Aan de redenen waarom een volk tegen zijn leiders in opstand komt, leest men de tijd af. In de middeleeuwen waren die redenen uitgesproken godsdienstig, na de Franse revolutie betrof het vooral ideologische ellende en in onze tijd gebeurt dat wanneer de geldbeugel disproportioneel geraakt wordt. Klinkt negatief – is het ook wel een beetje – maar hoeft dat niet over de ganse lijn te zijn. We leven nu eenmaal in een tijd geschapen door een stel voorafgaandelijke gidsen wier denken een streepje oubollig en wereldvreemd geworden is. In het Europa van de vroege 21ste eeuw zijn dat de loodsen van mei ’68, die het schip klaarblijkelijk net iets teveel op het droge getrokken hebben. Dat de meesten daar meer dan hun buik vol van hebben, hoeft geen betoog. Het braken staat hen nader dan de problematische vertering. Men kan dan al een aardige brok tegenspraak en met de menselijke natuur strijdige onzin trotseren, als een superrijke elite het privilege opeist om de armoede te organiseren en de onvervreemdbare vrijheid aan banden te leggen, stuwen de maatschappelijke maagsappen de frustratie enkel nog opwaarts, tot een volkse eruptie onafwendbaar wordt.
In Frankrijk, maar zeker in Italië, is dit punt stilaan bereikt. In Frankrijk zijn de gele hesjes terug van nooit weggeweest; in Italië gaat men zelfs nog verder: havens worden er geblokkeerd en in talloze steden en gemeenten wordt driftig de straat opgetrokken om niet alleen zijn onvrede kenbaar te maken, maar evenzeer om het land plat te leggen. De blokkades begonnen in Triëst (Noord-Italië) maar namen snel uitbreiding naar Genua en Ancona; en de lijst met steden waar zonder ophouden wordt geprotesteerd, is lang … heel lang! Met de invoering van de “green pass” (onze CST) ging de regering Draghi duidelijk een stap te ver! In Italië geldt die immers ook voor werknemers. En wie door zijn leiders gewetenloos en spijkerhard gebroodroofd wordt, heeft niets meer te verliezen en gaat de straat op. In de performante Vlaamse regimepers, sowieso al uiterst karig met zijn berichtgeving over de protesten, moesten alle zeilen bijgezet worden om het verzet te overgieten met een dikke bechamel van fake news: Ine Roox wist in De Standaard echt van geen hout meer pijlen te maken en bazelde dan maar wat naast de kwestie over (neo)fascistische infiltratie. Hoe hopeloos moet je zijn?
Triëste chiama!
De protesten gieren door het land van noord naar zuid en van oost naar west! Heel Italië is in de ban van verzet en oppositie; van Turijn tot Rimini en van Milaan tot Napels. Overal komen mensen op straat om de lokroep uit Triëst te volgen: “Triëste chiama” (Triëst roept!); “Italia risponde” (Italië antwoord). “La quarta ondata, siamo noi!” (de vierde golf, dat zijn wij!), lezen we op een van de talloze bordjes die worden meegedragen. En ook de Kerk laat zich niet onbetuigd. Oud-nuntius in de VS, Carlo Maria Viganò, riep zelfs op tot weerwerk: “De Katholieke Kerk heeft de plicht tegenover God en de hele mensheid om deze enorme en vreselijke misdaad (de coronagekte dus, n.v.d.r.) met de grootste vastberadenheid aan de kaak te stellen, duidelijkheid te brengen en stelling te nemen tegen degenen die, in naam van de pseudowetenschap dienstbaar zijn aan de belangen van de farmaceutische bedrijven en de globalistische elite.”
