Viroloog wordt columnist: Marc Van Ranst belooft ons niet meer te koeioneren

Volksvijand numero uno in Vlaanderen Marc Van Ranst heeft teveel tijd. Nu hij zijn virologisch hoogtepunt achter de brede rug heeft moet hij wat om handen hebben. Gelukkig beschikt men bij De Morgen over de middelen om genereus te zijn en dus kreeg Marc een tweewekelijkse column in de krant.

Wij lezen graag columns; ze spelen in op de actualiteit, ze zijn behapbaar en ze kunnen door een vondst of een citaat je hersenen doen knetteren. De tussendoortjes zijn als een praline, die met blijvende waarde knip je uit. Soms belanden die in een map, soms onderaan een doos die pas wordt geleegd bij een verhuis. Sommige columns hebben een milde voorspelbaarheid die voor het lezen al een tevredenheid opwekt omdat je weet dat de auteur zich goed voorbereidt, een mening aandurft die stof doet opwaaien of gewoon omdat die vertolkt wat jezelf had willen zeggen. Er bestaan ook columns die je ochtend kunnen vergallen omdat de inhoud ervan zo ver van jouw werkelijkheid is verwijderd dat je de gedrukte gedachte schandalig, ongehoord en kloterig vindt. Ook deze columns hebben hun nut voor onze naar evenwicht voort schuifelende psyche. Columns die over het povere ego gaan of die duidelijk niet zonder moeite net voor de deadline zijn uitgeperst kunnen we negeren. Dat verlaagt de stapel lectuur en stelt onze opruimcoach dan weer tevreden.

Op vrijdag 8 april 2020 ontsnapte Marcs eerste column uit zijn brooddoosje vol ideeën. Een beetje zoals een virus. We weten dat onze dikke vriend als zoon van een strenge hoofdonderwijzer niet anders kon dan een geconstipeerde persoonlijkheid te ontwikkelen. Daarin is hij glansrijk geslaagd. Marc is wat men in het Bargoens een rabauw noemt, een woesteling dus. Hij straalt een betweterigheid uit die domme mensen imponeert. Aan de hand van zijn vroegere rector werd hem ingefluisterd dat je als viroloog niet hard moest werken en dat je dankzij een netwerk overal kon gaan toeteren wat er moet gebeuren als een viruscircus ontstaat. Humanitaire investeerders van de farmafoor juichen je dan volop toe. De ongetwijfeld klein geschapen Marc overcompenseerde zijn gecondenseerde verschijning met politiek correct gebral, twistzieke tweets en het neersabelen van concurrenten. Nooit hebben hij of zijn kompanen zich geschaamd over de schade die ze de landelijke economie, de jeugdige geestesgesteldheid, de tot eenzaamheid verplichte bejaarden en de angst aangejaagde burgers hebben berokkend. Tegenwoordig lacht hij de absurde maatregelen tijdens de lockdown wat weg, alsof enkel het politieke gepeupel daarvoor verantwoordelijk was. Da’s deugnieterij, hè Marc.

Marc heeft dus nu teveel tijd. Feitelijk was dat altijd al zo, hoor. We stonden er zelf bij toen iemand met zin voor humor Marc opbelde in ‘volle crisisperiode’ om hem raad te vragen hoe om te gaan met het stigma uit een rechts milieu te komen. Marc lulde 25 minuten vlotjes vol tot de humorist het zelf niet langer kon opbrengen zo met de virologische voeten te spelen en dus vroeg of de professor niet dringend naar een televisiestudio moest of zo. Dat bleek wel mee te vallen, zoals het gezelschap op speaker kon horen van ‘de Marc’. Na zijn carrière als oorlogsverslaggever aan het virale front is Marc uit beeld verdreven door een echte oorlog met nog spannender beeldmateriaal dan dikke patiënten op hun buik met een zuurstofdarmpje. ‘Welterusten meneer de president, slaap zacht’ was de kop boven Marcs eerste column die over Poetin ging. Opgesmukt met historisch zoekwerk werd dit best een geslaagd en geëngageerd geschreven stuk. Ere wie ere toekomt. Ondanks onze aarzeling erin te geloven menen we nu dat Marc Van Ranst dit best blijft doen, maar enkel als hij belooft de virologie in bijberoep te zullen beoefenen en dat hij nooit meer boeman komt spelen. Dat komt dik in orde.

**

STEUN ‘tSCHELDT

**