Sla tegenwoordig gelijk welke krant open en je verzuipt onmiddellijk in de arrogante en ongeneeslijke frenesie van zichzelf intellectueel opblazende negerinnetjes en hun blanke collaborateurs.
**
In De Morgen explodeerden Jozefien De Leersnyder en Christophe Vandeviver naar aanleiding van de, toegegeven ietwat zegezekere en in eigen vlees snijdende, uitspraak van Tom Van Grieken over de afrekening met linkse leerkrachten in 2024: “De multicul is wetenschap”, fulmineerden ze naast de kwestie. Wie zei U, De Leersnyder en Vandeviver?
Jozefien en Christophe zijn beiden co-voorzitter van de Jonge Academie, een interdisciplinaire en interuniversitaire ontmoetingsplaats voor toponderzoekers (als ze het zelf al zeggen!) en dito kunstenaars met een eigen kijk op wetenschap, maatschappij, kunst en beleid. Nu, dit laatste nemen wij graag aan!
Jozefien mag dan het taaiste leer snijden, hout raken doet ze nooit! En Christophe blijft in z’n zelf gegraven “vivertje van niks” almaar achter het net vissen. Zo beginnen ze hun “wetenschappelijk traktaat” met te verwijzen naar de fameuze kinderrechten. Nu kan je de totstandkoming, uitlegging, draagwijdte, toepassing of impact van rechten wel wetenschappelijk onderzoeken (met veel cijfers want dat staat objectief), maar waarom zulke rechten werden toegekend blijft een zaak van politieke “ideologie”, niet van wetenschap. Ooit begon ongeveer elke academische cursus filosofie met het onderscheid tussen een ideologie, een filosofie en een wetenschap. Maar die tijd ligt al een poos achter ons, zo blijkt!
Bovendien is het kinderrechtenverdrag een “afspraak” – geen wetenschap! – tussen 196 landen, waaronder Afghanistan, Somalië, Zuid-Soedan, Mali … Misschien toch eerst daar ‘s gaan kijken, J&C? De onderscheiden staten verbinden zich ertoe de kinderrechten te respecteren. Dat gebeurt trouwens in Europa al meer dan elders! Het is echter niet omdat ongeveer alle kinderen van de wereld recht op onderwijs hebben, dat wij dat onderwijs ook voor heel de wereld moeten organiseren. Er moet toch iets overblijven voor de verdragsluitende staten, niet?
Dan volgt een lofzang op de diversiteit die leerprestaties en welbevinden zouden verhogen! Allemaal nogal weinig concreet, sloganesk en links-populistisch; niet wat je zo door de bank genomen onder wetenschap catalogeert. Daarenboven betrof de opmerking van Tom Van Grieken de inhoud van het onderwijs; de “eigengereide wetenschap” van J&C zegt meer iets over de modaliteiten van het onderwijs. Maar goed, wie in de academische en wereldvreemde ivoren torens geeft nog een halve sou voor nauwkeurigheid van denken. Studies over de internationale achterstelling van onze eigen kinderen door onmiskenbare niveaudalingen lijken dan weer wat minder in trek bij die “Jonge Academie”.
Ook verwijzen beide auteurs naar de Covid-crisis die “wetenschappelijke kennis” als algemeen geldend beschouwt, zelfs al past die niet in de politieke agenda. Leefden beide aanstormende proffen de laatste twee jaar dan op Mars? Wat de Covid-crisis vooral liet optekenen was een angstaanjagende hoeveelheid contradictorische en marxistische staatswetenschap, verkondigd door pseudo-experten die meer bezig waren met hun particulier maatschappelijk model dan met hun wetenschappelijke kennis te slijten, tot spijt van de experten die weldegelijk een afwijkende mening hadden. Als die twee later echt het professoraat bereiken, kunnen we meteen de barakken in Leuven, Gent, Antwerpen en alle andere “dorpen” sluiten, want dan zit niet alleen Princes Elisabeth in het buitenland haar hersens soepel te houden!
In de Standaard was het dan weer de beurt aan Dalilla Hermans om het excuus-negerinnetje te spelen.