“Le donne come noi” (vrouwen zoals wij)
De strijdkreet “La gente come noi non molla mai” (mensen zoals wij geven nooit op) weerklinkt ondertussen op elke straathoek en wordt, al naargelang het geval, van klinkende variaties voorzien: nu eens zijn het “le donne come noi” (vrouwen zoals wij), dan weer “i bambini come noi” (de kinderen zoals wij). Vanuit Triëst wordt het vuur van het natiebrede verzet brandend gehouden door havenarbeider Stefano Puzzer, die inmiddels de status van volksheld heeft bereikt. Maar de regeringsgetrouwen spelen het bikkelhard: op 3 november 2021 werd Puzzer, toen hij op de Piazza del Popolo te Rome een betoging toesprak, aangehouden en onder dwang terug naar Triëst gedeporteerd. Hem werd door de plaatselijke questura (politiepost) de toegang tot de hoofdstad voor een jaar ontzegd. Als Marc Reynebeau nog eens verlegen zit om een obsolete vergelijking met de jaren ’20 en ’30 van de 20ste eeuw? Wel ziehier. Het fascisme lijkt, onder “democratische dekmantel”, helemaal terug!
Zelfs tot in het Europees parlement, nochtans, is de wervelwind van het protest voelbaar. Europarlementslid Francesca Donato (Italiaanse, Lega, rechtse eurofractie Identiteit en Democratie) riep het parlement op de Italianen te helpen in hun strijd tegen de schending van de mensenrechten. Zij krijgt nu de steun van de parlementsleden Ivan Sincic (Kroatië, fractieloos), Christian Terhes (Roemenië, fractie Europese conservatieven en hervormers, waar o.a. ook de N-VA lid van is) en, last but not least, Christine Anderson (Duitsland, AFD, tevens Identiteit en Democratie) die krachtig betoogde: “Niemand verleent mij m’n vrijheid, want ik ben een vrij individu!” (Klik voor de persconferentie HIER). Maar ook deze ontwikkelingen worden compleet en angstvallig verzwegen door de Vlaamse en Belgische regimepers die ons meer dan ooit een rad voor de ogen draait, wat de berichtgeving alleen nog maar ongeloofwaardiger maakt. Het heeft er alle schijn van dat wat in Italië is begonnen, langzaam maar zeker aanstekelijk begint te werken voor alle tegenstanders in Europa.
Italië kreunt natuurlijk al langer onder diverse problemen: zo is er de torenhoge jeugdwerkloosheid die er de oorzaak van is dat de jongere bevolking vanop het platteland en vanuit de bergdorpen naar de steden of zelfs naar het buitenland trekt, waardoor er nu talloze huizen in Italië voor een habbekrats te koop staan (werkgelegenheid in eigen streek waarborgen sijpelde als oplossing nog niet helemaal door in de geborneerde breintjes van de plaatselijke politici); of neem de maffia-invloed in de politiek en het openbare leven die, mede wegens teveel bestuurlijke handjes boven de hoofden van de criminelen, maar niet onder controle te krijgen is; en natuurlijk de georganiseerde migratie van karrevrachten illegalen vanuit Afrika en elders die, ondanks de al even grote windstilte over dit onderwerp in onze flinterdunne gazetjes, elke godganse dag lustig doorgaat.
Kunsthistoricus, politicus (Forza Italia), columnist en televisiepersoonlijkheid Vittorio Sgarbi legde de vinger nog maar eens op de pijnlijke wonde door zich af te vragen hoe het mogelijk is dat de in Barcelona gevestigde humanitaire organisatie, “Open Arms”, voor de Libische kust kansenparels kan gaan sprokkelen om ze vervolgens, omwille juist van een Spaanse weigering, in Italië aan land te droppen. In Italië mag die vraag nog gesteld worden. Bij ons is ze haast buiten de wet gesteld; meer nog, hier zijn er linkse bobo-creaturen op “basketbalsloefkes”, zoals VDAB-topman Wim Adriaens, die, bovenop de illegale migratie, jaarlijks nog eens 10.000 verpleegsters wil gaan strikken in Togo. “Astemblieft!” Tegen midden volgend jaar lopen er op de covidafdeling van onze universitaire ziekenhuizen vermoedelijk witgekalkte medicijnmannen rond die het virus vakkundig zullen bezweren met dampende kruidenpotjes van maniok.
