Hoe sloop je het snelst tradities?

Om op die vraag te antwoorden, richten we ons best tot de N-VA; om te beginnen tot één van de uitgesproken coryfeeën van die partij, Ben Weyts, Vlaams Minister van Onderwijsafbraak, Sportheiliging en Dierenpersonificatie: zo groot als een lopende lintmeter maar schreeuwt zich de keel schor om toch maar gehoord te worden. Geluid stijgt namelijk! De kans dat van hem op manshoogte toch nog een echo wordt opgevangen, vermeerdert bijgevolg met elke toegevoegde decibel. Wat hij zegt, is trouwens allang niet meer van tel, vooral hoe hij het zegt, vormt vandaag zowat de nucleus van zijn non-betoog.

’s Mans brillenkeuze verraadt zijn ministeriële totem: de uil. Niet de wijze van Athena of de slimme uit de Fabeltjeskrant, maar de oerdomme uit de christelijke iconologie: symbool van nacht en duisternis. Sommigen zullen zeggen: “Maar allez, Weyts is er ene van ons!” Veel heeft dat tegenwoordig echter niet meer om het lijf. Immers, het spreekwoord “Luister niet naar mijn woorden; kijk naar mijn daden” geldt in deze voor het volle pond. De man heeft het niet, mist elk begin van globale visie en baadt in een oceaan van ignorantie omtrent zijn toegewezen bevoegdheden. Tegengeworpen kan worden: “Maar dat is de definitie van schier elke politicus.” Dat is juist! Maar hij is wel lid van de “partij van de verandering”; (verandering, ten andere, waarvan de stank akelig dicht in de buurt van die van de continuïteit begint te komen).

Waarover gaat het hier? Wel, over de gruwelijke afbraak van onze tradities. Laten we zoetjesaan beginnen bij het DKO (Deeltijds Kunst Onderwijs); niet zonder evenwel de sector even toe te lichten. Het gaat hier met name over het jeugd- én volwassenonderwijs dat de leerlingen wegwijs maakt in de muziek, de beeldende kunst, de dans of het theater, en dit zowel betreffende de goede oude aristotelische “technè” (techniek), als betreffende de verder gevorderde “interpretatie” van kunstwerken. Voor de “kunstontkenners” meteen dit: muziek-, woord-, dans- en beeldende kunstscholen houden zich niet bezig met de duct-tape bananen van Maurizio Cattelan of het versnipperde kunstwerk van Banksy, maar leveren, op professionele wijze, de grondstof voor de studies aan een conservatorium of verschaffen de amateur de noodzakelijke (bij)scholing om zich in de talrijke harmonieën die Vlaanderen rijk is, in de al even talrijke gezelschappen voor amateurtoneel of, gewoon thuis voor de schildersezel, dienstig te kunnen maken.

Dat “modern” niet steeds het codewoord is, mag blijken uit een voorval in de Muziekschool van Wuustwezel, waarover reeds bericht werd. Aldaar werd een pianoleerkracht door het narcistische rotwijf van een directrice – benoemingen worden zelden politieker! – buiten gepest omdat zij piano nog steeds aanleerde aan de hand van Bach en Beethoven. Stel U voor! Niet de leerkracht ging hier in de fout, maar de “directrice”, die naam niet eens waardig. Niet de leerkracht was een vermolmde oude tante, maar het overbetaalde en compleet overbodige grut “boven” de leerkracht, dat bulkt van artistieke ignorantie en pedagogische eigenwaan, is te modern! Het wordt hoogtijd dat de politiek, en in casu met name de minister, inziet dat de electorale afstoting van al wat ruikt naar artisticiteit, onder het mom van té modernistisch, vele “net-niet-N-VA-kiezers” in de barre kou laat staan.

Vlaanderen behoorde in Europa nochtans altijd tot de top van het kunst- en zeker van het muziekonderwijs, zozeer zelfs dat de bekende Nederlandse letterkundige Frits van Oostrom, in zijn dankrede ter gelegenheid van de toekenning van de Visser-Neerlandiaprijs van het Algemeen Nederlands Verbond (ANV), op 15 oktober 2022 in Bergen op Zoom (Nederland) nog een lans brak voor het Vlaamse muziekonderwijs. Deze, evenwel zeer aimabele man dwaalt schromelijk! Toen, reeds in de jaren ’90 van vorige eeuw, een Australisch “academisch” mokkel zich bekaf kwam lamenteren over het gebrek aan “diversiteit” in het kunstonderwijs, wordt er aanhoudend in gesaneerd en bespaard. Van een Europese koppositie is geen sprake meer!

