Conner, de Grote Tovenaar

Toch wel heel opvallend (voor mij alleszins) bericht over de ‘onmisbare’ Conner van Sinnekloas!

Na zijn outing, zoals dat in eigentijds jargon pleegt gecommuniceerd te worden, dat hij ‘minstens’ (??!!) op zowel mannen als op vrouwen ‘valt’, volgde in dat veel en gretig gelezen nieuwsblad de mededeling dat het wel eens zou kunnen gaan regenen. En zo zie je maar weer: Conner, dé Conner van dé partij voor de werkmens, heeft maar met de vingers te knippen om de natuurelementen – zèlfs de natuurelementen, aan het werk te zetten! Wat een veelbelovend vooruitzicht voor de Wase hoofdstad die onder de zomerzon – als ’t niet regent – ligt te popelen om deze Grote Tovenaar te mogen lauweren als haar burgervader!

‘Ik val minstens op mannen en vrouwen’, zo heeft Conner het luisterbereide journaille bereidwillig kond (met een d a.u.b.!) gedaan. Let op het zéér typische connerieke woordgebruik: Conner vàlt op… Ja, als homo politicus en ambiticus (pas op, lezer, dit is een neologisme!) en niet al te criticus, moet je niet al te erg op je woorden passen, maar toch…

Dat ‘minstens’ bij die mannen en vrouwen waar Conner beweert op te vallen, doet in mijn simpel brein vragen opborrelen die nièt zo simpel lijken, zoals wat Conner wel zou kunnen suggereren met dat ‘minstens’. Bestaat er volgens Conner, naast die twee ‘gangbare’, nog een derde en – wie weet? – zelfs nog een vierde geslacht om als politicus valopticus (pas op, beste lezer, dit is alwèèr een neologisme!) op te… vallen? Van kapitaal (sic) belang in de politiek is dat je op moet vallen om er niet nààst te vallen, als u begrijpt wat ik bedoel? Een politicus die niet opvalt, valt nààst de prijzen, met alle mis…prijzen van de altijd bevooroordeelde kiezer-die-altijd-gelijk-heeft, als noodlottig gevolg.

Gelukkig heeft de veelbelovende, maar weinig wetende staatsman in de dop (niet ààn de dop, beste lezer; pas op!) thuisonderricht genoten van een ervaringsdeskundige die hem met de politieke papfles politieke mores heeft geleerd, voor zover je in de politiek van mores kan gewagen.

Als er één domein is waar de gevleugelde uitdrukking, ook vaak te horen in kramen op de Sinksenfoor, ‘Wie niet waagt, niet wint!’, kracht van gewijsde heeft, dan is het toch zeker op de foor in de Wetstraat, waar de laatste lootjes het moeilijkst te bemachtigen zijn. Of je zou een handgift gekregen moeten hebben, waardoor het niet moeilijker wordt dan het spreekwoordelijke fluitje van een cent, in politieke kringen wel eens vertaald als een fluitje van een percent.

Conner is gestaald in de harde leerschool van Freddy – waar een Willockx is, is een weg! – en van mama – ik kèn die weg! – en weet dus verdomd goed waar Abraham de mostaard haalde, al ging het in de bijbel niet om die pikante smaakmaker, maar om de mutsaard waarop de man zoon Isaac wilde offeren.

Gelukkig leven we nu in àndere tijden en worden zonen niet meer verstoten, maar opgestoten in de politieke vaart van de profijten, ook al hebben zij misschien iets weg van die ezel die op die profijten kan… rijmen. Bent u een goede verstaander, lieve lezer(es)?

H V O

**

Illustratie: cartoon van onbekend meester op het internet

**

STEUN ‘TSCHELDT

**