Waar is de tijd dat ongeveer iedereen min of meer een idee had over wat er onder vrijheid verstaan moest worden, zonder zich eerst obligaat te moeten verliezen in allerlei beperkende maatregelen die onze zó gewaardeerde vrijheid lieten kantelen in haar tegendeel. Vrijheid heette toen schier totaal te zijn! Er was zelfs een politieke partij die haar zo belangrijk achtte, dat zij zichzelf als de behoedster ervan zag: de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV).
En toen kwam Guy “da joenk” Verhofstadt. In 1992 kreeg de PVV een andere naam en werd de VLD boven de doopvont gehouden: de Vlaamse Liberalen en Democraten. Wat voor de PVV een verruiming had moeten worden, werd echter haar definitieve ondergang. Liberalen hadden plots veel minder uitstaans met het liberalisme “pure sang” – dus met vrijheid – maar krompen noodgedwongen ineen tot een “Vlaamse” vorm van iets wat met de grootste moeite nog liberalisme kon genoemd worden: de partij werd rechtgehouden door een bizarre bouillabaisse van bijeen geharkte “links-liberale” verzuchtingen à la D66 in Nederland, in de stellige hoop stemmen te winnen uit alle hoeken van het maatschappelijke spectrum.
De oxymoron genaamd VLD – die links schaamteloos koppelde aan liberaal, vrijheid aan regelneverij en globalisme aan Vlaams – trok zo figuren aan als de filosofisch wankele Bart Somers of de (eigen)baatzuchtige Jaak Gabriëls. De notie “algemeen belang” rijmde gaandeweg smetteloos op “ongebreidelde zelfzucht”… tot de “liberale” sjoemelpoedels net iets te gretig werden. Dat Somers of Gabriëls indertijd moeten voorvoeld hebben dat hun private zakken gezwinder gevuld konden worden met het egoïstisch liberalisme van de toenmalige VLD dan zij voor mogelijk hielden in hun eigenste Volksunie, moet aan hun demarches debet geweest zijn. Dezelfde oefening kan overigens ook gemaakt worden voor enkele ongeduldige tjeven.
In 2007 leed de partij, ondertussen verworden tot een “trekschuit van contradicties”, schipbreuk op de onverbiddelijke witte klippen van de eenduidigheid en de gemaakte beloftes. Het filosofisch geleuter en gezwam in de nooit ten uitvoer gebrachte en door een compleet losgeslagen Verhofstadt bijeengeharkte Burgermanifesten, pasten de partij immers om de voeten als een paar versleten occasieschoenen uit de eerste de beste Oxfam wereldwinkel. Dat de partij, wandelend in andermans schoenen, ooit zou struikelen, kon met meer zekerheid voorspeld worden dan de ideologische klimaatverandering. En weer werd geprobeerd het debacle met een naamsverandering te counteren. De VLD werd Open VLD.
Dat de deuren van de Open VLD sindsdien inderdaad wagenwijd “open” staan, bewijst ongeveer elke opeenvolgende peiling en kiesuitslag. En geen geëxalteerde Verhofstadt; geen arrogante Karel De Gucht, geen blunderende Gwendolyn Rutten, geen schijnheilige Bart Somers, en al zeker geen corrupte Egbert Lachaert, die het tij keren kan! Bij gebrek aan een eigen verhaal en volkse steun, trok de leiding van de partij zich dan maar in toto terug achter de gesloten deuren van de Belgische vochtige kamers van waaruit zij armzalige journalisten (uitgezonderd ’t Scheldt: wel arm, niet liberaal schatplichtig) en politiek benoemde onderzoeksrechters op dezelfde wijze trachten aan te sturen als generaals zonder strategisch inzicht dat doen met nutteloos opgeofferd kanonnenvlees. Zo hoopte men van de liberale bouwval te redden wat nodig was om zichzelf een rijkelijke oude dag te waarborgen. Maar het “vocht” uit de gelijknamige kamers, lieve lezer, is slecht voor de gewrichten. Dat weet eenieder! Het is het kreupel strompelen van de Open VLD sindsdien allerwegen aan te zien.
Met onze vrijheid ging het navenant bergaf. De dermate bevochten vrijheid werd eertijds nog neergelegd in wat toen de “mensenrechten” werd genoemd: regeltjes die gehate staatstussenkomst aan banden behoorden te leggen. Die regeltjes zijn ondertussen nog slechts bloemetjes op het afgetakelde behang van de politieke macht: ze ogen in het beste geval nog mooi, maar slagen er niet meer in de kale muren van de liberale ruïne te beschermen. Aan mensenrechten wordt nog slechts lippendienst bewezen “omdat het goed bekt”, in werkelijkheid wordt het saldo politieke macht gebruikt om onze vrijheid allengs te beknotten en alle wegen van het rijk voor een keertje eens niet naar Rome te laten leiden, maar naar, in het beste geval, de partij, nog liever echter naar de eigen reeds gevulde beurs.
Met de schildwachten van de vrijheid gekneveld aan de zuilen van de logetempels en zoet gehouden door de honing van politieke benoemingen wisten de andere linkse partijtjes zonder obstakels de macht te grijpen. Van de open of gesloten, zeker van de door links gehypnotiseerde liberalen gaat, buiten de exuberanties van onverholen hypocrisie en corruptie, geen enkel gevaar meer uit. En zo werd onze vrijheid stilaan voorwaardelijk. In welk geval van vrijheid toch geen sprake meer kan zijn.
Vrijheid spoort immers niet met voorwaarden. Vrijheid is wellicht begrensd in het concreet gebruik, maar nooit voorwaardelijk uit haar aard. Dat de vrijheid stopt waar die van een ander begint, is logisch. Nooit echter kan zij bestaan mits eerst voldaan wordt aan voorafgaandelijke premissen. Als de staat voor U en mij begint de denken, is het ermee gedaan. Het volk dat als kleuters bij de hand moet genomen worden, heet niet vrij, maar geknecht. En hoe worden we tegenwoordig niet “bij de hand genomen?”