Het spreekt voor zich dat de besparingen eveneens gepaard gingen met een afbraakpolitiek. De kunstopleiding in het algemeen, en de muziekopleiding in het bijzonder, werden het kneusje van het onderwijs. En daar is met Weyts geen “verandering” in gekomen. Liever dan onze kinderen en volwassenen gradueel op- en in te leiden in de kunsten van de lage landen, en bij uitbreiding van onze eigen Europese beschaving, bouwt men nu 1500 (vijf-tien-honderd!) asielplaatsen voor “tam-tam-kloppers”, die dan nog de pretentie hebben hun trommeltje van niks “spleettrommel” te laten noemen. Alsof een vaginale referentie de waarde ervan zou doen stijgen. Ook in het DKO geldt ondertussen de maxime: “Wat van ons is, slecht is!”

En nu heeft het kabinet Weyts beslist om kerstavond, dat dit jaar op een zaterdag valt, niet als vakantie toe te kennen voor het DKO. De leerkrachten kunnen vanaf 13 uur een “lesverplaatsing” aanvragen, wat inhoudt dat de uren weldegelijk op andere momenten moeten gegeven worden en procedureel – zoals trouwens alles in het Vlaanderen van “wat we zelf doen, doen we beter” – geen sinecure is. Let op! Het DKO kent een zes dagenweek (ook op zaterdag wordt gewerkt) en uren van 60 minuten; geen 50 zoals in het “gewone” onderwijs. Achteraan in de zaal hoor ik echter al iemand fluisteren: “Ze hebben toch al congé genoeg, die leerkrachten!” Mogelijk… Al mag ook dat, afgezet tegen verloning en reële werkuren, best niet al te zeer overdreven worden, maar daar gaat het ook even niet over.

Primo is het een staande traditie sinds ‘s mensenheugenis dat wanneer – een keer in de zeven jaar – kerstavond op een zaterdag valt en de kerstvakantie in het onderwijs net de dag voordien begint de leerkrachten van het DKO ook gemachtigd worden thuis te blijven om het familiefeest van kerstavond voor te bereiden. Wat geen socialist, liberaal of, godbetert, geen christendemocraat aandurfde, t.t.z. een traditie waar geen enkele traditionele partij aan dacht te doorbreken, wordt thans door de N-VA-coryfee, die bovendien zegt Vlaams nationaal te zijn en op te komen voor de eigen cultuur, zonder verpinken gedecreteerd. Economisch liberaler dan de liberalen, stedenbouwkundig socialistischer dan de socialisten en steeds bereid om het stervensproces van de christendemocratie te versnellen, ziedaar de “moderne” N-VA, te voeten uit!

Secundo – en zo mogelijk nog belangrijker in N-VA optiek – moet het stilaan toch beginnen doordringen in die bekrompen, schier uitsluitend met economie gepreoccupeerde Vlaams nationale breintjes, dat geen cultuur in het verleden, noch geografisch gespreid over de aardkloot, zich heeft kunnen handhaven zonder gemeenschappelijke feesten, zonder gemeenschapsgevoel, zonder bodem of fundament dat verder reikt dan een sociaal contract tussen het volk en de gedachteloze politieke kaste. En of je nu kerstmis viert omwille van de geboorte van Christus, of “omwille van de pakjes” of, voor mij part, als familiefeest, speelt daarbij geen enkele noemenswaardige rol. Mensen zijn niet alleen gemaakt om te werken, in de file te staan, belastingen te betalen of zich blind te laten injecteren met experimenteel spul … maar behoeven veel meer dan dat. Zij behoeven leven!

In het Franstalige onderwijs werd de vakantieregeling gewijzigd, niet om pedagogische redenen! Wat baten trouwens twee weken allerheiligen- en carnavalvakantie (geen seizoensvakanties)? Na veertien dagen “niksen” voor de leerling dient de leerkracht terug helemaal opnieuw te beginnen en voor werkende ouders is zoveel vakantie, zeker met de ontoereikende kinderopvang, een hel! De enige reden van de wijziging bestond erin de “paasvakantie” af te schaffen, het belangrijkste feest van de christelijke kalender. Dàt is de crux! De sloop van de tradities zie je overigens ook elders: in Antwerpen, de stad van Bart De Wever, kwam de vuilnisophaling ook op 1 november langs, met uit onze zak weer dubbel betaalde islamietjes achter de afvaltrommel. En op 6 december zal de halfbakken “Er-zijn-geen-stoute-kinderen”-Sint weer vergezeld worden van roetpieten. Totdat er terug ramadan of schapenslachtfeest moet gehouden worden; want dan mogen de leerkrachten hun rode pen weer opbergen; en dan moeten wij allemaal – niet eens dubbel betaald! – weer overlopen van medeleven met tradities uit de brousse of de woestijn; de onze werden ondertussen vakkundig gesloopt door onwelvoeglijke politieke leeghoofden.