Roma
En dan is er nog het verhaal van een 86-jarige celibatair die, na een rits medische onderzoeken in het hospitaal, thuiskomt in de Via Pasquale del Giudice te Rome (district Don Bosco in het Zuid Oosten van de hoofdstad) en zijn appartement gekraakt terugvindt door een Roma-trol en haar voltallige nest nakomelingen. Van de ongeletterde dragonder krijgt hij te horen: “Qui ora ci abito io, faccia quello che vuole” (Nu woon ik hier, doe jij maar wat je wil!). De carabinieri stuurde hem bovendien wandelen met de empathische melding dat zij enkel iets konden doen als er een diefstal gaande was; loutere abusievelijke bezetting van het pand bond hen strafrechtelijk aan handen en voeten – maar wie zijn verstikkende mondvod onopzettelijk vergeet voor te binden, wordt net niet publiekelijk gegeseld! De man, wiens naam niet werd bekend gemaakt, woont nu in afwachting van het proces bij zijn broer. Maar ook dit proces wordt geen makkie: zijn eigendomsbewijzen liggen immers nog steeds in het appartement waarvan de toegang hem door dat wijf met haar zigeunergebroed ontzegd wordt.
Zou er op deze aardbol werkelijk iemand met een doodnormaal (dus geen links verknipt) rechtvaardigheidsgevoel te vinden zijn die het de man, in betere doen en een paar jaar jonger, kwalijk zou nemen als hij dit barbaars serpent, met kroost en al, vanop het hoogste punt van de koepel van Sint-Pieter naar beneden zou keilen? In plaats echter van dit verhaal in het groot op de voorpagina te zetten, plaatste Il Messagero het handig achter de betaalmuur. Enkel de “Huffpost Italia” (Huffington Post) had de ballen om het voor iedereen leesbaar te maken.
Dat deze verhalen de moegetergde burger in het hart raken en hem opstandig maken, mag toch niemand meer verbazen. Hier baten geen uitvluchten meer in de trant van “maar je mag de zaken niet vermengen”. Het volle leven van de gewone man in de straat verdraagt immers geen opdeling in verschillende items en topics, want dat leven wordt nu eenmaal in zijn totaliteit geleefd.
La Serenissima
Een ander voorbeeld van bestuurlijke onkunde, die “Giuseppe met de pet” veel meer dan de elite in de beurs raakt, is de aanhoudende klimaatkolder: het communicerend eschatologisch vat van het corona-gedram. In de Frankfurter Allgemeine verscheen op 26 oktober 2021 een artikel van de eerste en tevens enige Turkse nobelprijswinnaar voor de literatuur, Orhan Pamuk (die trouwens in New York doceert en omwille van zijn stellingnames betreffende de Armeense genocide niet al te welkom meer is eigen land) onder de titel: ”Überall ist Venedig” (Venetië is overal). In wel heel algemene bewoordingen wordt Draghi, in aanloop van de klimaatconferentie te Glasgow, opgeroepen Venetië te redden want, zo zegt Pamuk, “we zijn toch allemaal Venetiaan”, wel heel goedkoop verwijzend naar het meesterwerk “De Onzichtbare Steden” van Italo Calvino. Wat er dan wel zou moeten gebeuren staat er evenwel niet in. Dat maakte de Duitse schrijfster Petra Reski, die al decennia in Venetië woont, terecht pisnijdig. Tegen het flauwe appel van Pamuk schreef zij een column in de Domani Quotidiano (de krant van Carlo de Benedetti, die in 1988 onze Société Générale nog wilde overnemen). Achter de klimaatparaplu is het wel heel geriefelijk schuilen om de escalerende overstromingen van La Serenissima aan de kaak te stellen, maar “L’acqua alta a Venezia è colpa della politica italiana” (het hoog water van Venetië is de schuld van de Italiaanse politiek). Het klimaat heeft hier geen barst mee te maken. Niks, nada, nul!
