Lezers die er ‘oud genoeg’ voor zijn, zullen zich de niet-aflatende Vlaamse protesten van de jaren ’70 herinneren tegen het éne loket in heel het stadhuis van Schaarbeek waaraan zij van wijlen burgemeester Roger Nols nog maar in hùn taal mochten ‘gediend’ worden. Eentje maar en alle andere loketten (6 !) stonden ten dienste van het Frans parlerende Herrenvolk.
Aan dàt fait-divers moest ik terugdenken toen mij ter ore kwam wat die Vlaams-Brusselse dame was overkomen in het inentingscentrum aan de Heizel. Het bericht werd mij door een goeie vriend doorgestuurd van BRUZZ, een bron die zeker niet van fanatiek vlaamskiljonisme verdacht kan worden, onder deze vette titel:
“Brusselse klaagt gebrek aan Nederlandstalig personeel in vaccinatiecentrum Heizel aan”
Zei de (volkomen terecht) verbolgen juffrouw E, die daar vorige maandag haar eerste ‘vrijheidsprik’ mocht komen halen, dat ze daar haar beste Frans voor moest bovenhalen: ‘Ik werd in het Frans doorverwezen naar een pagina met antwoorden die enkel in het Frans beschikbaar zijn’. En zeggen dat de jongedame wier geboortedatum van een véél recentere datum is dan die van de Neanderthalers, nu krek op dié pagina wat antwoorden op vragen over de inenting hoopte te vinden. Uiteraard in haar moedertaal, die niét de taal van de Neanderthalers is. Zij vroeg zich, heel concreet, naar eigen zeggen, af of het spuitje invloed zou kunnen hebben op de pil, want daar had ze vergeefs naar gegoogeld op het net. Helaas, ook aan de Heizel geen antwoord en niemand te vinden die Nederlands sprak, maar de ‘oplossing’ werd haar wel aangereikt: zij moest maar haar beste Frans bovenhalen. Simple comme bonjour, n’est-ce-pas?
Aan de alternatieve oplossing er een Nederlandstalige arts of verpleger bij te halen, had blijkbaar geen hond gedacht, laat staan een Brusselaar. Juffrouw E sprak dan maar zelf in ’t Nederlands een arts of een verpleger aan, maar die schakelde onmiddellijk op Frans over, alsof dat de normaalste zaak van de wereld was in Brussel, ook Vlaanderens hoofdstad. De vragen die haar en Français werden gesteld, verstond zij maar half, maar zij vermoedde dat die iets met bloedverdunners vandoen hadden. Op den duur – oef ! – werd zij doorverwezen naar de webstek van het inentingscentrum, want dààr zou zij een lijst vinden met veel gestelde vragen na de inenting: bijwerkingen en bescherming en meer van dat nuttigs. En – eureka ! – dààr zou juffrouw E antwoorden vinden in het Nederlands, het Engels en het Frans.
En zij daar naartoe en maar klikken, eerst op Nederlands, dan op Engels, maar op alle geklik kreeg zij antwoorden in… het Frans. Hallo, Elke Van den Brandt, als Nederlandstalige minister een van de talrijke verantwoordelijken voor de gezondheid van het volk, waar bent u? Gelukkig loopt er nog ergens een hoofd rond, Inge Neven, hoofd van de Brusselse gezondheidsinspectie. ‘We werken eraan’, zei Neven: ‘We zijn (nù al???) aan het bekijken om minimum één Nederlandstalige persoon in de administratie en één Nederlandstalige persoon bij het paramedische personeel te hebben. En we bekijken of er voldoende informatie ter plaatse is in het Nederlands’. Bekijken doen ze daar aan de Heizel. Hoe gaat weer dat volkse liedje ‘Je mag er alleen maar naar kijken, maar aankomen niet?’ Wordt het voor Vlaanderen niet stilaan tijd om te bekijken hoe lang het Brussel nog gaat vasthouden?
hvo
**