Ze was naar een multicultureel feest geweest in Amsterdam. En wat had ze genoten, zeg! Meegevoerd in een alles verterende diversiteitsroes en helemaal buiten haar oevers tredend van zoveel pril multicultureel geluk dreef plots het volgende uit haar kletsnatte pen:
“Als je vaststelt dat er in je telefoon niet minstens vijf nummers staan van mensen van kleur, vijf nummers van mensen met een beperking, van mensen die neurodivergent zijn, tot de lgbti-gemeenschap behoren of die niet tussen de 25 en 45 zijn, is er een probleem. Het is al lang geen kwestie meer minderheden een zitje aan de tafel of ‘kansen’ te geven. We willen niet meer aanschuiven aan homogene tafels, en blijven jullie ook niet oneindig kansen geven”
Die laatste zin kan al tellen! We blijven “jullie” geen kansen geven… Bah, Dalilla, wat een achterlijk homogeen “wij-zij” denken toch! Maar we willen je toch ook meteen geruststellen: aan vijf mensen met een beperking komen we makkelijk! Zeker als we de financiële beperkingen meerekenen van de hardwerkende blanken die zich blauw blijven betalen aan geadopteerde meisjes uit het Rwandese paradijs. Negerinnetjes alle mogelijke kansen geven, kost een paar centen! Spijtig toch dat ondank voor hen ’s werelds loon blijft.
Aan neurodivergenten ook al geen gebrek – wie is dit tegenwoordig trouwens niet? Aan inhoudsloze modewoorden evenmin. Zelfs met de “lettersoeplui” valt het nog best mee. Van alle leeftijden ken ik er! Heel lang geleden toen jij, Dalilla, op de grasvlakte van het “land der duizend heuvels” nog geworpen moest worden, kenden we die lui al. Toen heetten ze nog gewoon homo’s en lesbiennes, maar ze bestonden al! Toch waren ze niet van dezelfde soort die vandaag opgeld maakt. Nooit zagen we die delicate kerels bijvoorbeeld rondhuppelen in decadente leren “reetvegers” als bewijs van seksuele diversiteit; een vestimentaire petulantie die overigens niet eens door veel jongere specimen geapprecieerd wordt, waarmee meteen aangetoond zij dat ook “jongeren” aardig vertegenwoordigd zitten in ons contactpersonenbestand.
Alleen aan mensen van kleur mangelt het wat. Ik kom er aan twee: een Iranees die met heel veel moeite de plaatselijke theocratie ontvluchtte om in Vlaanderen, zeer tot zijn ongerustheid, in hetzelfde vaarwater terecht te komen en een Marokkaanse sportman die de islamietische vasten – en z’n geloof – vaarwel zei, niet omdat hij door te vasten te zwak was om te sporten, maar omdat hij in die fameuze “vastenperiode”, met z’n luidruchtige nachtelijke schranspartijen, wel 6 kg. aandikte. O ja, en ik ken ook nog een Marokkaanse studente van 23 die thuis niet meer binnen mag omdat ze een kort rokje tot net boven de knie droeg en de haren ontvoogde van die knechtende hoofddoek! Al eens afgevraagd hoe het komt, Dalilla, dat er zo weinig kleur zit aan een doorsnee Vlaamse tafel? Wel, dan zullen we jou eens een leuk verhaaltje vertellen, niet met veel cijfers uit dubieuze wetenschappelijke studies, maar een echt gebeurd verhaal; een verhaal dat we zouden kunnen noemen: “de modus operandi van een geslaagde integratie”. Hou je vast, Dalilla, daar komt ie!
De Zuid-Europese zon brandde in de afgelopen maand augustus verschroeiend op de tere huid van de campinggasten. Nee, geen zuiderse camping Kosmos, maar een familiecamping, boordevol gezinnen met kinderen. Op het grasveld van de camping, dat dienst deed als strand, lagen badgasten te zonnen, te BBQ’en of een praatje te maken. Wie het bakken zat was, zocht verkoeling in het aangrenzende meer. De sfeer was ontspannen; corona leek even heel ver weg, ouders genoten van een verdiende vakantie en hun uitgelaten kinderen ontdekten, ver weg van mobiel of laptop, het echte kinderspel, voortspruitend uit de oeverloze fantasie en verbeelding, hen in die levensfase nog zo eigen. Op een dag verscheen er, haast uit het niets, een Marokkaans jongetje, een schijnbaar schattig ukje van een jaar of vijf dat niet echt op z’n mondje gevallen was.
Ouders vergezelden het kind niet. De hele dag speelde het alleen of trachtte aansluiting te vinden bij andere kinderen. Of bij volwassenen, die zich ongevraagd en in afwezigheid van de ouders over de grappige koter ontfermden, wat hij zich maar al te graag liet welgevallen. Kinderen worden door volwassenen vanwege hun ongerepte onvolmaaktheid vaak grappig gevonden. Imperfecties in het taalgebruik worden door rijperen veelal opgevat als humor; wat het kind natuurlijk ontbeert: het weet gewoon niet beter! Volwassenen weten hoe het woord moet klinken en in het kinderlijk erratum ontwaart de volwassene de door het kind onbedoelde humor. En toch, op een of andere wijze vatte de overtuiging stilaan post dat deze snuiter zich weldegelijk bewust was van zijn vertederend aura.