De Mose-dam
De permanente verdieping van de kanalen des te meer! Van bij de bouw van de porto industriale (de haven) van Porto Marghera worden de kanalen onafgebroken verder uitgegraven, eerst voor de petroleumtankers, daarna voor de container- en cruiseschepen, waardoor de lagune nu haast een zeearm van de Adriatico is geworden. Gevolg: veel meer binnenkomend zeewater in het strandmeer zoekt zijn uitweg in de kleinere kanaaltjes van de stad, die dat water nauwelijks nog kunnen slikken. Hydraulische ingenieurs, zoals Luigi D’Alpaos, wijzen daar al vanaf de jaren ’60 van vorige eeuw op, maar worden gemakkelijkheidshalve niet gehoord. Voor de klimaatblinden is de stijging van het zeewaterpijl nog steeds het gevolg van de klimaatverandering. “Il livello del mare”, zo schrijft Reski echter terecht, “non puó salire con la stessa velocità con cui il governo italiano sta contribuendo all’acqua alta di Venezia” (het zeewaterpeil kan niet met dezelfde snelheid stijgen, als deze waarmee de Italiaanse regering bijdraagt aan de Venetiaanse overstromingen).
Ondertussen trekt de Venetiaanse burgemeester, Luigi Brugnaro, wel naar Dubai om de fameuze “Mose-dam” te promoten: het waterkeringssysteem voor de kust van de lagunestad, dat tijdens de ontwerpfase al voorbijgestreefd was en een toonbeeld blijft van maffiacorruptie; er werd zelfs geen openbare aanbesteding of internationale wedstrijd voor uitgeschreven en veel, heel veel geld bleef aan criminele vingers kleven. Lang zal het trouwens niet meer duren vooraleer de Mose permanent afgesloten zal zijn, wat de lagune omwille van het gevolglijke gebrek aan wassende zeestromingen tot een open riool zal omtoveren. Hopelijk liep de burgemeester van Venetië in Dubai de minister-president van Vlaanderen niet tegen het lijf, want “sterke Jan” heeft de laatste tijd nogal een zwak voor dingen die niet werken: voor je het weet ligt er een Mose-dam voor de Vlaamse kust!
Alle Venetianen weten het voorgaande intussen maar al te goed, maar de kans dat onze analfabete klimaatkoters “zonder toekomst” op de hoogte zijn van al deze particuliere en plaatselijke nuances in het debat, is zo goed als onbestaande. Geen Venetiaan met kennis van zaken zit echter in Glasgow aan de conferentietafel; ginds mag het “mooie weer” alleen populistisch gespeeld worden door de alomtegenwoordige klimaatkeutels zonder kennis of kunde. En in hun kielzog volgen nog andere eindtijdpredikers, waartegen afgezet een Joachim van Fiore klein bier was. Neem nu specimen als David Van Reybrouck, bekend van zijn niet geheel onbesproken boek “Congo, een Geschiedenis” uit 2010 en een decennium later, van zijn door echte kenners geheel in de vernieling gerecenseerde “Revolusi, Indonesië en het Ontstaan van de Moderne Wereld”.
Sinds hij het bed deelt met klimaatactiviste Eva Rovers, spatten de apocalyptische doembeelden in het rond, en spijtig genoeg niet alleen in de slaapkamer. Men mag nog hopen dat zijn volgende verovering geen pianiste is of hij gaat nog eigenhandig uitmaken welke muziek we wel of niet mooi mogen vinden. Van klimaatkunde kent deze nieuwbakken, vooral zelfverklaarde, expert geen snars, maar dat hoeft tegenwoordig ook niet meer: zolang men zichzelf censureert tot de totalitair democratische versie en het fortuinen geld kost aan de belastingbetaler is er “geen vuiltje aan de lucht”. En dat, beste lezer, maakt het nadenkende deel van de bevolking terecht opstandig, rebels en muitziek. En dan heeft Italië nog het voordeel dat de gouvernementele mening omtrent de erkenning van kernenergie als groene stroom, begint te kantelen in de richting van het Frankrijk van “beweger” Macron!
