De Nobelprijs voor de vrede gaat dit jaar naar … ‘t Scheldt!
Dit is deze week bekendgemaakt door het Noorse Nobelcomité. Het satirisch blad wordt gelauwerd voor – en we citeren nu – “ de moedige strijd voor de vrijheid van meningsuiting in dat kleine apenlandje België” – einde citaat. Het comité benadrukte wel dat ‘tScheldt als laureaat alle journalisten – herlees: journalisten! – vertegenwoordigt die opkomen voor de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid.
“Vrije, onafhankelijke en op feiten gebaseerde journalistiek biedt bescherming tegen machtsmisbruik, leugens en oorlogspropaganda”, aldus voorzitter Berit Reiss-Andersen, “Zonder vrijheid van meningsuiting en zonder persvrijheid is het moeilijk om landen met elkaar te verzoenen, de wereld te ontwapenen en een betere wereldorde tot stand te brengen.” Impliciet bevestigt het comité hiermee dat ze zelfs in Noorwegen niets van openbare tongdraaier, machtsmisbruiker en privacy-schender Lachaert de Leugenaar, Egbert voor de vrienden, moeten weten.
De reacties in de wandelgangen zijn waarlijk een hart onder riem. Annelies Verlinden tweette meteen: “kritische pers maakt integraal deel uit van de democratie. Journalisten ontmaskeren fake news en houden ons scherp. Mooie erkenning van het Nobelcomité voor de moeilijke omstandigheden waarin journalisten, onder meer de journalisten van ’tScheldt in ons land, hun werk moeten doen.” Dit laatste is een duidelijke sneer van de CD&V-coryfee naar de bedreigingen aan het adres van restaurant Nenuphar door de liberale voorman, waarover reeds eerder bericht werd.
Bij het ter perse gaan, was nog geen reactie bekend van onze premier. Na opnieuw massaal liberaal stemmenverlies wegens ondoordacht handelen van de Open VLD-voorzitter zal elke reactie nu eerst gewikt en gewogen worden op een speciaal daarvoor bijeengeroepen – zeg ondertussen maar: permanent – partijbestuur.
’tScheldt is zeer vereerd met deze prijs die beschouwd wordt als een erkenning langs officiële zijde. De voltallige, volgens de regimepers “onbestaande” redactie van ‘tScheldt vindt geen “synoniemen” genoeg om die blijdschap ten uitdrukking te brengen en zoekt dan maar noodgedwongen redding en zaligheid in de verschillende pseudoniemen waaronder ze schrijven. Van de geldprijs werd een klein deel besteed aan 6 flessen champagne en evenveel broodjes met eendenpaté. De rest werd gereserveerd voor de advocaten van ’tScheldt en de duurzame strijd tegen liberale voormannen met een losse tong, een klein geslachtsdeel en volkomen gebrek aan satirisch en ander verstand.
**

***