardige ondertitel “het is aanlokkelijk te denken dat je het probleem oplost door de daders op te sluiten”.
Het zat er dus inderdaad al een tijdje aan te komen. Ook de krant van wat vroeger het Vlaams patronaat was springt mee op de trein van de vergoelijking en legitimering en duiding van alle maatschappelijke fenomenen die zich de laatste 10 jaar ontpoppen. Ze kunnen niet achterwege blijven.
Of nu gaat om detransitie (mannen die vrouw werden en erna toch man worden of omgekeerd), alleenstaande mannelijke vluchtelingen die geen bed meer krijgen in de hoofdstad wanneer ze zich als asielzoeker aandienen, door hun arts bedrogen patiënten die moeilijk herstellen van hun maagverkleining, de kansarme Molenbekenaars die geen job vinden en dan maar – wat anders – beginnen te dealen, Roemeense of Bulgaarse tandartsen die de kwaliteit van de zorg in gevaar brengen of de mannen en vrouwen van de zorg die geen loonsverhoging krijgen en het moeten stellen met wat luid applaus bij een covid-uitbraak.
Elke ochtend om 7:00 uur worden we erop getrakteerd bij het beluisteren van het nieuws op radio één. En ik vraag me dan telkens af wie zal vandaag weer het slachtoffer zijn van onze harde kapitalistische, radicaal-liberale – en langzamerhand ook racistische en extremistische – samenleving.
Er is ook een naam voor: de slachtoffermaatschappij. Geen gebeuren te gering of er is wel een slachtoffer te vinden. Ja hoor, de Reuzegommers zijn eigenlijk slachtoffers want ze gaan geen deftige job meer vinden in de maatschappij (tenzij dan bij de UGent); hun carrière is voor eeuwig gefnuikt, het stigma dat rond hen hangt zal nooit meer weggaan. En ook Sven Pichal – die toch zo goed zorgt voor zijn autistische broer – is een wrak. Hij heeft zelfs niet de kans om een luchtje te gaan scheppen op de koer van het gevang want ze gaan hem ineen slaan. Hij moet zijn boterhammen helemaal alleen opeten eenzaam in zijn cel.
Besluit De Tijd op het einde : “het is belangrijk dat we een genuanceerd verhaal vertellen zodat mensen erover durven praten”. Want ja een grote groep lijdt immers onder haar voorkeur voor sexuele handelingen door of met kinderen en doet er alles aan om niet in de problemen te komen.
Zoals er voor elk maatschappelijk fenomeen in onze maatschappij een instituut bestaat is dat ook het geval voor de studie van personen met afwijkend seksueel gedrag. Blijkbaar heet dat het Universitair Forensisch Centrum. Dit centrum zou deze personen ambulant behandelen. Je vraagt je toch af wat ambulant in deze context betekent. Misschien is het een beetje zoals het ijskarretje van vroeger. Met een leuk muziekje dat de komst aankondigt.
Zegt de psycholoog van dienst: “Er is een grote demonisering van mensen die zulke feiten plegen en dat duwt hen nog meer in het isolement waardoor ze steeds verder afglijden”.
Toch wel best ergerlijk dit alles, geen woord over degene die hier de echte slachtoffers zijn: de kinderen. Je zou verwachten dat zogenaamde kwaliteitspers een resem artikelen zou produceren over de productie van kinderporno, hoe deze kinderen geronseld worden, de distributie en de netwerken, de zwarte circuits errond. Nee hoor, amper gelezen. Geen woord over de echte slachtoffers.
Zoals in de nasleep van de Reuzegommersaffaire er ook geen woord meer te horen was over de gevoelens van de vader en de familie van Sanda Dia. Tenzij dan van hun advocaat – ook een Sven – die hen in de steek liet en hen erbij dan nog salut wenste door te zeggen dat hij gratis en voor niks vele duizenden euro’s had gemist die de familie Dia hem eigenlijk had moeten betalen. Wat een lafaard.
Je kan toch niet anders dan besluiten dat de permissiviteits-maatschappij vandaag op zijn grenzen is gebotst. Wat gaan we nu nog meer vergoeilijken, legitimeren en duiden? Hebben we nu nog niet genoeg geduid? Wat doet die kwaliteitspers eigenlijk nog anders dan constant ‘duiden, framen, legitimeren, in zijn juiste context plaatsen en vooral niet stigmatiseren.
Het is eigenlijk heel simpel: rien ne va plus. Wie niet horen wil moet voelen. De enige stem die nog een heel klein beetje telt in onze schijndemocratie is degene die zal uitgebracht worden in 2024 bij de verkiezingen.
En of het nu gaat om extreem links of extreem rechts: ik wens hen beiden een klinkende overwinning en liefst een van die aard dat elk bestuur zonder hen onmogelijk maakt.
**
Illustratie: VRT-held van het jaar: Sven Pichal