Het ziet ernaar uit dat de boeren hun toren terug hebben buitgemaakt! Het gaat echter niet meer over de landbouwers van weleer die, op het ritme van de natuur, hun akkers bewerkten en onze primaire materiële behoeften bevredigden. Nee, thans zijn het de culturele kinkels die, op het ritme van een wellustig mensenkind, alles in het werk stellen om onze biotoop los te harken uit de vervlechting met haar verleden. Als het de biotoop van de “teruggekeerde” wolf betreft, kunnen er niet genoeg “eigentijdse” schapen geofferd worden; als het de biotoop van de mens betreft kan datzelfde verleden niet snel genoeg op de Hoge Maay gedumpt worden. In de menselijke biotoop moet plots “alles nieuw” worden; voor het dier kan de biotoop niet traditioneel genoeg zijn.
Er is al veel geschreven over het ontwerp van de gloednieuwe Boerentoren, maar weinig verschijnt er over de plek waar dat kersverse gedrocht van Daniël Libeskind – de “trauma-architect” die door Fernand Huts onder de arm werd genomen – moet verrijzen: de historische binnenstad. We hebben medelijden met Libeskind: het moet niet gemakkelijk geweest zijn om als zoon van Holocaust-overlevenden ter wereld te komen. Maar moet een binnenstad als die van Antwerpen, niet eens het brandpunt van de Duitse Jodenvervolging, dan echt delen in de trauma’s van deze naar Amerika uitgeweken Pool? Moet de Scheldestad werkelijk opgezadeld worden met trauma’s van ondertussen bijna een eeuw geleden?
Libeskind haastte zich bij de voorstelling van zijn monster om te vermelden dat de Boerentoren net niet zo hoog wordt als de Kathedraal. Wilde hij met deze aankondiging misschien in de voetsporen treden van de grote Michelangelo die, uit respect voor het Romeinse Pantheon van Hadrianus (diameter 43,3 m), de diameter van de koepel op Sint Pieter iets kleiner hield (42,6 m)? Moet hieruit zijn respect voor het verleden blijken? Wat een arrogantie! Michelangelo stond aan het begin van een nieuwe era, Libeskind daarentegen is een compleet versleten “architect” uit een (nog te) langzaam uitdovend modernisme, dat met Le Corbusier – de architect van de menselijke legbatterij – zijn grootste mislukking beleefde! Diezelfde Le Corbusier overigens die met de Notre Dame du Haut te Ronchamp (Frankrijk) een kerk bouwde waarin “binnen” en “buiten” ook al diametraal op zijn kop werd gezet.
En dan is er de bouwheer, Fernand Huts! Waar, Fernand, is in godsnaam jouw kluts? Zelf uit een boerenbroek geschut, kwam zijn grootvader, uitgerekend in die jaren ’30 – de jaren van de bouw van de Boerentoren – vanuit het rurale Haspengouw in Antwerpen aangewaaid. Eerst in 1981 stapte Fernand over naar Katoen Natie en nu is hij miljardair. Allemaal niks mis mee, maar – verdomme Huts – ben jij dan echt slechts een zoveelste telg uit de derde stand zonder “bouteille”, die tot beter fortuin is gekomen en werkelijk alles van waarde alleen maar in dollartekens ziet? Geef hem nog een paar miljard en hij koopt het KMSKA leeg, maar de werkelijke zin en de betekenis van kunst ontgaat hem klaarblijkelijk nog steeds. Evenzo de zin en betekenis van wezenlijke architectuur! Man, blijf toch in godsnaam met uw “sticky fingers” van onze vertrouwde biotoop!
Kartonnen Dozen
Hoe zit het trouwens met het bestuur? “Neogotische” Bart De Wever wil over het ontwerp niks zeggen… omdat hij er iets over te zeggen heeft. Begrijpt u dat, lieve lezer? Wij niet! Of moeten in ‘t Fornuis van goede vriend Johan Segers de “betonboeren”, in wier zak de N-VA al langer comfortabel huist, nog uitvoerig geconsulteerd worden? Moet misschien de “do ut des”-oefening nog gemaakt worden? Matthias Diependaele, Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, leek door zijn voorzitter in ieder geval heel snel gebriefd te zijn. Hij wou ook al niks zeggen, omdat ook hij er waarschijnlijk iets over te zeggen heeft. En van Annick – ’t Vet is van de Soep – De Ridder heeft de Antwerpenaar al helemaal geen steun te verwachten. Haar hoogtepunt ligt heel ver terug in de tijd! Misschien zelfs van toen deze politieke mossel opriep tot boycot van haar Zeeuwse variant (2009, om het aanslepende dossier van de Scheldeverdieping los te wrikken.) Als gewezen aangestelde van bouwheer “Huts zonder Kluts” is haar stem in het kapittel trouwens sowieso “baardeloos”, net wat men van een mossel kan verwachten. Iedereen voelt reeds van ver en met de ellenbogen aan dat het besluit al genomen is. De draak van Libeskind komt er! Het spreekwoordelijk maatschappelijk debat wordt enkel nog voor de galerij gevoerd.