“Ik ben Mohammed”, zei hij de tweede dag. Dat mocht niet verbazen! Heten ze immers niet allemaal zo? En voegde er nog aan toe: “Ik ben Marokkaan. Die toevoeging trok onze aandacht. Een kind van vijf dat niet eens kan lezen of schrijven en geen benul heeft van de hoofdstad van zijn gastland, weet plots wel welke nationaliteit hij meetorst? Vindt het bovendien belangrijk genoeg om dat te melden, alsof hij zich met die toevoeging hoger op de ladder wilde hijsen. Die ontluikende superioriteit bleek inderdaad geen begoocheling te zijn: de volgende dagen werden volledig ingenomen door de stijgende opdringerigheid van de pruts die, los van leeftijd en gewenstheid, met alle kinderen wilde meespelen. Zelfs een betalend jeugdkamp van de plaatselijke zeilvereniging had de indiscreties van de kleine Mohammed te dulden.
Het duurde tot dag vijf vooraleer alle vragen van de campinggasten, die Mohammed ondertussen al beter kenden, helder werden beantwoord, want daar verscheen dan, eindelijk en voor de allereerste keer, de moeder van het joch. Een kreng van een wijf met een kont zo dik als een Edams kaaswiel en een navel die, als een kosmisch zwart gat, in staat leek om het ganse universum rond haar middel te laten draaien. Ze gooide haar stoel onbehouwen het gras op en liet zich met een doffe knal op het zitje ploffen. Met deze feeks diende maar best rekening gehouden te worden. Uiteraard was ze in een boerkini gewikkeld die, tot spijt van de mannelijke en lesbische badgasten, niets aan de verbeelding overliet: geen vetrol of hij smachtte amechtig naar acute verlossing uit dit nauwsluitend, niet eens verhullende pakje van badstof.
Eén boerkini tussen allemaal bikini’s. Men moet heel vroeg uit de veren om een manier te vinden om nóg meer op te vallen. Bovendien schier allemaal bikini’s van de laatste snit! Bikinimode verraadt namelijk welke vrouwelijke erogene zone van het mansvolk de tijdelijk voorkeur krijgt. Tegenwoordig zijn dat de billen! Wel, daar zat dan mama-Mo, in verstikkende doeken gewikkeld, te kijken naar een arsenaal vrouwenkonten die vrijelijk de kans kregen te ademen in de nog steeds verzengende hitte. Op het water dreef, in een beklemmend en onhygiënisch pantser, als een gesloten oesterschelp, een misplaatst trotse moslima ostentatief “anders” te wezen tussen al die onbelemmerde en giechelende vrouwenbipsen en in eenieders mond, verborgen fluisterend of luid galmend, lag deze vraag als vanzelf bestorven: “Wat doet dat mens toch op een weliswaar zonovergoten maar volgens haar eigen profeet beslist “haram” st(r)andje, deel uitmakend van een familiecamping in Zuid-Europa?
Het eenduidig antwoord liet niet lang op zich wachten: provoceren! De gasten, die zich, voor of achter hun staanplaats, een eigen eerder privaat plekje mogen toeëigenen, waanden zich alras niet meer veilig voor die feeks in Boerkini die haar vlag schaamteloos liet wapperen over elk frisgroen grassprietje alsof ze er zelf voor betaald had. Lag er een dame even te dutten op zo’n particulier plekje, haastte de boerkini zich erheen om luidkeels in dat keelschurend Arabisch te roepen en te tieren door haar telefoon; vroeg iemand om toch even af te zien van haar stelselmatige gebiedsuitbreiding, werd hij beladen met alle zonden van Mekka en Medina samen en iedereen die te na naar haar zin kwam, gromde ze ongelikt het decor in.
Een keer sprong ze zelfs wild waggelend en gewillig op uit haar stoel om een duikbrilletje, dat een meisje van 9 net van haar ouders had gekregen, uit de handen van het aangeslagen kind te rukken enkel en alleen omdat zij dacht dat het haar brilletje betrof. Gelukkig had het kind de reflex de duikbril terug te graaien uit de handen van de grijpgrage moslima. De uitgesproken racistische verwensingen jegens het kind en haar ouders hielden pas op toen zij bemerkte dat haar bloedeigen man, uiteraard slechts gehuld in zwembroek, uit het water stapte met het vermeende gestolen duikbrilletje op zijn kale kop!