Zelfs de taal die we spreken, dient via “oneliners” en “buzzwoorden” vereffend en gladgestreken te worden opdat, in fine, ook onze gedachten gestroomlijnd zouden kunnen worden. Zo mogen we al een tijdje een neger geen neger meer noemen, geen “tet van diens vrouwelijk soortgenootje” meer verorberen, niet eens waarschuwen voor een islamitische cultuurimplosie, zelfs al wordt iedereen, buiten de ivoren torens van de gesubsidieerde macht, schier dagelijks met de gevolgen ervan geconfronteerd. Een wet tegen dit taalgebruik is er niet: het democratische principe “nulla poena sine lege” (geen straf, zonder wet) werd simpelweg bij het groot huisvuil gezet. Grondslag van deze juridisch vrijblijvende gedragsregels (geen rechtsregels) is een zelfvoldane en zelfverklaarde moraliteit, vermeerderd met een plaatsvervangende en dus “cultureel toegeëigende”(!), op vreemde lui geëxtrapoleerde, maar hoogst disproportionele en waarheid verdoezelende ergernis en geraaktheid, die niet eens als bewezen mag beschouwd worden. Deze moralistische “oikofobie” verruilt het vertrouwde voor het vreemde en destabiliseert onze “samenleving”. Wat men baart is een “eenheidsspraak” die onvermijdelijk leidt tot een eenheidsdenken, ver weg van de gedachten die ooit nog vrij waren!
O, lieve lezer, wat ligt die broze en kwetsbare vrijheid toch in een klein hoekje! Vrij zijn we pas als we niet achtendertig keer de woorden in onze mond moeten laten rondtollen, proeven en herproeven, vooraleer we ze uitspreken. Maar vrij zijn we ook pas als we, wandelend door de stad, zonder reservatie een café of restaurant kunnen binnenstappen om er iets te drinken of te eten. Vrij zijn we pas als er onverwacht een gat in onze agenda valt dat ter plekke opgevuld kan worden door een museumbezoek, zonder een op voorhand afgesproken tijdsslot in acht te moeten nemen, dat liefst nog “online” gebetonneerd moet worden. Dat “op voorhand” is er teveel aan! Het noopt de vrije levenskunstenaar zich te organiseren, als het kan bovendien op maat van een overheid die meent, middels bureaucratische regelneverij, alles in goede banen te moeten leiden.
Bureaucratie is de aarts- en erfvijand van de vrijheid. Bureaucratie echter is wat we kregen, geleverd in bulk en in een kwantiteit die bij gezonde mensen tot een overdosis leidt. Hoe meer bureaucratie, des te minder vrijheid. Vrijheid komt steeds met een streepje chaos, met een uit overheidshanden rukken van de controle over ons leven, a fortiori over onze denken! “Controle” is voor veel minder geoutilleerden echter een dwangneurose geworden! Neem ’t gouverneureke van Antwerpen”, Cathy Berx. Dat vegetarisch uitgemergeld sprokkelvrouwtje heeft van “controle” haar handelsmerk gemaakt. Lang werd deze hobbit in Antwerpen ministeriabel geacht, tot zij begon mee te spelen met de Bourgondische groten van haar partij. Niet snel genoeg kon ze weggepromoveerd worden naar de provincie, waar ze vooralsnog tot haar pensioen gekazerneerd zit.
Lang heeft het niet geduurd of de “partijgroten” hadden schoon genoeg van haar controle-freakerig gedoe! En toen kwam corona … Net nog had ze zich nieuwe rubberlaarzen aangeschaft om als gouverneur overstroomd gebied met haar “no mercy”-botten te betreden of daar was de pandemie der pandemieën! Even zag ze haar kans schoon om een comeback te overwegen, maar gelukkig werd zelfs het virus afkerig van haar kneuterige vlees-, alcohol- en gezelligheidsallergie! Nu lijkt het er wél op dat ze terug haar rugzakje ingekropen is. Hopelijk blijft dat zo!
Maar zelfs nu Berx terug in haar rugzakje zit, is de strijd nog lang niet gestreden. Onze vrijheid moet immers nog terug heroverd worden! Veel vragen we nochtans niet: kunnen zeggen wat we denken; de dingen benoemen zoals ze daadwerkelijk zijn, zonder een “wakkere” omweg te moeten maken – ’t is een beetje als een jager die tijdens het jagen verplicht wordt steeds naast zijn prooi te schieten, zo’n jager vangt finaal toch niks; terug leven zoals we gewend waren, niet alleen het leven vóór corona terug oppikken (zonder “mondvod”, zonder afstand, zonder coronapas voor kerngezonden), maar het leven van in de tijd dat Orwell nog als waarschuwing, niet als handleiding werd gelezen; lezen wat we willen, reizen naar waar we willen en voor hoelang we willen … En als het effe kan zouden we ook nog graag onze feesten terugkrijgen! Sinterklaas bijvoorbeeld!
Aan de laatste peilingen te zien is dit echter nog maar een kwestie van tijd. De Open VLD verkruimelt, en weet perfect hoe dat komt; de CD&V verkruimelt ook, maar die slimmerds weten nog niet waarom! Ze zullen het waarschijnlijk nooit weten. Goed nieuws dus! “Nog even geduld, beste mensen”, zou Van Ranst vanuit z’n schuilhut kunnen kwekken. Vrijheid … zo moeilijk is dat begrip nu toch ook weer niet!
**
Illustratie: cartoon van onbekend grootmeester op het internet
***