Wat is er toch loos met de erfgoedbescherming in Antwerpen, en bij uitbreiding in Vlaanderen? Niemand wil ontkennen dat moderne architectuur inderdaad een bestaansgrond heeft, zeker als die een meerwaarde genereert. Maar waarom moeten, uitgerekend in onze contreien, alle relicten uit het verleden er dan aan geloven? Waarom toch moeten net die gebouwen die een binding met een groots verleden reveleren, gekwetst worden door een akelig en opgefokt modernisme? Parijs heeft zijn La Défense, Londen zijn City, Milaan zijn Porta Nuova en Rome zijn EUR. Het modernisme heeft er daadwerkelijk een stek, maar de centra van die steden blijven wel onverkort de tijdgeest en de sfeer uitademen van de periode waarin ze tot stand kwamen.
In Antwerpen – en bij uitbreiding in het Vlaanderen van de lintbebouwing en de steriele fermettes – moet alles van historische waarde schijnbaar ongeneeslijk gekwetst worden! Michael Pye, die voor zijn boek “De Gloriejaren” meermaals Antwerpen bezocht, beklaagde zich er in een interview voor de BBC nog over dat van de 16de eeuwse stad bitter weinig overgebleven is. Alles moet weg, wordt kapotgeslagen of verslonden door nieuwerwetse hoogmoed! En het leed is nog niet geleden. Om een onverklaarbare reden wordt ons trots verleden onherstelbaar aangevreten door een aleatoir heden. Geen wonder toch dat, bij zoveel zelfhaat en dito ontkenning, Marokkaans tuig van de richel de eerste gelegenheid te baat neemt om de afbraak en vernedering nog een “Nieuw-Antwerps” handje te helpen. Wie geen respect voor het eigene betoont, zal het van vreemden ook nooit krijgen! Antwerpen werd inmiddels de stad van “kartonnen dozen”, doorgaans naadloos vereenzelvigd met landloperij… Het statige oude verliest z’n gewortelde en wortelende dynamiek aan het gezwollen, protserige en onvoldragen prille, waarmee het verenigd wordt.
Het verschiet op het illustere Rubenshuis wordt al jaren gebroken door de glazen doos ervoor; de oude brandweerkazerne heeft, in zijn tweede leven als “nieuw havenhuis”, ook al een kartonnen doos op zijn dak te dulden, waardoor noch het oude, noch het nieuwe tot schittering kan komen; tussen Bonaparte- en het Willemdok verrees het MAS, zowaar een opeenstapeling van kartonnen dozen (containers), in de jaren ’60 van vorige eeuw zou het gebouw iconisch zijn geweest, nu is het een obsoleet relict uit vergane tijden; het Steen – veel dichter bij de oorsprong van de stad komt men niet – kreeg zijn particuliere kartonnen doos als uitbouw voor de cruisetoerist. En nu krijgt dus ook de Boerentoren zijn eigen “gepersonaliseerde” kartonnen doos bovenop zijn tip! Het enige gebouw dat ontsnapte aan het stigma van de landloperij is het nieuwe, niet in het oude geïncorporeerde, Justitiepaleis, maar daar werden de “frietzakjes” dan weer disproportioneel klein gehouden. Alweer een gemiste kans!
Nu alle stadsdichters – gelukkig maar! – de schrijvende pijp aan Maarten hebben gegeven, kunnen we misschien Tom Lanoye tot “stadsdichter voor het leven” benoemen: heel lang geleden reeds voorvoelde deze wispelturige relnicht het fiasco van zijn stad en schreef, als door de heilige geest geïnspireerd, zijn boeken “Alles moet weg” en “Kartonnen dozen”: een betere synthese, waarschijnlijk door de auteur ongewild, van de Antwerpse bouwpolitiek is niet te vinden. Misschien moeten de schaars overgebleven échte sinjoren – van die niet te stelpen ladingen ontwortelde woestijnkinderen valt toch niks te verwachten – zich maar eens gaan gedragen als échte wolven en opkomen voor het behoud van hun eigen, vertrouwde, van herinneringen doordrongen stedelijke biotoop! Roer u, beste Antwerpenaar! Trek hier eindelijk de grens! Kauwt en klauwt, als een wilde wolf, dat kale en ontzielde modernisme wijlen, vooraleer het ook u zielloos wijlen kauwt en klauwt!
**