“En hoe verging het Mohammed?” vraagt U zich af. Die had z’n taak van “ijsbreker” volbracht. Als madam Boerkini op het speelveld verscheen, was ze in de eerste plaats “de moeder van dat schattig manneke.” Met mama aan z’n zij, kon hij nu terug zijn eigen zelf zijn: een ettertje dat zich, meer dan ooit, opdrong aan andere kinderen, speelgoed afpakte of kapot maakte en kinderen tegen elkaar opzette. Overal waar hij verscheen, was ruzie en onenigheid niet ver af. Hij had trouwens ook nog een broertje van een jaar of 10 die de rol van ijsbreker al een poos ontgroeid leek: hij vertederde niet genoeg meer omdat, op die toch nog kinderlijke leeftijd, de gelaatstrekken langzamerhand de doorbraak van een aanstormende, maar nog in de dop zittende, puberteit beginnen aan te kondigen. Daar was men zich in de familie zeer bewust van!
Uiteindelijk kregen de Marokkaantjes wat ze wilden: niemand wilde nog iets met de familie te maken hebben, iedereen liep er met een grote boog omheen, alsof het een giftig serpent was dat, hongerig naar stampei, zelfvoldaan in het hoge gras op de uitkijk lag. Niemand zei nog iets tegen die gifslang om ruzie te vermijden. En zij – niet wij! – zagen dat het goed was. De “integratie” was geslaagd, al is de vraag wie in welke levensstijl integreerde en wie er weer maar eens wegkwam met botte integratieonwilligheid! De rust keerde ten andere voor de campinggasten pas echt terug wanneer de familie eindelijk besloot verder te trekken en iedereen, van welke Europese nationaliteit ook, was het er roerend over eens dat volgend jaar best zonder Mohammed en zijn aanhang vakantie gehouden kon worden.
Wordt het al een beetje duidelijk, Dalilla, waarom er niet al teveel mensen van kleur aan de blanke tafels zitten? Jij mag nog zo enthousiast de algehele samenstelling van mijn contactpersonenbestand onder handen willen nemen, van bovenuit ga jij niks kunnen regelen als er ook niet van onderuit enige wijziging in levensstijl optreedt. Van het Mirakel van Mechelen krijg je wellicht goede punten, voor ons scoor je ondermaats. Weet immers, Dalilla, dat de Europese beschaving waar je nu deel van wil uitmaken nog voor ze onder linkse druk verwerd tot een abstracte en virtuele cijfermaatschappij, waar Jozefien en Christophe zo op kikken, vooral een concrete gevoelsbeschaving was. Dat bewijzen de aanvankelijke reacties van de campinggasten, die zich om Mohammedje ontfermden, te voeten uit!
Europeanen zijn alles behalve racisten, in welk geval jij hier nooit op de jouw geëigende wijze zou rondgelopen hebben. Wij zitten hier echt niet in Rwanda, weet je. Of moeten we de genocide van 70% van de Tutsi’s door de Hutu’s nog even in herinnering brengen? De UNAMIR mag dan niet ingegrepen hebben en later volledig disproportioneel de schuld hebben gekregen, dat doet niets af aan het feit dat de werkelijke moordpartij zich geheel en onloochenbaar voltrok tussen twee Rwandese stammen. Toch? Wellicht zouden een streepje minder superioriteitsgevoel en een veeg meer dankbaarheid jou al een eind verder helpen. Met schofferen echter zal jouw miezerig treintje altijd het verkeerde terminusstation blijven binnenlopen, helemaal aan de andere kant van de lijn!
Dalilla, jouw naam klinkt als Delila; da’s dezelfde! We kennen toch de klinkerfobie van de semitische talen? Volgens een theorie zou er een verband zijn met het Arabische “dalla”; wat “koketteren” betekent. Als jij windeieren wil blijven leggen, moet je vooral blijven koketteren met jouw BLM-vriendjes en -vriendinnetjes! Dan zul je altijd, zoals je zelf schrijft, behoren tot die gemarginaliseerde groep, waar wij niet van moeten hebben. Zoveel trots voor onze geschiedenis en tradities hebben nog wel in huis. Wij kennen Delila overigens vooral als verraadster van Samson, die soms ook Simson wordt geheten. Als jij, net als jouw naamgenoot, ons de haren wil afknippen, zal je toch meer dan vier keer moeten proberen. Ondertussen, beste Dalilla, zullen we de uitspraak van Van Grieken, speciaal voor jou, op jouw maat herformuleren: “Weet je, we blijven jullie niet oneindig kansen geven!
***