Het experiment
Met de loodzware covidmaatregelen van de Italiaanse monstercoalitie onder de technocratische eerste minister Mario Draghi (Italiaans voor: “draken”) lijkt men nu eindelijk zijn hand overspeeld te hebben. Het experiment, dat moest nagaan hoe ver men te ver kon gaan met een volk voor te liegen en te controleren, heeft duidelijk zijn grenzen bereikt. In die zin is de Italiaanse testcase van uitzonderlijk belang voor heel Europa! Het Italiaans verzet kreeg al steunbetuigingen vanuit Ierland, Frankrijk, Spanje, Duitsland en Nederland. Maar nog belangrijker is de manifeste weigering van het hoofd van de politiebrigade te Triëst om met waterkanon en traangas op ongewapende en vreedzame demonstranten te schieten. Gedecideerd ziet men de man zijn blauwe helm op de motorkap van een politievoertuig werpen en wild gebarend schreeuwen “We kunnen dit niet doen tegen onze eigen mensen. Ik ben er klaar mee!” Het moet geleden zijn van de Roemeense revolutie, op het einde van het Ceausescu-tijdperk, dat politiediensten nog geweigerd hebben, conform het regeringsbevel, in te hakken op het eigen volk. Als dat volk de facto dezelfde privileges krijgt als het Antifa- en Black Lifes Matter-gespuis, begint de hemel toch al een heel klein beetje op te klaren!
Aerosolen
Maar ook de Italiaanse virologen laten zich niet onbetuigd. Roberto Burioni – een échte viroloog, geen veterinair – zei dat veel mensen zich toch wel afvroegen waarom de al veertien dagen durende protesten van dichte drommen malcontenten zonder mondmasker, niet geleid hebben tot een verhoging van het aantal covidgevallen (al probeert de Italiaanse pers nu het tegendeel te beweren). Zijn antwoord laat aan duidelijkheid niets te wensen over: “omdat dit virus zich hoofdzakelijk verspreidt door aerosolen en deze vorm van verspreiding in open lucht zijn efficiëntie drastisch ziet dalen!” Dat zegt bij ons ook de nog steeds gebroodroofde Sam Brokken al meer dan een jaar! Maar wie luistert er hier naar lui die het kunnen weten? Liever spijzen we hier zonder veel morren verder de reeds uitpuilende bankrekeningen van statelijke would be’s die het alleenrecht op wetenschappelijke uitspraken hebben verkregen en overal te lande het vuur van de brandstapels voor afwijkende meningen, uit pecuniaire hebzucht, brandend houden.
Verzet!
Met de invoering van de green pass, gingen de Italiaanse politici een brug te ver. Het werd het experiment te veel. Het uitgeperste volk mort, en dat is niets te vroeg. Want komen zij eindelijk op straat omdat hun broodwinning gecontesteerd wordt en dus hun geldbeugel in zijn wezen geraakt wordt, dan nog is er veel meer aan de hand. Want dit is het verzet tegen een zelfverklaarde elite van platbroeken die huist in riante villa’s met zwembad en bewaking voor de deur. Zij resideert bovendien in stadsdelen zonder een puinzooi aan opgeblazen kansenparels, die wel alles gepermitteerd lijkt, maar ontneemt de gewone burger wel alle vanzelfsprekendheden van het alledaags leven.
Dit is ook het verzet tegen de moralistische en wereldvreemde keur van globalistische zelfbegoocheling, die haar eigen volk op droog zaad zet en alle vertier problematiseert, maar zelf bodemloos blijft graaien in de met belastinggeld gespijsde graaipotten, terwijl ze daarenboven van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, op kosten van partijkassen en gesubsidieerde instituten, de aardbol rondvliegt om in hermetisch gesloten gremia de wereld vraatzuchtig tot een betere plek te vreten en te zuipen.
Dit is, tot slot, het verzet tegen betweterige bestuurlijke parvenu’s die, eens door het volk verkozen om het te vertegenwoordigen, zich potdoof en stekenblind laten leiden door een handjevol mondiale superrijken met een dubbele agenda en rotverwende snotapen zonder benul of bagage maar geen oor of oog meer veil hebben voor wat er werkelijk leeft.
Dat madam Roox hierin (neo)fascistische infiltratie wil zien, zegt veel meer over haar dan over de Italianen. Het bewijst immers haar volstrekte onkunde en onmacht om de minste empathie te betonen met mensen die wel moeten werken voor hun geld en niet, zoals zij, gratuit onderhouden worden door tonnen subsidies vanuit de totalitaire democratie waarin we nu verzeild zijn geraakt. Voor wie echter de eigen cultuur lief is, het licht op donkere winteravonden wil laten branden en af en toe nog brood op tafel wil, mag het Italiaans verzet zeker tot voorbeeld strekken. Het is er meer dan tijd voor!