In het altijd boeiende weekendmagazine Tijdgeest van de Nederlandse krant Trouw stond het artikel ‘Burger versus Burger’. Daarin wordt geschetst hoe bijvoorbeeld spontaan opgerichte actiegroepen in het Groningse Finsterwolde tegenover elkaar komen te staan over het weiland van een boer dat abrupt wordt volgestouwd met zonnepanelen. Een aantal mensen in het landelijke oord vindt dit een bijdrage aan de klimaatverbetering; een aantal andere dorpelingen mist gedwongen het rustgevend zicht tijdens de dagelijkse wandeling. In een land waar men dicht op elkaars lip zit, ontstaan barsten in de samenhang over wel meer twistpunten: van padel-terreinen tot asielcentra over speeltuinen of woning-schaarste. Argumenten raken overwoekerd door persoonlijke aanvallen. ‘Boosheid wordt de dominante publieke emotie’. Daaronder schuilt vaak een angstig verdriet om stabiliteit die verdwijnt. Territorium wordt afgeknabbeld door groepen die je tegenkomt maar niet ontmoet, zo lezen we.
De boosheid als dominante publieke emotie wordt al jaren onderzocht, doch zelden begrepen. Men krijgt er maar geen greep op in politieke, journalistieke en academische kringen. Zelfs een bevraging onder ‘de’ burgers liep uit op een sisser. Elk wezenlijk protest dat als een olifant in de kamer zat te wachten om in actie te komen leek van nergens te komen. De overwinning van Le Pen in Frankrijk, de Britse Brexit, het Trumpisme in Amerika, de boze boeren in Nederland, daar kijkt een aandachtig observator toch niet van op? Trouwens, wat de heisa betreft over landbouwers die hun ontwrichte leven tot op het voetpad voor de villa van een ‘bevoegde’ minister komen aanklagen is echt niet abnormaal, behalve voor wie vanuit het veilige pluche met vlotte pennetrekjes een sociaal weefsel verscheurt. Modieus protest over rimpelingen aan de oppervlakte krijgt wel volle media-aandacht.
‘Boosheid wordt de dominante publieke emotie’
Naast terechte boosheid bestaat ook onterechte verontwaardiging omdat de realiteit even niet lijkt te kloppen met het eigen inschattingsvermogen. Neem nu al die ouders die een advocaat onder de arm nemen omdat het kroost (al dan niet verwekt door de plaatselijke gynaecoloog) geen A-attest maar een C-attest in de wacht kon slepen. Het ‘verzet’ der misnoegde mama’s en papa’s van de eeuwig onvolwassen blijvende kindjes is al lang geen verzetje meer voor in allerijl ontsnappende leerkrachten. Het pestgedrag op de speelplaats is vandaag gericht op de nare leraren die het talent van jonge Manon of kleine Xander onderschatten.
Vroeger leerde je je te verdedigen tegen pestkoppen; vandaag bestaan er advocaten, sociale werkers en spanning oppikkende antennes om elk slachtofferschap in de knop te ontwaren. Los van reële tragische situaties voelen sommigen zich wel bijzonder knus in die slachtofferrol. Ze voelen zich zelfs ronduit bijzonder. Vaak haalt men daar de media mee. Het advocatenkantoor dat honderdduizend euro mocht incasseren van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen voor de verdediging van semi-BV’s door een intussen onbeminde Beminde Televisiemaker voelde zich knus. Zo zie je maar dat er aan boosheid als dominante publieke emotie ook best leuke kanten zitten.
Soms ontpopt een schandaal zich tot een vorm van humor. Zo viel recent alweer een Boris-getrouwe van de Conservatieven in ongenade na het grabbelen en graaien naar passerend mannelijk schoon. De Deputy Chief Whip Chris Pincher was na een eerdere rehabilitatie onder Theresa May opgepikt door premier Johnson. De Britse kranten met hun onnavolgbaar bedenken van rake titels kopten: ‘Pincher by name, pincher by nature’. Dit betekent zoveel als ‘Knijper van naam; knijper van nature’ (to pinch betekent knijpen). Met zo’n naam ben je gewoon voorbestemd een slachtoffer te worden.
**
STEUN ‘TSCHELDT
**